Aalmoezenier Antoon staat beschuldigden bij op assisen: “Dat bankje is de eenzaamste plek ter wereld”

(foto Belga) © KURT DESPLENTER BELGA
Laurens Kindt

De gelukkigste priester van het hele bisdom, zo noemt gevangenisaalmoezenier Antoon Vandeputte (65) zichzelf. “Mijn parochie zit vol, ik ben altijd welkom, ze hebben alle tijd om te praten en op vrijdag vragen ze of er wel plek zal zijn in de mis op zondag”, lacht hij. Maar op assisenprocessen staat hij ook de mensen bij die beschuldigd worden van de zwaarste feiten uit ons strafwetboek: doodslag en moord. “Dat beschuldigdenbankje is de eenzaamste plek ter wereld.”

De voorbije week boog het assisenhof in onze provincie zich over de zaak van Davy K., een 32-jarige man die zich diende te verantwoorden voor de moord op zijn ex-vriendin Sharon Gruwez. Een unieke zaak, omdat het de eerste keer in de Belgische geschiedenis was dat een zaak die begon als een banaal verkeersongeval uiteindelijk in de assisenzaal beslecht werd. Ook opmerkelijk was dat Davy K. het proces bijwoonde met een enkelband en dus elke avond weer naar huis mocht. Bij de meeste assisenprocessen zit de beschuldigde in de cel. In de gevangenis wordt hij, of zij, al op de eerste dag opgevangen door aalmoezenier Antoon Vandeputte of één van zijn collega’s. Zij blijven de beschuldigde volgen tot op het proces zelf en, als er een veroordeling volgt, vaak nog lang erna. “Die hele rit samen meemaken, schept een band”, zegt Antoon Vandeputte.

Je bent actief op afdeling Mannen 2 van de Brugse gevangenis. Daar zitten de kortgestraften en de mensen in voorhechtenis.

“Iedereen die binnenkomt, probeer ik eens te zien. Zeker de speciale situaties, zoals ik de mensen noem die zware feiten hebben gepleegd die al eens in de pers komen. Hoe reageert zo iemand? Is er een kans op suïcide? Zijn ze een gevaar voor anderen? Dan moet ik een inschatting maken. Die eerste gesprekken dienen vaak om mensen weer op hun voeten te zetten, om ze te laten landen. Zeker in het geval van mogelijke assisenfeiten zijn dat mensen die nog nooit een gevangenis van binnen gezien hebben. Mensen wiens plong is doorgeslagen. Die slapen de eerste week niet. Ze beseffen dat ze er lang gaan moeten zitten. Het eerste wat ik probeer, is het contact met de familie weer te herstellen. Als ze dan de eerste keer na hun arrestatie hun vader of moeder terugzien, ben ik er vaak bij. Dat zijn enorm beklijvende momenten. Ik heb altijd een doos zakdoeken bij.”

Je blijft die mensen opvolgen doorheen het hele traject richting assisenhof.

“Die spanning stijgt en daalt. In de eerste weken gebeurt er van alles: het onderzoek, bezoekjes van de advocaat, verhoren. Maar na verloop van tijd is het onderzoek klaar en is het wachten. Dan hoor ik ze vaak even niet meer. Dan willen ze mij soms niet zien want mijn hoofd doet hen aan de feiten denken. Anderen verlangen dat we niet veel meer over hun zaak zelf spreken. Tot de datum voor het proces bekend is, dan stijgt die spanning weer en kloppen ze weer aan. Ze worden nerveuzer en zouden elke dag met hun advocaat bellen. Op het proces is er altijd iemand van ons bij. In de assisenzaal vangen we de familie van de beschuldigde op. Die mensen hebben het ook vaak zwaar. Zet je daar maar eens in de zaal, als vader of moeder van. Je wordt met de nek aangekeken, alsof jij die feiten gepleegd hebt. Niet evident.”

Tijdens de pauzes ga je bij de beschuldigde in de cel. Wat gebeurt daar?

“Veel praten. En ik heb altijd sigaretten bij. Heel belangrijk! Meestal dienen die gesprekken om te ventileren, even stoom af te laten. Op een assisenproces fileren ze je als beschuldigde tot en met. Als zowel jij als het slachtoffer bijvoorbeeld elke avond drie pinten dronk, dan maken ze van jou een dronkaard en van het slachtoffer een sociale drinker. Als je op die stoel zit, krijg je al het vet op je kop. Het beschuldigdenbankje is de eenzaamste plek ter wereld. Ik bereid mijn gasten altijd voor op die roetsjbaan van emoties. Er gaan momenten komen dat alles er goed uitziet en er gaan momenten komen dat je denkt dat je levenslang gaat pakken, zeg ik hen. En die momenten volgen elkaar in razendsnel tempo op. Ik zeg hen ook altijd waar ik zit in de zaal. Dan weten ze mij te vinden voor een blik van herkenning want voor de rest kijken ze in een zaal vol vijanden.”

Op assisen is er altijd discussie over spijt. Betuig je ze, dan ben je een huichelaar. Betuig je ze niet, dan ben je een onmens.

“Het is een patstelling. Ik raad hen altijd aan om neutraal te blijven. Als ze niet taalvaardig zijn, sluiten ze zich best aan bij hun advocaat. Het is al gebeurd dat beschuldigden in hun laatste woord zo stuntelen dat ze de hele stelling van hun advocaat onderuit halen. Dat is niet altijd van dommigheid, maar soms ook gewoon van de spanning. Je kan niet meer nadenken. Die spanning is enorm. Ik zie ze soms wrikkelen op hun stoel als een getuige leugens vertelt. De waarheid is soms ver weg op assisen. Als hun eigen familie komt getuigen, zijn dat vaak emotionele momenten. Dat zijn de kansen om van die onmens weer een mens te maken. Velen vergeten dat de persoon die daar staat, vaak niet meer de persoon is die zoveel jaren geleden de feiten pleegde. Soms komen ze graatmager en bleek de gevangenis binnen en staan ze op hun proces als sportieve, gezonde tiep. Eigenlijk zou de jury de beelden moeten zien van het eerste verhoor.”

© Wim Opbrouck

Vergeving is nog zo’n thema. Zijn beschuldigden daarmee bezig?

“Sommigen wel. Ik heb geleerd dat, als er oogcontact mogelijk is tussen de familie van het slachtoffer en de dader, dat er dan veel mogelijk is. Ik ben ook al bij bemiddelingsgesprekken geweest tussen de twee partijen. Dat zijn heftige momenten. Kijk, een mens evolueert. Het is niet omdat je ooit erge feiten hebt gepleegd, dat je voor altijd een klootzak blijft. Veel daders zien ook af van de feiten. Je merkt dat, als het de verjaardag van de feiten is, dan slapen ze weer niet goed.”

Je zit ook bij de beschuldigde in die bange uren wanneer de jury zich terugtrekt om te beslissen.

“Dat kan uren duren. Heel bange momenten. Stille momenten ook. Koffie drinken, sigaretten roken en wachten, meer kan je niet doen. Maar ik heb het ook al meegemaakt dat we een hele avond zaten te kaarten. Manillen. Om er even niet te moeten aan denken. Tot de politie dan komt zeggen dat de jury beslist heeft. Dan zorg ik dat ik snel weg ben. Nadat het arrest dan voorgelezen is, kom ik vaak nog eens terug. Dan zijn de reacties heel divers. Sommigen zijn heel emotioneel, anderen eerder gelaten. Dat zijn de gevaarlijke. Ik haast me dan naar de gevangenis om hen daar op te vangen. Want een uur nadat het verdict gevallen is, zitten ze daar. Alleen in hun celletje, net veroordeeld tot een jarenlange celstraf. Die nacht slapen ze niet.”

Hebben lange gevangenisstraffen zin?

“De roep naar lange gevangenisstraffen begrijp ik niet. Ook het applaus dat soms weerklinkt na een assisenproces begrijp ik niet. Van de honderd gedetineerden zullen er 98 ooit weer vrijkomen. Maar we doen niets met die mensen! In de buitenwereld moet je zogezegd levenslang leren, in den bak is er amper iets. Ik ben nu iemand aan het begeleiden die 15 jaar heeft gezeten. Die weet niet wat hij ziet in de buitenwereld. De snelheid van het leven alleen al is enorm toegenomen. Sommige gedetineerden zijn dat ritme totaal niet meer gewend. Let op, een gevangenisstraf hééft zin. Als afschrikking, als time-out. Maar ze mag niet te lang duren want dan verliest ze haar waarde. Ik vergelijk dat altijd met een theezakje. Als je dat te kort of te lang laat trekken, dan is je thee niet meer te drinken. Zo is dat ook met gedetineerden.”