Straks doorbraak in onderzoek naar moordzaak Caeckaert? Wetsontwerp goedgekeurd dat DNA-analyse van Y-chromosomen mogelijk maakt: “Eindelijk, eindelijk, eindelijk”

Doctor Sofie Claerhout met de ouders van de vermoorde Ingrid Caeckaert en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. © gf
Jan Steenhoudt
Jan Steenhoudt Editieredacteur KW Kortrijk – Menen – Waregem

De ministerraad keurde vrijdag een wetsontwerp van minister Vincent Van Quickenborne goed dat nieuwe DNA-technieken in strafonderzoeken mogelijk maakt. Het wetsontwerp kadert in het onderzoek van doctor en oud-krak van Kortrijk Sofie Claerhout naar het mannelijke Y-chromosoom. Nu deze verplicht geanalyseerd en bewaard moeten worden, kunnen speurders sneller doorbraken realiseren in moord-, zeden- en verdwijningsdossiers. “Het onderzoek naar de 31-jaar oude moord op Ingrid Caeckaert kan zo in een stroomversnelling geraken”, zegt Sofie Claerhout.

Krak van Kortrijk 2022 Sofie Claerhout riep vorig jaar in verschillende media mannen op om hun DNA af te staan. De oproep kaderde in het onderzoek naar de moordzaak Ingrid Caeckaert, een vrouw die in Knokke-Heist in 1991 vermoord werd. Doctor Sofie Claerhout heeft al geruime tijd een techniek ontwikkeld waar ze het DNA van de moordenaar zou kunnen linken aan die van mannen, in de hoop een familieband te vinden. Dat doet ze via het Y-chromosoom, dat enkel bij mannen voorkomt en haast identiek overgedragen wordt van vader op zoon.

Begin november hadden reeds 700 mannen zich ingeschreven voor het onderzoek van Claerhout, alleen was er op dat moment nog steeds geen officiële Y-chromosoom-databank te raadplegen om het DNA te vergelijken. Daarvoor moest er eerst een wet komen die toestaat verder te kijken dan het DNA van officiële verdachten van de zaak. Tot nu bediende het gerecht zich van een verouderde DNA-wet uit 1999, die stelt dat onderzoekers enkel mogen kijken naar een identieke match, waardoor een persoon al dan niet als dader aangeduid kon worden.

Doctor Sofie Claerhout kan haar onderzoeksinstrumenten naar het Y-chromosoom straks ook effectief in moord-, zeden- of verdwijningszaken inzetten.
Doctor Sofie Claerhout kan haar onderzoeksinstrumenten naar het Y-chromosoom straks ook effectief in moord-, zeden- of verdwijningszaken inzetten. © bjorn comhaire

Modernisering DNA-wetgeving

Op vrijdag 3 februari is de eerste wettelijke stap om die DNA-wetgeving stevig te moderniseren dus gezet. Op vrijdag werd een kaderwet goedgekeurd door de ministerraad. De raamwet werd uitgewerkt door Minister van Justititie Van Quickenborne (Open VLD), in nauw overleg met het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) en het federaal parket. Het wordt nu ter advies overgemaakt aan de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit. Daarna zal het eventueel gewijzigde wetsontwerp aan het parlement worden voorgelegd ter stemming.

Onze DNA-wetgeving is momenteel verouderd. Er zijn nieuwe technieken die doorbraken in onderzoeken kunnen forceren, maar speurders stootten altijd op wettelijke barrières – Minister van Justitie Van Quickenborne

De kaderwet voorziet familiale zoeking en het opsporen van verdachten via gekende DNA-profielen via naaste familieleden. Ook zullen voortaan DNA-stalen automatisch vergeleken kunnen worden met de nieuwe internationale databank van vermisten en niet-geïdentificeerde personen. DNA-matching op basis van het Y-chromosoom wordt ook mogelijk, door middel van een verplichte analyse en bewaring van het Y-profiel in zedendossiers.

“Onze DNA-wetgeving is momenteel verouderd”, zegt Van Quickenborne. “Er zijn nieuwe technieken die doorbraken in onderzoeken kunnen forceren, maar speurders stoten op wettelijke barrières. Daarom voorzien we met dit wetsontwerp onder andere een wettelijke basis voor het identificeren van verdachten via het DNA van hun naaste familieleden.”

“We maken ook vergelijkingen mogelijk met de nieuwe databank I-Familia van Interpol met DNA van vermiste en niet-geïdentificeerde personen. Bij zedenzaken zal worden verplicht om het Y-profiel van het DNA te bepalen en bewaren. Ook zullen DNA-stalen van veroordeelden 30 jaar bewaard moeten worden. Zo krijgt Justitie meer instrumenten in handen om moorden, zedenfeiten en verdwijningen op te lossen.”

Wanneer we de nieuwe wet zouden kunnen gebruiken, is nog niet duidelijk. Zelf hoop ik nog in 2023 – Doctor Sofie Claerhout

© bjorn comhaire

Oud-Krak van Kortrijk doctor Sofie Claerhout werd vrijdagmorgen door minister Van Quickenborne persoonlijk op de hoogte gesteld van de kaderwet. “Ik ben enorm blij. Toen de minister me vorig jaar beloofde er in 2023 werk van te zullen maken, was ik eerst sceptisch. Ik zit er immers al acht jaar op te wachten en het was een missie geworden om die nieuwe wet tot stand te laten komen. Maar nu de kaderwet er is, kunnen we verder.”

Volgens minister Van Quickenborne zou het wetsontwerp in april of ten laatste mei bij het Federaal Parlement terecht moeten komen. “Maar wanneer we de nieuwe wet zouden kunnen gebruiken, is nog niet duidelijk. Zelf hoop ik dat het nog in 2023 lukt. Zo kunnen we in het najaar nog een oproep lanceren aan mannen om hun DNA af te staan.”

“Dat zou ervoor kunnen zorgen dat het onderzoek naar de 31-jaar oude moord op Ingrid Caeckaert in een stroomversnelling geraakt. Voor de familie van Ingrid was de wet hun laatste hoop. Ze zullen ongetwijfeld opgelucht zijn”, aldus Sofie Claerhout.

Eindelijk, eindelijk, eindelijk

De ouders van Ingrid Caeckaert in 2010.
De ouders van Ingrid Caeckaert in 2010. © (FP-a)

De familie Caeckaert – Vereecke sprak in oktober 2022 nog de hoop uit op een nieuwe wet, die de waarheid over de dood van hun in 1991 met 62 messteken vermoorde dochter Ingrid naar boven zou kunnen halen. Ingrids ouders konden hun emoties niet bedwingen toen ze vrijdag hoorden dat het wettelijk kader goedgekeurd was. “Eindelijk, eindelijk, eindelijk”, reageert Robin Van Kersschaever, woordvoerder van de familie Caeckaert. “De ouders van Ingrid hebben moeten wenen van opluchting. Ze zijn 83 en 87 jaar, deze wet was hun laatste hoop. Ze wisten dat het er zat aan te komen, maar toch.”

“Jarenlang hebben we geprobeerd om dit erdoor te krijgen. Onder meer dankzij de media-aandacht die de zaak recent kreeg, is dat gelukt. De VRT berichtte er over en ook misdaadverslaggever Faroek Özgünes heeft het zich aangetrokken. Ook journalist Laurens Kindt van de Krant van West-Vlaanderen heeft met zijn cold case-stuk veel betekend.”

Robin denkt dat de dader nu bijna zeker gevonden zal worden. “Het onderzoek van Sofie legt verbanden tot aan de veertigste graad. Voor de ouders zal de identificatie van de dader hoe dan ook zwaar zijn, want ze zullen de moordenaar van Ingrid allicht kennen. Voor hen is vooral het antwoord op de waarom-vraag zeer belangrijk.”

“Stel dat de dader toch niet gevonden wordt, zal er naast teleurstelling ook plaats zijn voor trots. Het is dankzij ons dat deze wet er nu komt. Deze zal niet alleen Ingrids moordzaak vooruithelpen, maar ook andere zoals de zaak rond de Bende van Nijvel.”

De zaak rond Ingrid Caeckaert werd afgelopen zomer nog ruim belicht in onze KW-zomerreeks over cold cases. Herlees het artikel hier.

Familiale zoeking

De nationale DNA-databanken (veroordeelden, vermisten, sporen en verdachten) beschikken vandaag over zo’n 120.000 unieke DNA-profielen. Ons land heeft ook toegang tot de DNA-databanken van 23 verschillende landen. Dat zou gaan om ettelijke miljoenen profielen. Als er genetisch materiaal wordt gevonden naar aanleiding van een misdrijf of verdwijning wordt een staal geanalyseerd en vergeleken met de profielen in deze databanken. Een partiële match kan immers wijzen op een rechtstreekse familiale band. Indien het DNA-profiel van een naast familielid in een van de databanken zit, kan dit voor een doorbraak in het onderzoek zorgen. Niemand kan echter verplicht worden om DNA af te staan in het kader van een familiale zoeking. Er mag ook uitsluitend in eerste lijn worden gezocht, met name ouders, kinderen, broers en zussen.

Een ander element in deze hervorming van de DNA-wetgeving, richt zich op verdwijningsdossiers. Zo wordt het mogelijk om DNA van verwanten van vermiste personen of niet-geïdentificeerde stoffelijke overschotten te linken aan de DNA-profielen in Europese en internationale databanken. Het wetsontwerp voorziet verder dat de bewaartermijn van DNA-stalen, naast DNA-profielen, ook wordt opgetrokken van 6 maanden tot 30 jaar, naar analogie met de bewaartermijn voor DNA-stalen van sporen.

Wil je het onderzoek van doctor Sofie Claerhout helpen? Surf dan naar https://www.csy-leuven.be/ en laat er jouw gegevens achter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier