Zo’n 143 dagen lang zette Dimitri Carpentier een straat van Hooglede in de kijker. Nu bundelt Carpentier die 143 straatgedichten in het boek ‘Ik ben in alle straten’.
Dimitri Carpentier houdt van dichten. Tijdens de coronaperiode maakte hij zijn gedichten openbaar, later verzameld in het boek ‘Blijvers’. Nadien volgde nog ‘Oden aan wielergoden’. “Het idee was al een tijdje in mijn achterhoofd aan het rijpen”, opent Carpentier. “Over alle 143 straten maakte ik een persoonlijk gedichtje. Er kroop best wel wat tijd in het hele proces. Niet alleen het schrijven van de gedichten maar later ook het bussen van de gedichtjes. Ik heb ze zoveel mogelijk zelf bij de mensen thuis in de bus gaan droppen. Bovendien schreef ik de adressen telkens met de hand, een monnikenwerk van zo’n 40 uur.”
267 mails
Elke dag koos Carpentier dus een andere straat uit. “De reacties bij de mensen waren goed. Sommigen spraken me erop aan dat ze uitkeken tot hun straat aan de beurt was. Mensen zijn uiteraard trots op de straat waar ze wonen, bij sommigen hangt het gedicht zelfs ingekaderd in hun huiskamer. Ook voor mezelf was het trouwens een verrijking, zo ben ik op plaatsen geweest waar ik nooit eerder had gepasseerd. Ik hoop dan ook om er via mijn boek toe bij te dragen dat de mensen hun gemeente beter leren kennen.”
Carpentier koppelde ook een wedstrijd aan zijn gedichten. Wie een mailtje stuurde, maakte kans op een van de 50 gratis boeken. 267 mails belandden in Carpentiers mailbox, de 50 gelukkigen konden hun boek ophalen tijdens de boekvoorstelling in Bar Valhalla. Het boek kost 20 euro. Na drie boeken in vier jaar tijd heeft hij geen nieuwe ideetjes in de pijplijn. “Het blijft puur een hobby. Misschien duikt er binnenkort wel weer een idee op”, besluit Carpentier. (JT)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier