Brugse cipier riskeert celstraf voor cocaïnehandel: “De gevangenen zagen haar graag komen”

Redactie KW

Acht beklaagden staan in de Brugse rechtbank terecht voor hun aandeel in grootschalige cocaïnehandel. Ze vonden onder meer afzet binnen de harde supporterskern van Club Brugge. Eén van de beklaagden zou als cipier achter de gevangenismuren gedeald hebben. Maar dat ontkent ze zelf met klem.

Het onderzoek ging al in 2015 van start toen de politie informatie ontving dat Beernemnaar Jürgen V. (48) cocaïne verkocht. Hij haalde de drugs uit Oostende en stockeerde ze in een garage in Beernem. Volgens het parket schakelde hij Bruggeling Wesley S. (39) en Franky S. (54) uit Zedelgem in als subdealers. Hun respectievelijke partners, Ilse M. (47) en Ingeborg C. (51), zouden ook geholpen hebben.

Op 28 mei 2018 voerde het gerecht huiszoekingen uit waarbij aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en cash werden aangetroffen. Jürgen V. zat drie maanden in voorhechtenis, Wesley S., Franky S. en Ilse M. kwamen na twee maanden voorwaardelijk vrij. Het parket schat dat de bende om en bij de vijf kilogram cocaïne aan de man bracht.

Volgens een anonieme brief aan de politie dealden Wesley S. en Ilse M. vooral aan leden van de harde supporterskern van Club Brugge. Vanuit een supporterscafé in Sint-Andries en in het Jan Breydelstadion zouden ze 30 tot 50 zakjes per wedstrijd hebben verkocht. M. zou ook drugs verkocht hebben tijdens haar diensturen als cipier in de Brugse gevangenis. “De gevangenen zagen haar naar verluidt graag komen”, sneerde de procureur.

250.000

Voor Jürgen V., zijn partner Severine B. (50) en voor een loopjongen die verstek liet gaan vroeg de procureur effectieve celstraffen, voor de anderen een straf met probatie-uitstel. Hij vroeg ook een totale verbeurdverklaring van in totaal bijna 250.000 euro.

Ondanks hun bekentenissen vroegen Wesley S. en Ilse M. de vrijspraak op basis van een fout in de dagvaarding. Daarin worden ze enkel vervolgd voor feiten op 1 juli 2017, terwijl ze volgens hun advocaat pas later door financiële problemen begonnen te dealen. Dat ze drugs zou verkocht hebben achter de gevangenismuren ontkent Ilse M. evenwel met klem. “Haar voorhechtenis in de Gentse gevangenis was een verschrikking”, pleitte meester Vincke. “Ze werd er gepest door haar collega’s. Ze werkt intussen niet langer als cipier.”

Ook Jürgen V., Severine B. en Ingeborg C. vroegen de vrijspraak. “Mijn cliënt had inkomsten uit bitcoinhandel en gokken op voetbalwedstrijden”, pleitte Franky Baert, de advocaat van Jürgen V. “Voor drugsverkoop zie ik geen enkel bewijs.” De uitspraak volgt op 13 december.

(AFr)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier