Keto voor zoetekauwen

Eén oog op de komende lentedagen en het andere op de koekjeskast? Wie er graag nog een kilootje afknijpt maar toch af en toe graag zondigt wie níét dus vindt soelaas bij lekkernijen op een keto-vriendelijke manier bereid.

Het keto-dieet is een low-carbdieet, met weinig koolhydraten dus. Daarom vind je in de meeste keto-dieetboeken geen brood, gebak of suikerrijke desserts. Maar ook wie een ketogeen dieet volgt, heeft natuurlijk wel eens zin in brood, pannenkoeken, een stuk pizza of quiche, een muffin, cupcake of een punt chocoladetaart. De oplossing ligt voor de hand: lekkernijen die op een keto-vriendelijke manier klaargemaakt worden, met glutenvrije, graanvrije, low-carb maar vezelrijke meelsoorten met een lage glykemische index, die de bloedsuiker maar langzaam doen stijgen.

Dit heb je nodig (voor 12 stuks):

3 grote eieren

1 theelepel bakolie, ghee of kokosolie, plus extra om in te bakken

1/2 theelepel vanille-extract

1 theelepel low-carb 1:1 zoetstof

1/4 theelepel kaneel (optioneel)

1/4 theelepel baksoda

1?8 theelepel zout

2 eetlepels (13 g) kokosmeel

Zo maak je het:

Klop de eieren, olie, vanille en zoetstof door elkaar.

Roer de kaneel, baksoda, het zout en kokosmeel door de natte ingrediënten. Laat het beslag een paar minuten rusten, zodat het kokosmeel het vocht kan absorberen en klop het nog een keer door tot het geen klontjes meer bevat.

Verwarm een koekenpan op een matig vuur en verhit er flink wat olie in (de hele bodem moet met een dun laagje bedekt zijn).

Schep per pannenkoekje ongeveer 1 eetlepel (11 g) beslag in de koekenpan (ze mogen elkaar niet raken). Bak ze op een laag vuur, zodat de onderkant niet donker wordt. Keer ze na een paar minuten om als de randen bruin beginnen te worden en je er eenvoudig een spatel onder kunt schuiven. Ze moeten waarschijnlijk wat langer bakken dan gewone pannenkoeken. Herhaal met de rest van het beslag; voeg als dat nodig is extra bakolie toe. Serveer ze warm.

Tip: Deze pannenkoekjes zijn net zo groot als zilveren dollars (dus aan de kleine kant) en je maakt ze door per stuk ongeveer één eetlepel beslag in de pan te laten vallen. Je kunt ze ook groter maken door twee eetlepels beslag te gebruiken en de pan te kantelen om het te verspreiden.

Dit heb je nodig (voor 10 truffels):

Voor de truffels

100 g pure chocolade (90% of meer cacaobestanddelen)

1 middelgrote avocado (150 g), gehalveerd, pit verwijderd en vruchtvlees uit de schil gelepeld

60 g kokosboter of santen

1 theelepel (5 ml) vanille-extract of 1/2 theelepel vanillepoeder

1/2 theelepel kaneel

snufje zout

paar druppels vloeibare stevia (naar smaak en optioneel)

1 eetlepel (14 g) macadamia- of avocado-olie, of een andere milde olie, voor het vormen van de truffels

Voor de coating

2 eetlepels (10 g) cacao, genoeg geroosterd amandelschaafsel en ongezoet kokosschaafsel om de truffels mee te bedekken

Zo maak je het:

Smelt de chocolade in een hittebestendige kom die op een pannetje met kokend water op een matig vuur staat (au bain-marie). Haal van het vuur en zet weg.

Meng in een foodprocessor de avocado, kokosboter, vanille, kaneel en het zout tot er een glad mengsel ontstaat.

Schenk, terwijl de machine draait, de gesmolten chocolade er langzaam bij en laat de machine draaien tot alles goed gemengd is. Voeg de stevia toe als je van zoetere truffels houdt. Schep het mengsel in een kom en zet het ongeveer 1 uur in de koelkast, of tot het gestold is.

Doop een (meloen)lepel in warm water en schep uit het afgekoelde chocolademengsel tien balletjes die ongeveer twee keer zo groot zijn als gewone truffels. Wrijf je handen licht in met macadamiaolie. Rol de balletjes tussen je handen tot mooie truffels.

Bedek de truffels meteen met een coating. Rol ze daarvoor door de cacao of het amandel- of kokosschaafsel. Zet ze minstens 15 minuten in de koelkast om hard te worden. Daarna kun je ze een week in de koelkast of drie maanden in de diepvriezer bewaren.

Dit heb je nodig (voor 8 bagels):

52 g kokosmeel

2 theelepels bakpoeder

340 g mozzarella

2 grote eieren

2 eetlepels (ca. 12 g) maanzaad, sesamzaad, zout of een andere bageltopping

Tip: Tijdens het maken van dit recept ontstaat er, in tegenstelling tot veel andere low-carbrecepten, een elastisch deeg waar je met de hand bagels van kunt vormen. Gebruik het liefst ongezouten, niet te vochtige en geraspte mozzarella.

Zo maak je het:

Verwarm de oven voor op 175 °C. Bekleed een bakplaat met een bakmat of bakpapier.

Klop in een kom het kokosmeel en de bakpoeder door elkaar.

Laat de kaas smelten in een grote magnetronschaal, zo’n 30 seconden op hoge stand.

Voeg het meelmengsel en de eieren toe aan de kaas en kneed het deeg met je handen (of gebruik een rubberen spatel). Vorm er een bal van en verdeel die in acht gelijke delen.

Rol elk deel uit tot een worstje van 20 cm lang en knijp de uiteinden aan elkaar vast zodat je een bagel hebt.

Strooi de bageltopping van je keus op een bord en druk de bagels erin. Of bestrijk de bovenkant van de bagels met gesmolten boter of losgeklopt ei en bestrooi met de topping.

Leg de bagels op de bakplaat met 5 cm tussenruimte en bak ze 15-20 minuten, of tot ze lichtbruin zijn.

Laat ze afkoelen. Je kunt de bagels een paar dagen in de koelkast of een paar maanden in de diepvriezer bewaren.

In Het keto-dieet: energiesnacks, zoet en hartig gebak vind je meer dan 80 recepten die keto-proof zijn, maar bovenal echte traktaties zijn, van pompoenbrood over kaneelmuffins tot truffels. Maar er wordt ook in uitgelegd waarom je een keto-dieet zou volgen, waarmee je rekening moet houden en hoe je het keto-koken aanpakt.

‘Het keto-dieet’, door Erica Kerwien en Martina Slajerova, Uitgeverij Manteau, 160 blz., 22,50 euro.