Antiquair Paul De Grande: “Dat ultieme moment van tevredenheid”

Nancy Boerjan

Luxe? Ja, wat betekent luxe…? Volgens antiquair Paul De Grande is dat voor iedereen iets anders. “Maar al te dikwijls denken mensen onterecht dat luxe gelijkstaat aan veel geld hebben en dure spullen kunnen kopen”, vindt hij. Voor hem valt luxe nog het best samen te vatten als een onverwachte ontdekking of ontmoeting. En als daar dan winst uit voortvloeit, kan hij die niet laten liggen natuurlijk.

De regen van de voorbije weken kleurt de omgeving van het kasteel van Snellegem waar Paul De Grande al 48 jaar woont diepgroen. Het pad dat naar de ingang ervan leidt, ligt bezaaid met kastanjes. Twee mannen laden meubelen in een bestelwagen. En wij hebben amper een voet over de drempel gezet of Paul is al vertrokken: van de zolder tot de kelder volgen we hem langs de duizenden sierobjecten die hij hier heeft opgeslagen, wachtend op een nieuwe eigenaar. Niets is niet te koop. Zelfs in de vertrekken waar hij samen met zijn vriendin Olga en zijn zoon woont, draagt alles een prijskaartje. “Niets blijft hier voor altijd staan. Mijn interieur verandert voortdurend. Daar hebben zeker al vijftig andere wandtapijten gehangen”, wijst hij naar de muur. Hij troont ons mee naar zijn bureau waar veilingcatalogussen deels de vloer vullen “dat zou allemaal eens geklasseerd moeten geraken” en naar een tweede woonruimte waar het daglicht binnenstroomt door grote ramen en die uitkijkt op de door bos omzoomde vijver. Hij zwaait een deur open die een riante gastenkamer onthult: “Fantastisch toch, zo’n vriendenkamer! Ge zijt hier trouwens vriend als ge drie stuks koopt.” Hij lacht. Het bad dat er staat, blijkt een sculptuur van Isidoor Godderis te zijn. “Ge kent die toch? De kunstenaar uit Roeselare?” Ik kan gelukkig zonder liegen ja knikken.

Mensen verbinden mij altijd aan geld, maar dat was nooit mijn drijfveer

Paul is vergroeid met zijn kasteel. Zeventig is hij intussen, “maar ik mag er niet aan denken hier ooit weg te moeten”. En als hij er toch aan moet denken: er is interesse, ja. Maar als het van hem afhangt, blijft hij hier nog wel even. Hij maakt nog plannen zelfs. De antieksector is veel veranderd de voorbije jaren, hij wil dringend moderniseren. Alle objecten die hier bijeen staan zouden gefotografeerd moeten worden, om ze online aan te kunnen bieden. Online is de toekomst, of eigenlijk al vandaag. Maar begin er maar aan. Hij is er volop mee bezig, maar gemakkelijk is het allemaal niet. Dat corona de Britten en Amerikanen die zo graag tot bij hem kwamen, momenteel weghoudt, maakt het er ook niet eenvoudiger op. “Ik richt me nu hoofdzakelijk op kopers uit eigen land, vandaar ook mijn tweede toonzaal in Zeebrugge, maar dat is een publiek dat ik minder gewend ben.” Paul zucht. “Maar jullie komen hier om over luxe te praten, was het niet? Tja, luxe… Wat is luxe, hé?”

Antiquair Paul De Grande:

Hij zal het nog een paar keer herhalen doorheen ons gesprek. Hij denkt daar allemaal niet zo hard over na, zegt hij. Hij is niet zo’n denker. Een doener, dat wel. Het verhaal is bekend: op zijn vijftiende begon hij oude objecten op te kopen om opnieuw door te verkopen. School was toch niet aan hem besteed. Hij had al gauw door dat er in het buitenland veel moois en vooral waardevols te rapen viel. Hij ging het overal zelf ophalen, bouwde expertise op en een netwerk van handelaars bij wie hij veel vertrouwen genoot. En verdiende geld, veel geld.

Was geld verdienen hét doel voor kleine Paul?

“Mensen verbinden mij altijd aan geld, maar dat is niet terecht. Geld was nooit mijn drijfveer. Ik was oprecht geïnteresseerd in die tinnen potten en kannen waarmee ik begon. Ik wilde daar meer over weten, en mijn kennis groeide snel.”

“Ik maakte helemaal geen grote winsten, maar doordat ik zo enorm veel kocht en verkocht stapelde mijn winst wel op. Ik stopte in die jaren gewoon niet: reizen, kopen, verkopen, opnieuw reizen… Ik had zelfs geen tijd om het geld dat ik verdiende, te verteren.”

Antiquair Paul De Grande:

Wat maakte van jou een betere antiquair dan anderen? Slimmer dan de rest? Een betere showman?

“Wat is slim? Wat me interesseert, blijft me bij. En ik heb nooit talen geleerd, maar spreek ze toch allemaal een beetje. Ziet ge? En show? Maar neen. Ik verkocht mijn artikelen voor een juiste prijs. En wie aan mij kocht, wist dat hij er op zijn beurt iets aan zou verdienen. Meer was en is er niet aan.”

Op je 21ste reed je wel al rond in een Bentley, drie jaar later kocht je dit kasteel… Het ging hard. En dat toonde je ook.

“Ik vond dat tof, ja. Op mijn reizen naar Engeland zag ik fantastische auto’s rijden, een compleet nieuwe wereld was dat voor mij. Dus van zodra ik het geld er voor had, kocht ik er mij ook zo een. Het was er mij niet om te doen om met die wagen te pronken zelfs. Want dat is snobisme, en daar hou ik niet van. Ik voelde mij gewoon enorm goed als ik daarin rondreed.”

Een gevoel van luxe?

“Is dat luxe? Kijk, ik wilde destijds graag een B-nummerplaat. Die hadden alleen eigenaars van de allereerste auto’s en voorts ook politici en edellieden. En in die tijd kon je zo’n nummerplaat niet kopen zoals nu. Maar toen ik in 1987 in een zwaar auto-ongeluk betrokken geraakte, kreeg ik in het ziekenhuis een envelop met daarin de nummerplaat die ik zo graag wilde. Iemand had die voor me geregeld bij wijze van herstelgeschenk. Velen zullen dat luxe noemen, maar ik zie dat niet zo: ik was daar gewoon intens gelukkig mee.”

“Of nog: ik rook graag dure sigaren. Luxe? Als ik zie hoe iedereen in de sigarenclub waar ik deel van uitmaak met die sigaren omgaat, er alles over weet, ervan geniet… Wel misschien is dat inderdaad échte luxe: het streven naar een ultiem moment van tevredenheid. En dat kunnen delen met mensen die je graag om je heen hebt.”

Antiquair Paul De Grande:

Je moet de sigaren wel kunnen betalen.

“Dure sigaren roken als je die niet kunt betalen, moet je niet doen. Luxe houdt ook in dat je moet kunnen wachten tot het moment rijp is. Iets echt graag willen maar het nog niet binnen bereik hebben: de aanloop ernaartoe noem ik ook een tijd van luxe.”

De jacht is mooier dan de vangst?

“Zo is dat.”

Heb je opofferingen gemaakt om iets te krijgen wat je wilde?

“Opofferingen zijn iets voor mensen die denken. Dus niets voor mij. (lacht) Ik heb natuurlijk wel dingen

gedaan waarvan ik nadien dacht dat ik ze beter niet had gedaan. Ik kocht ooit een boot. Geen idee waarom, dat had ik nooit moeten doen.”

“Ik heb ook een vakantiehuis in Zuid-Frankrijk. Gekocht met mijn toenmalige vriendin die het volledig inrichtte. Maar na een paar jaar gingen we uit elkaar en sindsdien vind ik er mijn draai niet meer. Als ik er ben, bedenk ik van alles om zo gauw mogelijk weer te ontsnappen. Beklaag ik me die aankopen? Neen. Maar ik klamp me er ook niet aan vast. Dus dan verkoop ik die weer en ga op zoek naar iets wat op dat moment meer mijn gedacht is.”

Het luxegevoel delen is ook belangrijk, zeg je?

“Absoluut. Samen zijn met mensen met wie het klikt, voelen dat een ander je apprecieert: dat noem ik ook luxe. Niet alleen met je vrienden, maar met iedereen met wie je een prettige ontmoeting beleeft. Iemand toevallig ontmoeten in Buenos Aires, die op dezelfde manier over antiek denkt als ik: mooi moment…”

“Sinds ik op televisie te zien was, komen er vaak mensen zomaar naar me toe. Ze spreken me aan, willen een selfie met me… Vervelend? Maar neen! Ik vind die aandacht prettig. Een mooi plekje in een restaurant krijgen omdat je herkend wordt, dat is toch plezant?”

De dagen kunnen nemen zoals ze zich aandienen, dat is luxe

Toch was er een moment waarop je de dure auto’s liet voor wat ze zijn. Zat het ongeluk daar voor iets tussen?

“Het heeft zeker een invloed gehad op mijn leven. Maar dan eerder in de zin dat ik mijn werk, nadat ik zes maanden volledig out was, toch enigszins door een andere bril ben gaan bekijken. Voordien bestond mijn leven louter uit werken. Ik strikte mijn veters in de lift op weg naar buiten, want dan won ik alweer een paar seconden. Nadien ben ik gekalmeerd. Er volgde ook een scheiding in die periode… Ja, hoe gaat dat allemaal? Kijk, nu doe je me tóch nadenken!” (lacht)

Antiquair Paul De Grande:

Wat betekent luxe dan vandaag voor jou?

“De dagen kunnen nemen zoals ze zich aandienen. Vanavond samen met Olga en met mijn zoon als hij terug is van school gezellig iets eten. Olga kookt goed. Ze is afkomstig uit Siberië, een heel lekkere keuken hebben ze daar. Of als we daar toch geen zin in hebben, alsnog een restaurant zoeken. Of als er plots iemand belt uit Limburg die zegt mooie stukken in huis te hebben: in mijn auto springen en daarheen rijden. Goed mogelijk dat het niets waard blijkt te zijn, maar het zou ook kunnen dat ik een mooie ontdekking doe. En daar gaat het voor mij om. Niet om de winst, maar om het geluk van de ontdekking op zich.”

Dat zwaar accident heeft zeker invloed gehad op mijn leven

“Jaren geleden was ik met mijn vrouw en dochters op vakantie. Daar kwamen vrienden op bezoek en ik toonde hen het huis. Terwijl we op het balkon achteraan stonden, een plek waar ik zelf pas voor het eerst kwam, passeerde er een Volvo Estate met een Vlaams renaissancemeubel op het dak ervan gebonden. Mijn specialiteit! Natuurlijk ging ik er achteraan, en heb ik het gekocht. Zo’n ongelooflijke ontdekking is… luxe.”

Is Olga ook zo’n ontdekking?

(lacht) “Ik onderhoud goeie banden met de moeder van mijn zoon en latere vriendinnen. Maar na een tijd doven de gevoelens en dan is zo’n relatie voor mij voorbij. Dan moet ik weg. Olga was op zoek naar werk na haar scheiding. Ze solliciteerde hier, een mooie verschijning, en plots zaten we met onze neuzen tegen elkaar. Oei, dacht ik nog, hoe is dat kunnen gebeuren?”


Laat me raden: geen denker, wel een doener.

Wie is Paul De Grande?

Paul De Grande (71) werd geboren in Brugge. In 1965 begon hij antiek te verkopen. Hij specialiseerde zich in objecten en meubelen uit de 16de tot 19de eeuw.

In 1974 kocht hij het kasteel van Snellegem waar hij nog altijd woont, samen met Olga, sinds een jaar zijn vriendin. Hij heeft een zoon en twee dochters.

Hij werd bekend bij het grote publiek door zijn deelname aan het Vier-programma Stukken van mensen. Het zesde seizoen daarvan komt volgend voorjaar op televisie.