Assisen Kappersmoord: verdediging en openbaar ministerie met elkaar in de clinch
Op het assisenproces in Brugge tegen Abdellatif Belarbi (50) heeft de verdediging de houding van het openbaar ministerie gehekeld. Volgens meester Anthony Mallego werd een proces-verbaal van 11 januari pas donderdag aan de partijen bezorgd, terwijl de getuige in kwestie dinsdag gehoord werd. Openbaar aanklager Eva Brantegem reageerde dat de verkeerde datum in het pv werd opgenomen.
Alles draait rond de getuigenis van gerechtspsychiater Hans Hellebuyck. Meester Mallego merkte toen op dat de deskundige zijn cliënt amper twaalf minuten bezocht zou hebben in de gevangenis. Het OM bezorgde de andere partijen donderdag echter een opvallend pv over de kwestie. “Waarbij men dan insinueert dat die twaalf minuten mogelijk een fout is en dat men het verder gaat onderzoeken”, aldus meester Mallego. De verdediging vindt het onbegrijpelijk dat een pv van 11 januari nog niet in het dossier zat. “We willen niet het gevoel hebben dat we hier geringeloord worden.”
Brug te ver
Procureur-generaal Eva Brantegem reageerde dat de opdracht op 31 januari werd gegeven, maar dat de hoofdinspecteur een verkeerde datum noteerde in het proces-verbaal. In die omstandigheden vroeg ze met succes om Stefaan F. vrijdagnamiddag opnieuw als getuige op te roepen. “Ik vind het allesbehalve wat men nu insinueert. Ik hou nooit pv’s achter. Zo zit ik niet in elkaar en dat weet u goed genoeg.” Ook voorzitter Vincent Vereecke vond het een brug te ver dat de verdediging suggereerde dat het doorgestoken kaart was. “Maar ik versta wel uw punt. Als er iets loos is, zal ik daar ook stappen voor ondernemen.”
“Hij dronk ook veel. Hij stond daar soms midden in de dag met zijn bier in de hand voor zijn kapsalon”
In De Panne was het een publiek geheim dat de beschuldigde cocaïne verkocht in zijn kapsalon. “‘s Avonds of ‘s nachts moest je gewoon kloppen op de ruit. Hij nam soms ook samen met ons een lijn”, bevestigde Alexandra D. De getuige omschreef Belarbi als een nerveuze, agressieve man, die goed mensen kon manipuleren. “Hij dronk ook veel. Hij stond daar soms midden in de dag met zijn bier in de hand voor zijn kapsalon.”
Coke en cannabis
D. wist dat ook Alban Demora cocaïne gebruikte en cannabis verhandelde. “De laatste tijd was hij heel zwaar aan de coke. Ik heb hem één keer boos gezien. Toen hij vertelde dat hij verliefd was op mij, zijn er een beetje woorden gekomen met mijn toenmalige vriend Bilel.” Op 1 september 2020 liepen ze het slachtoffer opnieuw tegen het lijf. “Hij zei sorry voor wat er gebeurd was en dan vroeg hij waar hij iets kon vinden. Wij hebben gezegd bij de coiffeur.”
Vervolgens haalde D. ook een incident aan tussen Bilel F. en Abdellatif Belarbi. Ze vermoedde dat Bilel toen cocaïne wou kopen, maar dat de beschuldigde geen voorraad had. Ten slotte wist D. niet waarom Demora hun namen zou geroepen hebben tijdens het fatale conflict met de kapper. “Ik kon niet geloven dat zo’n lieve jongen zoals Alban op zo’n manier om het leven is gekomen. Hij zei ook altijd dat de coiffeur een goeie gast was en dat hij goed met hem kon babbelen.”
“Niet agressief”
Tijdens zijn getuigenis verklaarde Bilel F. dat zijn aanvaring met Belarbi niets met drugs te maken. “Ik was heel dronken en hij liet me daarom niet binnen. Ik heb toen zijn stoel gebroken, dat klopt.” De getuige beweerde ook dat hij nooit voor zijn cocaïne had moeten betalen. “Af en toe dronken we na sluitingsuur een biertje samen. En af en toe een keer een lijntje. Het is één of twee keer gebeurd dat Alban daar ook bij was.”
Over de dag voor de feiten herinnerde F. zich vrij weinig. Uiteindelijk wist hij wel nog dat het slachtoffer naar cocaïne gepolst zou hebben. De feiten had hij absoluut niet zijn aankomen. “Abdel praat met iedereen en hij brengt iedereen aan het lachen. Ik had nooit kunnen denken dat hij dit zou doen, want hij is niet agressief.”
Vrijdagnamiddag worden de getuigenverhoren afgerond.
Assisen Kappersmoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier