Herman van Veen brengt een eigen ode ‘Vrijplaats’ aan ‘zijn Stadsschouwburg’ in Brugge’
Op zondag 25 september treedt Herman van Veen voor de eerste keer op in het Concertgebouw van Brugge. Herman heeft een sterke band met Brugge én vooral met de Stadsschouwburg, waar hij al tientallen keren optrad. Omdat deze zaal niet meer vrij was, wijkt Herman voor versie 2 van zijn verjaardagsvoorstelling één keer uit naar het Concertgebouw, bekend voor zijn heel goede akoestiek.
“Mijn voorvaderen van moederskant kwamen uit Noord-West Frankrijk. Zij waren Hugenoten (Huis der Genooten, de vogelvrije aanhangers van het Calvinisme). Zij vluchtten voor de rooms-katholieken naar de republiek der zeven verenigde Nederlanden, waar zij zich vestigden rondom de universiteitsstad Leiden”, vertelt Herman. “Het waren metselaars en lakenmakers. Het is – denk ik soms – daarom dat ik me in dat vlakke Noordfranse-Vlaamse land zo op mijn gemak voel. Dat ik in die streken ooit mijn Waalse bruid vond. Van de opaalkust tot aan het zand in Knokke; de Westerwind voelt me vertrouwd. Als ik in mijn jonge jaren de zinnen van mijn tweetalige broeder in het lied, Jacques Brel zong dan zong ik in zekere zin ook over iets wezenlijks in mij. Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen en witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruinen, wanneer de norse vloed beukt op het zwart bazalt en over dijk en duin de grijze nevel valt, wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn en natte westewinden gieren van venijn, dan vecht mijn land, mijn vlakke land. Kortijk, Oostende, Brugge, Gent, Waregem, Roeselare, Ieper, Knokke, ik kom er driekwart van mijn leven lang al zingen. Mij de liefste van de zalen daar is die Schouwburg van Brugge. Ik schreef voor haar, want dat is zij, ooit een ode.
Vrijplaats
Wat hier aan zwanen is gestorven, aan zinnen is verzet,
aan harten, botten en beloftes, taboes gebroken werd.
Wat hier door deuren van karton is op en af gegaan,
wat hier werd uitgefloten, met taarten werd gesmeten
en plankenkoorts is volgescheten.
Wat hier met houten zwaard om dromen uitgevochten werd,
aan open doekjes is gehesen, aan pruiken af en petten op gezet.
Wat hier is toegegift, met pathos volstrekt belachelijk gemaakt,
door spot vervolgd aan naam en tekst is kwijtgeraakt.
Wat hier is afgegaapt, gekucht, verveeld,
wat hier in sterrenstof te barsten is gelachen aan schande is verbeeld.
Hier leeft de andere kant van het besef.
Hier heeft het zinneloze zin, hier is het vierkant rond,
de munt de kop, het eind begin.
Hier scheppen dwazen chaos in de orde.
Heerst verdeeld dictator zot,
vallen carrières als kometen.
Hier gelooft geen ene hond, of wil van wanten weten.
Hier tovert uit zijn mouw, het konijn een goochelaar
en neukt de iman met de rabijn en kardinaal.
Hier hyperventileert de prima-donna een aria in fa.
Hier declameert magere hein.
Hier voert de stomme woord en kan de stokste dove kwartel horen.
Hier is de man wat hij niet weet en kruipt het slangenmens behendig
in zijn eigen reet.
Hier is de horizon balkon, hier galmt de kale bariton,
op vriendelijk verzoek van liefde toekomst en vergeven.
Stilte
applaus
en doek.
“Het voelt dan ook wat wonderlijk nu wij op zondag 25 september in Concertgebouw Brugge zingen. We gaan het zien en genieten om daarna weer terug te keren in die Koninklijke, roodgouden 150 jaar oude theaterzaal van de Koninklijke Stadsschouwburg aan de Vlamingstraat in Brugge.” (PADI)
Zondag 25 september om 16 uur, Herman van Veen, dat kun je wel zien (versie 2), Concertgebouw van Brugge. Tickets: www.ticketsbrugge.be, 078 15 20 20 – In&Uit Ticketbalie, ‘t Zand 34 in Brugge.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier