Binnenkijken bij illustrator Greet Bosschaert: wonen en werken in wonderland

In mei laat de Brugse illustrator Greet Bosschaert ook het publiek een kijkje nemen in haar woning en tekenatelier. © Ian Van Landuyt Ian Van Landuyt
Nancy Boerjan

Greet Bosschaert tekent al ruim twintig jaar wonderlijke en kleurrijke illustraties bij verhalen voor kinderen. Tekeningen die zich langs potloden, penselen en scharen een weg banen naar het papier. In mei toont ze een selectie daaruit in haar eigen woning in hartje Brugge. Een woning die net als haar tekeningen groeide vanuit een hoofd vol fantasie en een warm hart.

Spierwit en knalblauw: de gevelkleuren van het voormalige hotelgebouw aan de Brugse Sint-Annarei laten al vermoeden dat zich ook daarachter een kleurrijke wereld schuilhoudt. Het gebouw werd ingedeeld in verschillende appartementen, waarvan twee op de benedenverdieping. Een gang, waarlangs al een eerste luik van Greets tentoonstelling te zien is, leidt ons dieper het gebouw in en mondt uit in een grote kamer waar daglicht vrij spel heeft, en Greet woont en werkt. Met zicht op een charmant stadstuintje, zo eentje waar mos en gras elkaar nog de ruimte gunnen, oude bomen voorzichtig tegen de ommuring leunen, vogels drinken uit een theekopje opgehangen aan een ketting, en de bewoonster een vijvertje graaft voor de kikkers die onverwacht bij haar op bezoek komen. Greets idee om kinderboeken te illustreren kiemde toen ze als kind Alice in Wonderland in handen kreeg. Vandaag woont en werkt ze zo’n beetje in haar eigen wonderland.

Licht en kleur in huis

Greet woont haar hele leven al in de schaduw van de Sint-Annakerk. Als kind om de hoek, in het ouderlijk huis waar vader en kunstenaar Renaat Bosschaert zijn atelier had. En sinds 2007 waar we haar vandaag ontmoeten. “Het huis was in goeie staat, ik kon er zo intrekken. Al was het interieur de jaren voordien verwaarloosd en enigszins geteisterd door een schouwbrandje. Ik aarzelde geen moment en besloot het pand te huren. Sindsdien werk ik gestaag aan de vernieuwing van het interieur. Ik schilderde de muren in heldere wittinten. En toen ik op een dag langs een oude behangwinkel fietste, zag ik in de etalage een rol met een bijzondere, kleurrijke print. Die wás het gewoon!”, vertelt Greet. Het behang zet nu enkele muren in de woonkamer subtiel in kleur.

Van de hoek in de woonkamer waar ze werkt en tekent, wilde ze dan weer een uitgesproken luchtige en zonnige plek maken: “Daar kwam dus een zachtgeel behang aan de muur”, zegt Greet, die er ook plezier in schept alle muren zelf te schilderen en te behangen. “Ik moest daarvan een extra rol kopen, omdat ik een klein stukje tekortkwam. Wat me dan weer op het idee bracht om de rest van de rol te besteden aan de tegenoverliggende muur onder de trap. Het breekt het wit van de trap, en vormt opnieuw een mooie achtergrond voor een van mijn tekeningen.” De anekdote onderstreept hoe Greet te werk gaat: intuïtief, zonder duidelijk vooropgesteld doel. Het ene idee leidt naar het volgende. “In mijn hoofd ben ik constant bezig met wat ik rond me zie, met kleuren en vormen, en wat ik daarmee zou kunnen doen. Een toevallige kleurencombinatie, een materiaal dat me bevalt… Dan begin ik meteen na te denken hoe ik die kan toepassen, in mijn tekeningen maar ook in mijn woning dus.” Op die manier ontvouwde het interieur zich door de jaren heen. En is Greet blij dat ze het vandaag ‘afgewerkt’ kan noemen.

De liefde voor streepjes

Niet dat ze ooit een modelwoning voor ogen had, integendeel. Kaarsrecht en afgelikt is niets voor haar. Oude elementen zoals de hoge salondeuren heeft ze behouden, ze herinneren aan het leven dat zich hier vroeger afspeelde. “Ik hou er ook wel van om in een woning voort te bouwen op elementen die er al zijn. Om die een nieuwe bestemming te geven, of gewoon te behouden om hun charme.” Die denkwijze vertaalt zich ook in haar meubelen. Het prachtige, glad gepolijste blad in rubberhout voor de tafel liet ze op maat maken, door houtkunstenaar en vriend Yves Obyn. Het rust op het onderstel van een tafel die ze ooit bij een warenhuisketen kocht. Hetzelfde hout omvat ook een paar kastjes – “goedkoop, maar praktisch” – die op die manier een fraaiere aanblik krijgen, en de bar waarachter zich een klein keukentje bevindt. “Die keuken hoeft ook niet groter te zijn, ik kook nu eenmaal niet graag”, licht ze toe.

