Drie mannen riskeren in beroep een zware bestraffing voor een reeks inbraken en diefstallen in de Oostendse haven. Het openbaar ministerie haalde zijn telraam boven en kwam tot straffen tot 91 maanden. “Wij spreken af om naar het voetbal te gaan, zij naar den diefstal!”
Op 12 februari werden in Oostende veertien palletten colablikken gestolen uit een vissersboot. Het voertuig van de daders bleek op naam te staan van de vader van Jordy D. (37) uit Snaaskerke. Bij huiszoekingen vonden de speurders niet alleen veel cola, maar ook werkmateriaal dat in de oude vismijn gestolen was.
In de opslagplaats van Oostendenaar Dwight V. (31) werden nog meer gestolen spullen aangetroffen. Ook bij Christophe D. (33) in Oostende ontdekten de speurders onder andere een gestolen boormachine en een slijpschijf. Ze hielden zich ook bezig met het kraken van automaten, bijvoorbeeld de jetonautomaat van een carwash in Oudenburg. Opmerkelijk want het drietal was op 1 maart 2019 al samen veroordeeld voor diefstallen.
Bendevorming
Voor de nieuwe reeks inbraken kreeg Christophe D. drie jaar, de twee anderen twee jaar. Maar het parket vond die straffen veel te licht. “Zoals wij – in precoronatijden – afspreken om te gaan eten of te snookeren, spreken zij af om te gaan stelen. Wij gaan naar het voetbal, zij naar den diefstal!”, klonk het cynisch bij procureur-generaal Peter De Smet die vervolgens zijn telraam boven haalde.
Hij berekende dat Jory D. met 12 diefstallen, 9 inbraakpogingen en vier pogingen tot diefstal recht had op 49 maanden cel. “Voor elke diefstal reken ik een maand, voor een diefstal met braak drie maanden en een poging tot diefstal opnieuw een maand. Daarnaast vraag ik zes maanden cel voor bendevorming. Op die manier kom ik aan 49 maanden.”
Voor Dwight V. werd dat op zijn telraam 73 maanden en voor Christophe D. kwam hij zelfs op liefst 91 maanden cel. Bij V. werden ook twee autobatterijen gevonden maar daarvoor werd hij vrijgesproken. “Die batterijen werden gestolen en twee gelijkaardige bij hem thuis gevonden. De ene spaart postzegels, de andere blijkbaar batterijen. Bij mij thuis zul je ook autobatterijen vinden, maar bij mij zitten ze wel in mijn auto!”
‘Overdreven’
Hun advocaten vonden de vordering van de procureur-generaal ferm overdreven. “Het zijn geen rovers. De gelegenheid maakte de dief. Bovendien viseerden ze geen woningen en gebruikten ze nooit geweld”, probeerden ze het hof tot mildheid te overtuigen.
“Ik voel de neiging om hier een streep onder te trekken en met een nieuwe lei te beginnen”, zei advocaat Kris Vincke. “Hij heeft door dat de speeltijd voorbij is”, pleitte de advocaat van Dwight V.
Uitspraak op 13 januari. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier