De gestolen generaties

Wouter Deboot
Wouter Deboot Televisiemaker

Vorig jaar fietste Wouter Deboot dwars door Amerika, dit jaar rijdt hij dwars door Oceanië. Met zijn fietstocht door Australië en Nieuw-Zeeland wil hij ons laten kennismaken met onze tegenvoeters. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die maandag in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.

De gestolen generaties. Nee, deze column start niet vrolijk. Tussen 1910 en 1970 nam de Australische overheid honderdduizenden Aboriginalkinderen weg bij hun ouders en plaatste ze bij blanke gezinnen. De achterliggende gedachte was dat ze hen op die manier de westerse normen en waarden kon aanleren. Een compleet absurde aanpak natuurlijk, want uit onderzoek bleek dat de psychologische gevolgen voor hen niet te overzien waren. Die kinderen noemen ze dus de gestolen generaties.

Een van die kinderen is Bernd. Ik ontmoet de bejaarde Aboriginal in een park in Alice Springs, een stad pal in het centrum van de Australische outback. Toeristen zoeken er met een ijsje verkoeling onder de palmbomen. Terwijl Aboriginals zich voornamelijk dronken in de stadsparken verschuilen, wat een gesprek aanknopen aanzienlijk bemoeilijkt. Behalve met Bernd. Hij zit alcoholvrij op een bankje voor zich uit te staren. Bernd verschaft me een nuchtere kijk op dé schandvlek van de recente Australische geschiedenis.

“Ik werd tot driemaal toe bij een pleeggezin geplaatst en telkens liep het fout af. Ze schermden me af van alles en iedereen. Mijn klein slaapkamervenstertje was mijn enige kijk op de wereld. Het feit dat het uitkeek op een speeltuin was zout in de wonde.” Bernd schudt meermaals met zijn hoofd waarrond een rode bandana gebonden is. “Op mijn achttiende mocht ik voor het eerst alleen het huis uit. Ik heb meteen mijn ouders opgezocht.” Maar dat bleek geen onverdeeld succes te zijn. Met zijn vader had hij slechts enkele weken contact, zijn moeder zag hij enkel vanop afstand. Wat de reden daarvoor is, is me niet meteen duidelijk en ik dring ook niet verder aan. Een gekwetste ziel verdraagt geen opdringerigheid. Veeleer laat ik Bernd het gesprekstempo bepalen. “Jij bent de eerste blanke mens aan wie ik mijn verhaal vertel”, zegt hij. “Normaal hou ik mijn hart gesloten, bang om nogmaals gekwetst te worden. Maar ik voel me op mijn gemak bij jou. Thanks brother.”

De verweesde Aboriginals die de voorbije weken mijn pad kruisten, riepen heel wat vragen bij me op. Evenals de onverbloemde racistische opmerkingen van de ruige outbackers. Maar nu lijkt heel veel duidelijk te worden. Ik bedank Bernd uitvoerig voor zijn openhartigheid en bezegel ons gesprek met een welgemeende handdruk. “Ga vanavond eens naar het lichtfestival hier aan de rand van de stad”, geeft Bernd nog mee. Het evenement wordt georganiseerd door Aboriginals, in de hoop de kennis over en de aanvaarding van hun cultuur te verspreiden. Ik zie er zowel Aboriginals als blanken, maar geen van hen maakt aanstalten om met elkaar in contact te komen. Twee blanke mannen kijken wat verweesd naar een lichtinstallatie in de vorm van een paard. “Ik zie niet in hoe wij ooit kunnen samenleven”, zegt een van hen. “Wij zijn opgevoed en zij niet.”

En zo blijft de geschiedenis zich herhalen, want zelfs vijftig jaar na de gestolen generaties gaat het nog altijd over opvoeding. De stap richting een samenleving waarin ze als één volk kunnen samenleven lijkt voorlopig een stap in de duisternis. Een lichtfestival zal daar niet meteen verheldering in brengen.