Op de Mercator met Marijke Goethals, die fotoboek maakte over mensen in depressie

Marijke Goethals met haar boek. Op de cover staat een foto van haar dochter Kaatje. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Als eindwerk fotografie aan de academie maakte Marijke Goethals (56) – pseudoniem: Margoet – een aangrijpende reeks portretten van mensen in depressie. Deze en nog extra foto’s resulteerden in het boek Ik kan niet meer. Marijke had een persoonlijke drijfveer, want haar dochter Kaatje kampte rond haar achttiende met een depressie. Gelukkig maakt ze het intussen weer goed. “Die boodschap wil ik brengen met het boek: mensen met een depressie kunnen hulp vinden door erover te praten.”

Marijke bracht haar boek mee naar de Mercator. De foto’s komen stevig binnen: heel verschillende beelden, allemaal zwart-wit, van mensen voor wie het leven te zwaar valt. Soms droevig kijkend, soms berustend, soms lusteloos, soms het gezicht verbergend. Hangend aan touwen, achter een gebroken raam, aan zee liggend op de waterlijn… Vooraan een foto van dochter Kaatje, die het lijkt uit te schreeuwen. Tussen de foto’s vind je ook de teksten die Kaatje schreef ten tijde van haar depressie.

Wat vindt Kaatje ervan dat die teksten nu gepubliceerd zijn?

“Ze is er trots op dat ze aan mijn boek kon meewerken. Haar teksten zijn heel sterk. Zoals wel meer mensen, heeft ze de beste pen als ze zich niet goed voelt. De fotosessie zelf was heel zwaar voor haar, omdat ze zich weer inleefde in die donkere periode van elf jaar eerder.”

Hoe zwaar is dat geweest?

“Kaatje was hypersensitief en had het toen erg moeilijk. Ze zei niets, maar wij zagen dat er iets scheelde. We zijn toen op zoek gegaan naar professionele hulp. Ze verbleef ook een tijd in een psychotherapeutisch centrum. Via verschillende therapieën heeft ze zichzelf en haar zwakke plekken leren kennen. Ze is erdoor gekomen, maar dat heeft meer dan een jaar geduurd.”

Hoe gaat het nu met haar?

“Zij heeft nog betere en slechtere momenten, maar ze vond manieren om ermee om te gaan en is nu een gelukkige mama. De depressie is niet teruggekeerd. Het is belangrijk om over depressieve gevoelens te praten, dan pas kun je hulp zoeken. De mensen in je dichte omgeving moeten het weten. Die boodschap wil ik brengen: als je met een depressie kampt, kan je geholpen worden, als je er maar over praat. Al is er wel te weinig hulp en is het voor sommige mensen onbetaalbaar.”

Jullie ervaring met Kaatje lag aan de basis van dit project.

“Inderdaad. Voor mijn eindwerk fotografie aan de academie in Brugge wou ik in beelden vatten wat in het hoofd van mensen met een depressie omgaat. Mijn papa was een fervent amateurfotograaf, maar bij mij kwam de interesse pas later. Ik volgde opleidingen in De Avondschool en aan de Academie in Brugge. Het specialisatiejaar daar eindigde met een expo waarvoor we een onderwerp mochten kiezen. Bij mij werden dat dus mensen in depressie.”

Hoe vond je die mensen?

“Ik contacteerde twee psychotherapeutische centra in Brugge: Rustenburg en Inghelburch. Het had wat voeten in de aarde om toestemming te krijgen. Mijn vraag moest behandeld worden door de ethische commissie. Maar het is gelukt. Ik hield enkele infosessies waar telkens een vier- of vijftal patiënten kwamen luisteren. De meesten gingen op mijn vraag in. Dan had ik met elk van hen apart een gesprek. Aan het einde overlegden we welke foto we zouden maken. Omdat ze hun gevoelens al hadden blootgelegd in het gesprek, was het meestal niet meer zo moeilijk om overeenstemming te vinden over de locatie en de aanpak van de fotoshoot. Ik wist al welke gevoelens ze wilden tonen. Ik heb voor dit boek meer gesproken dan gefotografeerd.”

Hoe gingen die gesprekken?

“Die mensen hadden er deugd van hun verhaal te kunnen doen aan iemand die geen professional is, maar door eigen ervaring toch weet waarover het gaat. Sommigen waren nog maar pas opgenomen, anderen waren al een tijd in behandeling, en nog anderen – onder wie mijn dochter – heb ik gesproken toen hun depressie al voorbij was.”

En dan volgde de fotoshoot. Een depressie uitbeelden in een foto, hoe begin je daaraan?

“Het moeilijkste was het zoeken van de locatie. Dat was nooit bij hen thuis en nooit in de instelling, wel vaak in leegstaande gebouwen of in de fotostudio van de academie, maar wel ongestoord. Dan ging het meestal vanzelf. De fotoshoots duurden een tot twee uur. Eén keer ben ik na twintig minuten gestopt, omdat het te heftig was, zowel voor mezelf als voor de persoon die ik fotografeerde. Maar ik had wel mijn beeld, en het staat ook in het boek.”

Het project liep in fasen.

“We hadden vijf gesprekken en fotoshoots achter de rug toen de coronacrisis uitbrak. Achteraf moest ik deels herbeginnen. In juni 2021 was de presentatie van de eindwerken, maar later besloot ik nog meer mensen te portretteren. In oktober 2022 exposeerde ik het geheel op Buren bij Kunstenaars in Oostkamp. Voor mezelf had ik al een boek gemaakt, één exemplaar. Omdat het mijn droom was om dat uit te geven, informeerde ik bij drukkerij-uitgeverij Die Keure in Brugge. Daar kwam ik in contact met Thomas Bossuyt, die bij Die Keure werkt, maar ook een eigen uitgeverij heeft: Dial a View. Hij maakte er een sereen boek van, gebaseerd op mijn oorspronkelijke boek.”

Denk je al aan nieuwe fotoprojecten?

“Nu ligt het wat stil. Als ik nog een nieuw project opstart, moet het evenwaardig zijn aan dit. Ik portretteer graag mensen, maar met een boodschap. Ik heb wel nieuwe projecten in mijn hoofd, maar wil me nu eerst toespitsen op de promotie van dit boek.”

Ik kan niet meer van Margoet is te koop voor 30 euro via dialaview.be of marijke.goethals@gmail.com.

Marijke Goethals

Privé: geboren in Oostende op 20 mei 1967. Woont in Oostende met haar man Patrick, twee dochters: Tine (31) en Kaatje (29), drie kleinkinderen.

Opleiding en loopbaan: studeerde secretariaat-moderne talen, werkt voor KBC Bank Private Banking in Brugge. Opleidingen fotografie aan De Avondschool en de Academie in Brugge.

Vrije tijd: fotografie, wandelen, padel, tennis, eens naar een optreden gaan met vrienden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier