In het onderzoek naar een moord in Tielt hebben de gerechtspsychiaters vastgesteld dat de verdachte wel degelijk toerekeningsvatbaar zou zijn. Dat bevestigt zijn advocaat. Het blijft echter onduidelijk waarom Jarod D. (22) het slachtoffer met messteken om het leven zou hebben gebracht.
De hulpdiensten werden op zaterdag 6 maart 2021 rond 22.50 uur opgeroepen voor een steekpartij op de openbare weg in het centrum van Tielt. Leander Quintyn (32) werd even later zwaargewond aangetroffen in de Felix D’Hoopstraat. De dertiger werd in kritieke toestand afgevoerd naar het ziekenhuis, waar hij aan zijn verwondingen bezweek. Het Brugse parket vorderde een onderzoeksrechter voor moord, maar in eerste instantie konden geen verdachten gearresteerd worden.
Het onderzoek kende een doorbraak toen op 26 april 2021 een verdachte werd opgepakt. Jarod D. werd de volgende dag voorgeleid en aangehouden door de onderzoeksrechter. Tegenover de speurders legde de jongeman bekentenissen af, maar zijn motief blijft onduidelijk. Slachtoffer en dader kenden elkaar immers helemaal niet. Volgens de verdediging zouden de twee op het moment van de feiten ook niets gezegd hebben.
Geen geestesstoornis
Tot ergernis van de verdediging was het lang wachten op de bevindingen van de gerechtspsychiaters. Uit het voorverslag van de deskundigen blijkt volgens meester Randall Huysentruyt nu dat zijn cliënt niet aan een geestesstoornis zou lijden. De partijen krijgen wel nog de kans om opmerkingen op het verslag te formuleren. Daarna zou de zaak relatief snel naar het hof van assisen verwezen kunnen worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier