Het verleidelijke ritme van Belfast

Sandra Rosseel

Het Noord-Ierse Belfast is bij ons nog niet zo bekend als citytripstad, maar daar zou wel eens vlug verandering in kunnen komen nu de bekende reisgids ‘Lonely Planet’ de stad bejubelt. Een lofzang die oververdiend is, want Belfast is een stad vol verrassingen, verleidelijke hoekjes en muziek.

“Goeiemorgen, waar kom je vandaan? Uit België? Dan wil ik je eerst en vooral mijn verontschuldigingen aanbieden. Belfastians zijn de mooiste mannen ter wereld, dus ik kan er niets aan doen. Ik ben zo geboren.” De oudere gids op het uitkijkplatform in Victoria Square knipoogt en lacht zijn tanden bloot, vooraleer hij me vol enthousiasme de belangrijkste plaatsen in de Noord-Ierse stad aanwijst. De komende dagen zal ik ontdekken dat hij het schoolvoorbeeld van een Belfastian is: heel erg trots en heel erg zelfbewust, maar bovenal ook heel grappig én nieuwsgierig naar bezoekers uit het buitenland. Terwijl ik geniet van de vergezichten over de stad en de omliggende bergen, overstelpt hij me met kleine weetjes en tips. Hij wijst me de weg naar Belfast City Hall, waar een nieuwe tentoonstelling me meeneemt doorheen de bewogen geschiedenis van de stad. Ook een geleide rondleiding doorheen het iconische gebouw is een aanrader, vertelde mijn vriend van het uitkijkplatform mij, maar daarvoor ben ik vandaag helaas net te laat.

Stad vol muziek

Ik wandel opnieuw langs Victoria Square, een gloednieuw en peperduur winkelcentrum, naar Cathedral Quarter, het oude centrum van de stad dat ‘s nachts minstens even levendig is als overdag, met dank aan de talrijke pubs en restaurants. Al mag je je wel niet laten afschrikken door de bouncers die bij elke deur opgesteld staan: ze zien er indrukwekkend uit, maar zijn altijd in voor een babbel en zorgen er vooral voor dat het plezant blijft. Zelf stap ik binnen bij de Duke of York, waar Deirdre en Conor al zitten te wachten. De twee muzikanten van Réalta organiseren sinds kort The Belfast Traditional Music Trail, een tocht doorheen de stad waarbij je niet alleen pubs ontdekt, maar ook meer te weten komt over de traditionele Ierse muziek en instrumenten.

Het verleidelijke ritme van Belfast

Terwijl Conor en Deirdre enkele aanstekelijke deuntjes laten horen, kom ik ogen te kort. Het kleine zaaltje waar we zitten hangt vol artefacten die verwijzen naar Belfast en de geschiedenis van de stad. “Vintageaffiches zijn nu erg hip, maar dit zijn allemaal originele affiches”, weet Conor, die wellicht als enige pubbezoeker in Belfast geen bier maar water drinkt. “Dat is de schuld van dit instrument”, wijst hij naar zijn Ierse pijpen, een soort van doedelzak met één speelpijp en in tegenstelling tot andere doedelzakken ook drie begeleidingspijpen. Een wonderlijk instrument dat makkelijk 20.000 euro kost. “Je begrijpt dat ik liever nuchter blijf”, knipoogt Conor, vooraleer hij een nieuw deuntje start.

De volgende 2,5 uur vliegen de verhalen en legendes ons om de oren. We besluiten onze Trail in McHughs, waar we een demonstratie Ierse dans krijgen en ontdekken waarom de Ieren hun armen zo stijf houden als ze dansen. “Er was altijd zoveel volk, dat ze gewoon geen plaats hadden om met hun armen te bewegen”, beweert Deirdre. Voor we nog meer vragen kunnen stellen, trekt ze ons de dansvloer op. Tijd om te tonen wat we geleerd hebben…

Botanische tuinen

De volgende dag begin ik met een verfrissende wandeling naar Queen’s Quarter, de universiteitswijk van de stad waar je tal van kleine winkeltjes, kunstgaleries, cafés én koffiezaken vindt. Zelf ruil ik de gezellige drukte in de wijk in voor de rust van de Botanic Gardens, waar vooral het exotisch paviljoen in het oog springt. Op weg naar de rozentuin passeer ik ook langs het Ulster Museum, dat het verhaal vertelt van de inwoners van Noord-Ierland. Langs de oevers van de Lagan wandel ik terug naar het oude centrum van de stad, die met de Albert Clock haar eigen minitoren van Pisa heeft. “De klok werd gebouwd op oude zandbanken in de rivier, maar zakte na verloop van tijd een beetje weg”, vertelt Dee Morgan, een voormalig nachtclubuitbaatster die zich nu ontpopt heeft tot een enthousiaste gids. Ze neemt me mee naar het Oh Yeah!-muziekcentrum, waar jonge bands de kans krijgen om zich te ontplooien. “Muziek is heel belangrijk voor Belfast. En niet alleen de traditionele muziek, we hebben ook nu nog heel wat muzikanten op wie we heel trots zijn”, lacht ze.

In zowat elke pub wordt er live muziek gespeeld. Bij sessies zoals deze in de Duke of York kan iedereen gewoon beginnen meespelen.
In zowat elke pub wordt er live muziek gespeeld. Bij sessies zoals deze in de Duke of York kan iedereen gewoon beginnen meespelen.© nitb

“Van Morrison, The Undertones, Thin Lizzy, zelfs Snow Patrol is van Belfast”

Iets wat meteen bevestigd wordt op de Belfast City Music Tour, een bustocht langs de ontelbare muzikale locaties in de stad, van het geboortehuis van Van Morrison tot de Ulster Hall, waar The Clash in 1977 niet mocht optreden. “Dat verbod leidde tot de Battle of Belford Street, waarbij punkers en agenten het tegen elkaar opnamen. Een belangrijk moment voor de punkbeweging”, aldus gids Stuart, die gul met namen rondstrooit. Snow Patrol (al claimt ook het Schotse Glasgow die band, red.), Stiff Little Fingers, Therapy, Thin Lizzy… De anekdotes vliegen in het rond. En wie herinnert zich Ruby Murray nog, die in 1955 een wereldhit scoorde met Softly Softly en zelfs Frank Sinatra tot haar fans mocht rekenen?

Bewogen geschiedenis

De vele verhalen en grote namen maken indruk, maar stil word ik pas echt wanneer Dee vertelt waarom muziek zo belangrijk is voor Belfast. “Muziek hielp mij en heel wat andere mensen overleven tijdens The Troubles.” Een periode van eind de jaren 60 tot de ondertekening van het Goede Vrijdag-akkoord op 10 april 1998, waarin Unionisten die bij Groot-Brittannië wilden blijven en Nationalisten die wilden samensmelten met Ierland het tegen elkaar opnamen en Belfast in een ware oorlogszone veranderde. “Als kind dacht ik niet dat ik 15 jaar oud zou worden.”

“Op weg naar school, of gewoon als we buiten speelden, moesten we geregeld dekking zoeken omdat er opeens over en weer werd geschoten. Een vriendin van mij werd tijdens zo’n vuurgevecht geraakt door een kogel en overleefde het niet… Muziek is mijn redding geweest. Ik glipte het huis uit en ging naar optredens. Daar maakte het niet uit tot welke kant je behoorde, je genoot gewoon samen van de muziek.”

Het verleidelijke ritme van Belfast

“Belfast is niet alleen een stad vol muziek, maar ook een stad vol humor”

Iets wat Belfastians nu nog altijd doen, want in zowat elke pub wordt er live muziek gespeeld. Van traditionele muziek tot jazz, er is voor elk wat wils en elke inwoner van Belfast wijst je met plezier de weg naar zijn of haar favoriete stek. Maar vooraleer we ons opnieuw in het nachtleven storten, neemt Dee me mee naar de murals: de muurtekeningen die je overal in Belfast ziet en die vooral tijdens The Troubles belangrijk waren: de partijen gebruikten ze als propagandamiddelen. Ondertussen hebben heel wat grimmige murals plaats geruimd voor moderne en positievere exemplaren, maar toch blijft een bezoek aan Shankill Road en het nabijgelegen Falls Road indrukwekkend. Zeker als je de hekkens ziet waarmee sommige straten om 19 uur ‘s avonds nog altijd afgesloten worden, en dat na 20 jaar vrede. “Dat komt misschien vreemd over, maar voor ons is dat een traditie, een teken dat we om onze vrede geven. Wij willen nooit meer terug naar vroeger.” En dat blijkt ook uit het nieuwe gerechtsgebouw. Terwijl het oude gerechtshof een gesloten gebouw was, omringd door een metershoge muur om het te beschermen tegen bomaanslagen, is het nieuwe exemplaar er een uit glas.

PRAKTISCH

Het verleidelijke ritme van Belfast

Belfast is het vlotst te bereiken via Dublin: vanuit de Ierse hoofdstad vertrekken bussen naar Belfast. Die busrit duurt ongeveer twee uur.

Meer informatie over Belfast, Noord-Ierland en Ierland vind je op www.ireland.com, www.tourismni.com en www.visitbelfast.com.

Wij sliepen in het Malmaison Hotel, een hotel dat er prat op gaat dat het de grootste bedden van Noord-Ierland heeft. Het hotel heeft trouwens ook een uitstekend restaurant.

Belfastians zijn bon vivants en weten wat lekker eten is. Wij genoten van het sharing-concept in Babel at Bullitt en van de meer klassieke keuken in Hadskis. Onze favoriet was echter Bull & Ram, een gloednieuw restaurant dat vooral werkt met lokale producten. Probeer er zeker Glenarm Shorthorn beef, dry-aged in himalayazout. Een awardwinnende biefstuk van Noord-Ierlands bekendste slager Peter Hannan en met voorsprong de beste die wij ooit al gegeten hebben.

Hoor je de term ‘crack’ vallen, denk dan niet dat ze het over drugs hebben. Het is een typische uitdrukking waarmee de Belfastians aanduiden dat iets geweldig, fenomenaal, grappig of superleuk is. Zelfs schrijven ze het trouwens als craic. Andere uitdrukkingen die je vaak zult horen: wee (een klein beetje), grand (fantastisch) en slàinte (santé).

Een dagje naar de Giant’s Causeway

Het verleidelijke ritme van Belfast

Je reis naar Belfast kan je nog onvergetelijker maken door ook een bezoek aan de Giant’s Causeway in te plannen. Reusachtige, mysterieuze rotsformaties aan de Noord-Ierse kust, goed voor heel wat legendes en verhalen én voor prachtige landschappen, die samen met Belfast door reisgids Lonely Planet werden uitgeroepen tot dé beste regio ter wereld om in 2018 te bezoeken.

Volgens de legende werd dit wandelpad ooit gebouwd door de Ierse reus Finn McCool, die zo de oversteek naar Schotland wou maken… De gigantische laars op het strand, het orgel dat hij bouwde voor zijn muzikale zoon Oisín… In de Giant’s Causeway Visitor Experience ontdek je alle verhalen over dit Unesco Werelderfgoed.

De Giant’s Causeway ligt op goed anderhalf uur rijden van Belfast, maar als je de tijd hebt, kies dan voor de Causeway Coastal Route. Een adembenemend mooie route langs de kust, die je langs kastelen en de bekende touwbrug Carrick A Rede brengt.

Zowel voor de Giant’s Causeway Visitor Experience als Carrick A Rede koop je best je tickets vooraf.

Meer info en tickets: www.giantscausewaytickets.com en www.nationaltrust.org.uk/carrick-a-rede

Titanic

Overal in de stad wordt trouwens gebouwd en gerenoveerd. Aan de overkant van de Lagan is Titanic Quarter daar het beste voorbeeld van. Bij de scheepswerven waar ooit onder meer de Titanic werd gebouwd, verrijst een nieuw stadsdeel, met als blikvanger Titanic Belfast. Het interactieve museum is een echte aanrader, en vertelt niet alleen het verhaal van het bekende schip, maar toont je ook het leven op de scheepswerven en hoe die Belfast mee grootgemaakt hebben. Het oog voor detail waarmee het museum werd gebouwd, is indrukwekkend. Zo staan de banken buiten opgesteld in de morsecode waarmee de Titanic om hulp vroeg… En omdat we maar niet genoeg krijgen van dit prachtige stukje geschiedenis, neemt Dee ons mee naar de bar van het nabijgelegen Titanic Hotel. In die ruimte kregen de plannen voor de Titanic vorm. Terwijl we er van heerlijke fish and chips genieten, bewonderen we de prachtige maquette van de vervloekte boot. En verbazen we ons over de prijzen op de menukaart: dit is een plaats waar je vooral komt als je iets bijzonders te vieren hebt.

Terug in Cathedral Quarter stelt Dee me voor aan Terri Hooley, bekend als de godfather of punk en dat terwijl hij zelf geen muzikant is. Terri was de oprichter van de Good Vibrations-platenwinkel, bleef ten tijde van The Troubles op gevaar van eigen leven optredens organiseren en werd zo min of meer per ongeluk de manager van de bekende Noord-Ierse punkband The Undertones. Hoewel hij een levende legende is en zijn leven zelfs verfilmd werd in Good Vibrations, houdt hij ervan om mensen door zijn Belfast te gidsen. Bij elke stap die we zetten, dist hij een nieuw verhaal op, het ene nog straffer dan het andere, tot een fikse regenbui ons een pub en de Guinness injaagt.

Stad vol humor

Na een memorabele avond, waarbij we in een pub een aantal acteurs van de in Belfast opgenomen serie Games of Thrones tegen het lijf liepen, sluit ik mijn verblijf af met een bezoek aan St. Georges Market, een overdekte markt waar je op zaterdag naast heel wat voedingswaren ook geschenkjes kan kopen. Het is gezellig rondkuieren op de markt, waar, hoe kan het ook anders in deze stad, een liveband de deuntjes aan elkaar speelt. Terwijl ik proef van enkele lokale zoetigheden en luister naar de muziek, bewonder ik ook de grappige namen die de marktkramers aan hun standjes gegeven hebben. Belfast is niet alleen een stad vol muziek, maar ook een stad vol humor.

PRAKTISCH

Het verleidelijke ritme van Belfast

Belfast is het vlotst te bereiken via Dublin: vanuit de Ierse hoofdstad vertrekken bussen naar Belfast. Die busrit duurt ongeveer twee uur.

Meer informatie over Belfast, Noord-Ierland en Ierland vind je op www.ireland.com, www.tourismni.com en www.visitbelfast.com.

Wij sliepen in het Malmaison Hotel, een hotel dat er prat op gaat dat het de grootste bedden van Noord-Ierland heeft. Het hotel heeft trouwens ook een uitstekend restaurant.

Belfastians zijn bon vivants en weten wat lekker eten is. Wij genoten van het sharing-concept in Babel at Bullitt en van de meer klassieke keuken in Hadskis. Onze favoriet was echter Bull & Ram, een gloednieuw restaurant dat vooral werkt met lokale producten. Probeer er zeker Glenarm Shorthorn beef, dry-aged in himalayazout. Een awardwinnende biefstuk van Noord-Ierlands bekendste slager Peter Hannan en met voorsprong de beste die wij ooit al gegeten hebben.

Hoor je de term ‘crack’ vallen, denk dan niet dat ze het over drugs hebben. Het is een typische uitdrukking waarmee de Belfastians aanduiden dat iets geweldig, fenomenaal, grappig of superleuk is. Zelfs schrijven ze het trouwens als craic. Andere uitdrukkingen die je vaak zult horen: wee (een klein beetje), grand (fantastisch) en slàinte (santé).