Tram 4! Goed voor 40 vragen voor de jarige Stijn Devolder

Het lijstje is indrukwekkend: twee keer winnaar van de Ronde van Vlaanderen, vijf Belgische titels, eindlaureaat in De Panne, Algarve, België en Oostenrijk… En toch is Stijn Devolder nooit een grote prater geweest. Hij moet zowat de meest verlegen kampioen op twee wielen ooit zijn. Ook nu schuwt hij liever de grote woorden, dus stelden wij Devolder op de dag van zijn 40ste verjaardag 40 gerichte vragen. “Of ik graag interviews geef? Het hangt ervan af wie het interview afneemt.”

DOOR TOM VANDENBUSSCHE

Stijn, je wordt vandaag 40. Voel je jezelf ook 40?

“Euhm… Wel, ik weet niet of zoiets speciaal aanvoelt, maar ik voel me alleszins niet anders dan de voorbije dagen.”

Ga je je verjaardag vieren?

“Dat weet ik nog niet. Waarschijnlijk heeft mijn vrouw wat gepland. De voorbije jaren organiseerde ze al enkele keren een feestje, maar ik denk dat het dit jaar een uitstap met de kindjes zal worden.”

Bekijk je het leven nu op een andere manier dan pakweg 20 jaar geleden?

(knikt) “Dat zal automatisch wel het geval zijn. Ik heb intussen veel meegemaakt, maar alles verandert gestaag en dus is het moeilijk om exact te weten hoe anders het toen was.”

Waar zie je jezelf over tien jaar?

“Ik hoop op een gezond, rustig leven met mijn gezin. Tegen dan zullen de kinderen ook volwassen zijn. Moeilijk om te zeggen hoe alles tegen dan geëvolueerd zal zijn, maar na mijn carrière wil ik alleszins niet te veel stress meer.”

Waar ben je je ouders dankbaar voor?

“Mijn pa vooral voor zijn vele dernytrainingen. Een beestenstiel. Het was voor hem soms meer afzien dan de coureur zelf. Ik heb hem vaak in een heel slechte toestand zien thuiskomen.”

(Lees verder onder de foto)

Wat is de mooiste plaats waar je ooit geweest bent? En de vreselijkste?

“Moeilijk te zeggen. Elk land heeft mooie plaatsjes en ik ben al in zoveel landen geweest. Het liefst ging ik altijd koersen in Amerika. Ik hou van de cultuur daar. In Qatar kom ik dan weer liever niet meer. Na enkele dagen heb je het daar gezien.”

Heb jij een favoriete plaats in West-Vlaanderen?

“De Westhoek, vooral voor de rust daar. Kemmel, Poperinge… Ik ga er geregeld trainen, want op een uurtje sta ik daar. De Hoppestreek vind ik wel iets hebben.”

Wat is jouw favoriete restaurant in de streek?

“Op dit moment is dat de Blue Origin, hier in Deerlijk. Ik heb niet zo heel veel tijd om op restaurant te gaan, maar ik doe het wel graag.”

Ik heb de frikandel in de frituur recent voor een sitostick ingeruild. Het is me ongelofelijk goed bevallen

Welk gerecht mogen ze jou altijd voorschotelen?

“Doe mij toch maar frieten van de frituur. Vroeger ging ik dan gegarandeerd voor een frikandel en bicky burger, maar enkele weken geleden heb ik de frikandel ingeruild voor een sitostick, een soort van brochette. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is me ongelofelijk goed bevallen.”

Een glas wijn of een frisse pint?

“Een frisse pint, ook al ben ik sowieso geen drinker.”

Voor welke zoetigheid zou je een moord begaan?

“Pudding met speculaaskoeken.”

Als profwielrenner moet je enorm op je voeding letten: is dat voor jou een opgave?

“Vooral toen ik jong was, had ik het daar moeilijk mee en kreeg ik af en toe grote vreetbuien. Maar de laatste jaren heb ik daar minder last van.”

Met welke wereldberoemde persoon zou je graag eens op restaurant gaan? En welke vraag zou je hem of haar dan willen stellen?

“Geen flauw idee. Ik zou niet weten wat ik moet zeggen tegen iemand die ik niet ken.”

Verlangt jouw vrouw Tamara naar het moment dat je stopt met koersen?

“Echt verlangen niet, maar ik denk wel dat ze het een beetje gehad heeft met alles wat de koers met zich meebrengt. Ik heb het dan over die grote piekmomenten van stress in het voorjaar.”

Verlangen jouw kinderen naar het moment dat je stopt met koersen?

“Neen, zeker niet. De kinderen gaan graag mee en kijken ook op televisie naar de koers.”

Heeft jouw vrouw een verrassing voor jouw verjaardag voorzien?

(glimlacht) “Ik kan dat moeilijk zeggen, want voor hetzelfde geld is ze het vergeten. Maar ik denk van niet en vermoed dat het dit jaar een uitstapje wordt.”

Stel: je vrouw en kinderen organiseren een verrassingsfuif voor jouw 40ste verjaardag. Wie is de eerste persoon die op de genodigdenlijst mag komen?

“Het is belangrijk dat mijn gezin erbij is. Daarnaast is er niet één persoon die erbovenuit steekt.”

Heb jij een vaste taak in het huishouden?

“Neen, ik doe thuis weinig of niets. Behalve in de tuin, maar dat is vooral na het seizoen. Het huishouden wordt bij ons nog op de ouderwetse manier gedaan.”

Is Stijn Devolder soms de romanticus in huis?

“Mja, dat moet je aan mijn vrouw vragen. Een gezellig etentje op restaurant of eens naar de cinema gaan wel, maar dat gebeurt zeker niet overdreven vaak.”

Zit er sportief talent verborgen in jouw twee kinderen, Femke en Jody?

“Talent wel. Femke onderneemt fietstochtjes en Jody doet van alles. Voorlopig vind ik het goed dat ze niet één sport uitkiezen. Competitie hoeft voor mij niet per se en eerlijk gezegd hoop ik daar ook niet op.”

Stel: je bent vrijgezel. Met welke knappe dame wil je dan wel eens een fietstochtje ondernemen?

“Tgoh, een fietstochtje zou sowieso al niet het eerste zijn waar ik dan aan denk. Er zijn veel schone vrouwen op deze wereld, maar er is niet eentje voor wie ik hopeloos op jacht zou gaan.”

Als ik bij Bruyneel was gebleven, zou ik me verder op het rondewerk gefocust hebben. Maar spijt daarvan heb ik niet

Wie was jouw jeugdidool?

“Eddy Planckaert. Ik denk wel dat hij dat weet, maar ik heb hem nog maar een paar keer ontmoet.”

Voor welke sport heb jij heel veel bewondering?

“Veldrijden, zeker nu Mathieu van der Poel mijn ploegmaat is. Als ik de tijd kon terugdraaien, zou ik zeker ook gecrost hebben.”

Wie was de sterkste renner met wie je ooit in dezelfde ploeg reed?

“Lance Armstrong.”

Wie was de meest getalenteerde renner met wie je ooit in dezelfde ploeg reed?

“Mathieu van der Poel, mijn huidige ploegmaat.”

Wie was de sympathiekste kopman voor wie je ooit gewerkt hebt?

“Ook Mathieu van der Poel. De manier waarop hij met zijn enorm talent omgaat, is bewonderenswaardig. Hij denkt niet dat hij de koning is en beseft dat hij ook maar een gewone sterveling is. Dat siert hem.”

Wie was de meest humoristische renner met wie je ooit in dezelfde ploeg reed?

“Gorik Gardeyn. Iemand met wie er altijd gelachen kon worden. Gorik is een goeie vriend. Ik hoor hem nog geregeld.”

Zat er als jeugdrenner een vleugje Remco Evenepoel in Stijn Devolder verborgen?

“Ja, dat klopt. Maar Remco stak boven alles en iedereen uit, terwijl ik concurrentie had van onder meer Tom Boonen. Maar er waren inderdaad ook dagen waarop ik deed wat hij deed.”

Wat is de strafste prestatie die je ooit op twee wielen geleverd hebt?

“Sowieso de Ronde van Vlaanderen. Mijn eerste zege in 2008 was de mooiste. De moeilijkste ook. 25 kilometer lang heb ik nooit meer dan tien seconden voorsprong gehad. Ik vond dat straffer dan in 2009. Toen voelde het gemakkelijker aan.”

Wat is de grootste sportieve ontgoocheling uit je carrière?

“Dan moet ik teruggaan naar het BK voor juniores in Reningelst, waar ik in de sprint door Kevin Proost geklopt werd. Het is mijn enige nederlaag waar ik ooit van wakker heb gelegen. Kevin is later bij de beloften trouwens een goeie vriend geworden. Toen ik de Ronde van Vlaanderen won, heeft hij me nog een sms’je gestuurd.”

Ooit probeerde je het als ronderenner in de Tour en Vuelta. Had er op dat vlak meer ingezeten of ben je op je limieten gestoten?

“Ik zat daarvoor met Discovery Channel in de ideale ploeg, maar toen die ploeg stopte en ik naar Quick.Step ging, heeft dat een andere wending aan mijn carrière gegeven. Als ik bij Bruyneel was kunnen blijven, zou ik me verder op het rondewerk toegespitst hebben. Maar spijt heb ik daarvan niet. Ik heb twee keer mijn droomkoers kunnen winnen.”

Welke persoon is tijdens jouw carrière het belangrijkst voor jou geweest?

“Buiten mijn vrouw was dat Michiel Delva, mijn osteopaat. Ik kon altijd bij hem terecht. Als ik gevallen was, maar ook gewoon om te praten. Michiel is iemand aan wie ik heel veel gehad heb.”

Op welke col heb je het meest afgezien?

“Er zijn er zoveel… Op elke col is het sowieso enorm afzien.”

Wat is je favoriete helling in de Vlaamse Ardennen?

“De Koppenberg, omdat het de zwaarste is. Maar op training ben ik er niet zo heel vaak gepasseerd.”

Op welke kasseistrook voerde je het liefst de forcing?

“De Varentstraat, tot ze herlegd werd. Vroeger was dat een authentiek Roubaix-strookje.”

Lig jij nog wakker van het BK op de weg in Ingooigem op 21 juni 2020?

“Als die dag nadert zal dat wel zo zijn, maar nu nog niet. (knipoogt) Anders zou ik nog heel lang wakker moeten liggen, hé.”

Koersen of boeren?

“Koersen. Het is trouwens vooral het mechanische gedeelte aan het boeren dat mij bezighoudt.”

Ga je na je carrière blijven fietsen?

“Natuurlijk. Ik heb mijn hele leven niets anders gedaan, maar vanaf dan zal het enkel voor mijn plezier zijn. Daarnaast loop ik ook graag. Dat doe ik trouwens nu ook al vaak tijdens de winter.”

Geef jij graag interviews?

“Het hangt ervan af wie het interview afneemt. Bij jou heb ik dat altijd graag gedaan, maar er zijn ook journalisten die ik liever niet meer te woord sta. Ik weet ook niet wat de reden is, maar er zitten enkele hevige kerels tussen. Als jonge gast schrok ik daar enorm van, maar tegenwoordig kan ik dat allemaal relativeren en ben ik het gewoon.”

Wat zou er van Stijn Devolder geworden zijn als wielrennen niet had bestaan?

“Dan was ik waarschijnlijk al loonwerker geweest, datgene wat ik na afloop van mijn carrière graag zou willen doen.”