1/5

2/5

3/5

4/5

5/5

1/5

2/5

3/5

4/5

5/5

De woonruimte verraadde al Greets voorkeur voor streepjes, ze komen terug op lampenkapjes en in kussens. Maar boven leefde ze zich pas helemaal uit. De slaapkamermuur kreeg een blauw-wit strepenpatroon, als om te ontwaken in strandhuisjessfeer. Een patroon dat zich in lichtroze versie herhaalt in de aanpalende badkamer en in het zachtgroen in de bergruimte daar tegenover. Maar in de slaapkamer vangt vooral het werk waarin Greet haar eigen tekeningen liet samenvloeien met afdrukken die ze maakte met de houtgravures van haar vader, alle aandacht.

Greets huisje is niet groot, en toch kom je er ogen tekort. Er staat veel, al houdt Greet wel van een zekere orde in die veelheid. “Mijn moeder hield er ook van om het thuis gezellig te maken, met mooie bordjes, schaaltjes, alles wat ze decoratief vond. En dat heb ik van haar overgenomen. Wat ik mooi vind, of wat me raakt, krijgt een plekje in huis. Maar dan zo dat het plaatje wel klopt.” De nep-opgezette uil op grootvaders oude kastje, de vitrine met serviesgoed, de gezellige zithoek vol kussens bij de boekenkast, de ladenkastjes die ze schilderde met de restjes van de muurverf en waarvan elke lade een letter kreeg een letter die klopt met wat erin zit, bij de L zit de lijm -, de schouwmantel met het Mariabeeld uit de ouderlijke woning… “Van toen ik hier voor het eerst een voet binnenzette en die schouw zag, leek het wel alsof dat beeld ervoor gemaakt was. Alsof ik hier móést komen wonen”, lacht ze.

Binnenkijken bij Greet

En als het van Greet afhangt, blijft ze hier ook altijd wonen. En werken. Dat werk, en de evolutie ervan doorheen dik twintig jaar, kan iedereen komen bekijken in de loop van mei. “Nu ik alles eens op een rijtje zet voor de tentoonstelling, sta ik eigenlijk zelf versteld van de weg die ik heb afgelegd”, vertelt ze. “En ik ontdek nog altijd nieuwe technieken en materialen. Zo werk ik sinds kort met een nieuwe Japanse acrylverf, die uitgesproken kleurpigmenten bevat en waarmee ik meerdere verflagen op elkaar kan stapelen. Bovendien spoorde mijn uitgever me ertoe aan om de strakheid waarmee ik altijd tekende wat los te laten. Dat had ik eerder niet gedurfd, maar nu ik het toch doe, krijg ik ook daar heel enthousiaste reacties op. Op die manier illustreer ik momenteel een boek met een sinterklaasverhaal, geschreven door cabaretier en acteur Walter Baele, dat later dit jaar wordt uitgegeven. Voor mij is het illustreren van kinderboeken ook na al die jaren de mooiste job die ik me kan voorstellen”, klinkt het.


Open atelier bij Greet Bosschaert, Sint-Annarei 10/2 in Brugge van donderdag 18 tot en met zondag 21 mei, van donderdag 25 tot en met zondag 28 mei en van donderdag 1 tot en met zondag 4 juni, telkens van 11 tot 18 uur. Info op greet.bosschaert@telenet.be.

Wie is Greet Bosschaert?

• Greet Bosschaert (58) groeide op in Brugge waar ze nog altijd woont; ze is een dochter van kunstenaar Renaat Bosschaert.

• Ze studeerde sierkunsten en regentaat plastische kunsten. Maar haar oude droom om kinderboeken te illustreren bracht haar nadien toch ook nog bij een opleiding als illustrator bij Syntra West, waar ze onder meer les kreeg van Klaas Verplancke.

• Meteen daarna, in 1999, kon ze aan de slag bij uitgeverij Clavis. Sindsdien illustreerde ze meer dan 50 kinderboeken. Ze geeft ook lezingen en werkt deeltijds in de woordenwinkel Symposion in Brugge.