Brugse politieman hield ze jarenlang als trofee bij, maandag keren de tanden van Patrice Lumumba terug naar zijn familie

Soldaten bewaken 1960 Patrice Lumumba (rechts) tijdens zijn arrest. (foto AFP) © AFP
Laurens Kindt

Ruim 61 jaar na de moord op de eerste premier van het onafhankelijke Congo, geeft België de laatste resten van Patrice Lumumba maandag terug aan zijn nabestaanden. Het was de Brugse politieman Gerard Soete die eigenhandig twee tanden uit de kaak van Lumumba trok en die jarenlang bijhield. “Lumumba was een misdadiger, meer niet”, zei hij daarover in onze krant in 1979.

Een oude man zit achterover geleund in zijn fauteuil. Hij speelt met zijn rode bretellen. In zijn ogen blinken pretlichtjes. “Sommigen denken dat Lumumba zal verrijzen. Als dat zo is, dan zal het alvast met twee tanden minder zijn”, zegt hij. Er volgt een smakelijke lach. De man is Gerard Soete, geïnterviewd in 1999 in zijn huis in de straat Bos en Lommer in Sint-Kruis Brugge. Even later zien we de vingers van de man worstelen met een dichtgevouwen papiertje. Hij slaagt er maar niet in om het open te prutsen en mompelt: “Allez Patrice.” Wanneer het kleine pakketje dan toch zijn inhoud openbaart, blijkt die lichtjes macaber te zijn. Er zitten twee vergulde tanden in.

Gefusilleerd

Gerard Soete werd in januari 1920 geboren in Pittem. In 1946 trekt hij naar Belgisch Congo. Hij werkt zich op van politie-inspecteur tot hoofdcommissaris bij de koloniale politie. Wanneer in 1960 Congo onafhankelijk wordt, scheurt de provincie Katanga zich af. Gerard Soete wordt er inspecteur-generaal van de politie. In de tumultueuze maanden na de Congolese onafhankelijkheid wordt Patrice Lumumba, de eerste democratisch verkozen premier, afgezet met een coup en gevangen genomen. Op initiatief van de toenmalige Belgische regering van Gaston Eyskens wordt de volksheld overgeleverd aan zijn aartsvijand Moïse Tshombe, de president van Katanga. Op 17 januari wordt Lumumba, samen met twee medestanders, koudweg gefusilleerd.

Gerard Soete als inspecteur-generaal in Katanga. (archief KW)
Gerard Soete als inspecteur-generaal in Katanga. (archief KW)

Gerard Soete was niet aanwezig bij dat vuurpeloton. Kort erna krijgt hij wel de opdracht om de lichamen elders te begraven. Nog later moet hij ze volledig laten verdwijnen. In De Arena, een boek dat Soete in 1976 publiceerde, beschrijft hij in geuren en kleuren hoe zijn alter ego Gerhard Schäfer en zijn helpers zich eerst moed indrinken met whisky en vervolgens de lichamen in stukken snijden en oplossen in zwavelzuur. Te grote lichaamsdelen worden verbrand. Op pagina 167 van zijn boek beschrijft Soete hoe Gerhard Schäfer met een tang twee tanden lostrekt uit de bovenkaak van de Profeet, de naam die hij Patrice Lumumba geeft. Er worden ook nog twee vingers – de wijsvinger en de pink – van de hand van de Profeetgeknipt. Samen met een kogel verdwijnen de relikwieën in een schoon verbanden worden ze meegenomen.

Aureool

Gerard Soete zal tot 1972 in Congo blijven. Eenmaal terug in Brugge gaat hij aan de slag als leraar aan het Sint-Leocollege in Brugge. In 1979 wordt hij geïnterviewd in het Brugsch Handelsblad over De Arena en de opmerkelijke gelijkenissen met zijn levensverhaal. Soete draait om de hete brij heen wanneer interviewer Luc Decorte hem vraagt hoe de vork nu aan de steel zit. “Een schrijver heeft niet het recht om zijn lezers te bedriegen. Hij moet altijd het bewijs kunnen leveren dat hij de waarheid spreekt. Hij moet dus zijn voorzorgen nemen”, klinkt het enigmatisch. Om daarna nog eens na te trappen naar de man wiens lijk hij onteerde. “Laten we Patrice Lumumba een niet al te groot aureool bezorgen. Hij was een misdadiger, meer niet.”

Aanslag

Twintig jaar later licht Soete plots wel alle tipjes van de sluier. Zonder enige gêne verklaart hij aan schrijver Ludo De Witte – auteur van het standaardwerk De Moord op Lumumba – dat hij inderdaad de lichamen opruimde en de tanden van Lumumba in zijn bezit heeft. Tijdens een tv-interview tovert hij de tanden zelfs tevoorschijn, zoals hierboven geschetst. De parlementaire onderzoekscommissie naar de moord op Lumumba laat hem echter ongemoeid. Pas na zijn overlijden in juni 2000 volgt een huiszoeking, maar de tanden worden niet gevonden.

De dochter van Gerard Soete toonde deze vergulde kies van Lumumba tijdens een interview met Humo in 2016. (foto Jelle Vermeersch)
De dochter van Gerard Soete toonde deze vergulde kies van Lumumba tijdens een interview met Humo in 2016. (foto Jelle Vermeersch) © Jelle Vermeersch

Wanneer zijn dochter Godelieve in een interview met Humo in 2016 de tanden opnieuw bovenhaalt, schiet het federaal parket in actie en neemt één tand in beslag. Waar de andere naartoe is, is een raadsel. Omdat de tand bij DNA-onderzoek volledig verpulverd moet worden, beslist de onderzoeksrechter om dat niet te doen en het relikwie terug te geven aan de familie. Maandag zal premier Alexander De Croo het relikwie tijdens een plechtigheid in het Egmontpaleis teruggeven aan de kinderen van Patrice Lumumba. Daarna krijgt de tand waarschijnlijk een plek in het mausoleum voor Lumumba in Congo.

Excuses

Nog één keer liet Gerard Soete de voorbije jaren van zich spreken. Postuum, weliswaar. Zijn kleindochter, de bekende tv-presentatrice Julie Van Den Steen, noemde hem vorig jaar een ‘heel lieve, beschermende opa’ op tv. De uitspraak ontketende een hetze op sociale media en Van Den Steen werd zelfs belaagd op straat. Uiteindelijk zag de presentatrice zich genoodzaakt om zich in een brief op Instagram te excuseren voor haar uitspraken en toe te geven dat ze eigenlijk niet goed op de hoogte was van de duistere kanten van haar eigen familiegeschiedenis.