Assisen Kappersmoord: Openbaar ministerie vraagt veroordeling voor moord
Procureur-generaal Eva Brantegem heeft aan de volksjury gevraagd om Abdellatif Belarbi (50) schuldig te verklaren aan de moord op Alban Demora (31). In zijn kapsalon in De Panne bracht de Marokkaan het slachtoffer met messteken om het leven.
Bij de start van haar requisitoir stond de openbaar aanklager stil bij de vele leugens van de beschuldigde. Ondanks veroordelingen ontkende Belarbi onder meer dat hij zich schuldig maakte aan drugshandel en partnergeweld. De beschuldigde wijzigde ook meermaals zijn verklaringen over de feiten zelf. “Dat zijn geen details, dat zijn grove leugens om de waarheid te verdoezelen”, klonk het.
De magistraat baseerde zich enkel op de objectieve vaststellingen om de feiten te reconstrueren. Zo staat het vast dat Alban Demora in de nacht van 2 op 3 september 2020 rond 1.20 uur aanklopte. Het slachtoffer moet zelf minstens een klap uitgedeeld hebben, want in het gezicht van Belarbi werden twee beperkte verwondingen vastgesteld. “Maar wat we niet weten, is wanneer die vuistslag werd gegeven.” Het OM wierp op dat Demora mogelijk pas na de eerste messteek uithaalde.
Geen bebloed hemd
Uit de analyse van de bloedspatten bleek dat de eerste steken werden uitgedeeld toen het slachtoffer in een kappersstoel zat. Belarbi beweert echter dat hij zelf op de grond lag. “Zijn hemd moet dan vol met bloed hangen, maar dat was er niet. Zijn verklaringen kloppen dus van geen kanten.” Het bebloede T-shirt van Demora werd naast zijn levenloze lichaam aangetroffen. “Dat T-shirt is met grote zekerheid uitgetrokken in de laatste fase, omdat we die twee laatste messteken niet teruggevonden hebben op dat T-shirt.”
Over het oogmerk tot doden bestaat volgens de procureur-generaal niet de minste twijfel. Daarbij werd onder andere opgemerkt dat Belarbi een Fins jachtmes met een lemmet van 13 centimeter hanteerde. De fatale steek was liefst 15 centimeter diep. “Als je met een dergelijke kracht met een jachtmes twaalf keer in het lichaam steekt, waarvan twee keer recht in het hart, dan is dat puur doodslag.”
“Hij heeft ook nagedacht over de manier waarop hij zou doden en over welk wapen hij daarvoor zou gebruiken”, vervolgde Brantegem. Het OM merkte ook op dat Belarbi onmiddellijk na de feiten opvallend rustig was. Zo belde hij om 1.41 uur naar zijn echtgenote om haar een goede nacht te wensen. De beschuldigde wiste ook de berichten die zijn drugshandel zouden kunnen bewijzen. Aan zijn moeder liet hij die nacht nog weten dat een lening van 200 euro niet meer hoefde. “Daar denkt die mens aan, op het ogenblik dat er een lichaam in zijn kapsalon ligt.”
Diepste messteken
Volgens de openbaar aanklager handelde Belarbi met voorbedachten rade, al erkende ze dat die beslissing pas tijdens de ruzie met het slachtoffer gemaakt werd. “Hij heeft de beslissing genomen om die ruzie te beëindigen door Alban te doden. Na elke messteek had meneer Belarbi kunnen beslissen om te stoppen. Als Alban ooit een echte bedreiging geweest was, dan was hij het niet meer op het moment dat hij na tien messteken op de grond lag.” Toch deelde de beschuldigde toen nog de diepste steken uit.
Tijdens het onderzoek beweerde de kapper steevast dat er sprake was van wettige zelfverdediging. Het openbaar ministerie merkte echter op dat Belarbi gewoon had kunnen wegvluchten of de politie had kunnen bellen. Zijn motief blijft wel onduidelijk. “Ik moet eerlijk zijn, ik weet het niet. Heeft het te maken met de aankoop van cocaïne? Ik denk het wel.” Demora dook die bewuste dag immers twee keer op aan het kapsalon. Telkens had een vriendin net ervoor gevraagd of hij een gram cocaïne kon regelen.
Straks komt de verdediging aan het woord.
Assisen Kappersmoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier