“Die man ging tekeer als een beest”: Jean (58) uit Alveringem slachtoffer van zwaar zinloos geweld
Bouwondernemer Jean Hoorne (58) uit de Kaatsspelstraat in Alveringem ligt in het ziekenhuis. Met een zware hersenschudding en schedelbreuk, een gebroken en verschoven oogkas, hechtingen over het hele gezicht en hoofd, plus kneuzingen over zijn ganse bovenlichaam. Vrijdagnacht werd hij zwaar toegetakeld door een jongeman die hij in de cafetaria van sportzaal Rethorica had ontmoet. “Ik dacht dat mijn laatste uur geslagen was.”
Jean Hoorne doet zijn verhaal vanuit het ziekenhuis, waar hij sinds vrijdagnacht verblijft. Het gezicht zwaar opgezwollen, zijn hoofd omzwachteld en beide ogen rood van het bloed. Maar hij praat honderduit. Over de nachtmerrie die hij vrijdagavond laat heeft doorstaan.
Sportzaal
“Ik woon sinds april 2023 in Alveringem”, vertelt Jean Hoorne. “De voorkant van mijn woning is de Kaatsspelstraat, mijn persoonlijke parking aan de achterkant is de Appelstraat. Ik was rond 22.10 uur de laatste klant van het Friethuis en dacht: ik ga nog iets drinken in de cafetaria van sportzaal Rethorica waar ook zaalvoetbal aan de gang was. Ik zette mij in het gezelschap van een groepje Alveringemse kennissen. Het was gezellig. Op een bepaald moment komt Alveringemnaar Wesley V. binnen met een gespierde en voor mij onbekende jongeman. Ik hoorde de onbekende man vertellen dat hij 22 jaar is en kickboxer. Zelf heb ik niet met hem gesproken. Wesley moest plots weg, zijn vriend bleef achter. Ik had gezien dat hij bij aankomst al redelijk beneveld was, maar hij dronk nog wat pinten. Ik gaf er voorts geen aandacht aan. Iets na middernacht wil ik vertrekken en vraag ik of hij thuis geraakt. Hij antwoordde dat hij in Nieuwpoort wilde raken. Waarop ik hem aanbood om bij mij thuis op de zetel te slapen. Ik woon immers maar op twee minuten van de Rethorica. “Je moet morgen dan maar een oplossing zoeken”, zei ik nog.
Hel
Jean Hoorne vertelt dat in die twee minuten durende autorit niets deed vermoeden dat een minuut later de hel zou losbarsten. “Ik parkeerde mijn auto in de Appelstraat en werkelijk uit het niets begon die man plots met zijn vuisten op mijn gezicht te slaan. Tien, twintig, dertig keer, … er kwam geen einde aan. Het was pikdonker, ik zag niets en mijn auto draaide nog. Ik probeerde wel, maar kon mij amper verdedigen. Op een gegeven moment is hij uitgestapt. Hij legde de zetel plat en begon me ook in mijn ribben en rechterflank te stampen en schoppen. En het was nog niet gedaan. Hij is mijn deur komen open doen en begon opnieuw te vechten. Met mijn laatste krachten ben ik er toch in geslaagd om de deur dicht te krijgen en mijn wagen te vergrendelen. Dat, samen met het feit dat mijn hond fel is beginnen blaffen en het alarm van mijn wagen begon af te gaan, is mijn redding geweest. Het helse lawaai – de man sloeg ondertussen ook onophoudelijk op mijn wagen – deed meerdere buren buiten komen. Zij belden de politie, maar vluchtten ook naar binnen omdat de man ook hen dreigde aan te vallen. Ondertussen ben ik zelf geruime tijd het bewustzijn verloren… Ik herinner mij dat de spoedarts op mijn raam klopte met de vraag of ik de wagen kon ontgrendelen. Ik kon amper zien, maar voelde overal bloed. Mijn rechter oor was quasi afgescheurd en ook mijn lederen jas was gescheurd. Om maar te zeggen: je moet daarvoor nogal te keer gaan. En dat terwijl ik zelf een man van 1,95 meter ben…”
Zware letsels
Jean Hoorne bekomt momenteel in het ziekenhuis van zijn zware uitwendige en inwendige letsels. “Mijn geheugen is goed”, zegt hij. “Dat is het enige positieve nieuws. Het medisch personeel was bijna drie uur aan het werk om mijn oor te redden. En morgen, woensdag, moet ik opnieuw onder het mes. Mijn oogkas is niet enkel gebroken, maar ook verschoven en moet gereconstrueerd worden. Dat wordt opnieuw pijnlijk. Door zware pijnstilling is de pijn nu draaglijk, maar de druk in mijn hoofd en gezicht is enorm. In het beste geval ben ik drie maanden werkonbekwaam, terwijl ik mijn werk zo graag doe. De dader zit in de gevangenis vertelde de politie mij zaterdag en ik hoop dat hij er de rest van zijn leven zit. Die gast is ziekelijk geschift. Terwijl hij me half dood sloeg, hoorde ik hem zingen. Of hij drugs genomen had, weet ik niet. Maar die man is een gevaar voor de maatschappij en ik neem het Wesley V. toch kwalijk dat hij met zo iemand uitgaat. Door mijn sterk karakter en mijn goede engelbewaarder zal ik dit te boven komen. Maar je wenst dit je ergste vijand niet toe.”
Wesley V.: “Ik ben niet bekend met de dader”
Wesley V. – de man waarvan sprake in dit artikel – liet intussen weten dat hij de jongeman niet kent. “Ik was vrijdagavond inderdaad in de cafetaria van sportzaal Rethorica, maar voor de rest heb ik met de dader niets te zien. Wij waren niet samen op stap en we zijn niet bevriend. Sterker, ik ken die gast ook niet. Ik vind het belangrijk om dit toch even te benadrukken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier