Xandro Meurisse: niet in de Tour, wel op hoogtestage in Les Arcs

Foto Belga © Sirotti / Icon Sport Sirotti / Icon Sport
Tom Vandenbussche

Geen Xandro Meurisse (30) bij Alpecin-Deceuninck in de 109de Ronde van Frankrijk. De Zwevegemnaar viel als laatste renner af en trok dan maar op hoogtestage naar Les Arcs. “In de Vuelta zullen er kansen komen om voor ritwinst te gaan.”

1. Xandro, hoe gaat het daar in de Alpen?

“Goed, ik ben hier met mijn vrouw Steffi en zoontje Lowie. Ik heb wat zitten zoeken, want voor hen is het ook leuk als er iets te beleven valt wanneer ik op de fiets zit. Les Arcs is een dorp op zich. Ik kende het hier al een beetje, want tijdens de hoogtestages met mijn ploeg (Alpecin-Deceuninck, red.) in La Plagne deden we deze klim vaak. Ik logeer hier op 2.000 meter hoogte. Voor mijn langere ritten kan ik richting de Col de l’Iséran en Col du Petit-St-Bernard rijden.”

2. Wist je dat er op Les Arcs Tourgeschiedenis geschreven is? Miguel Indurain had er in 1996 zijn eerste inzinking.

“Ah, kijk. Dat wist ik niet. (grijnst) Ik kan wel geloven dat je op Les Arcs een inzinking kan hebben. De periode van Indurain maakte ik echter nooit bewust mee. Mijn oudste herinneringen gaan terug naar de laatste Tourzeges van Armstrong, Alberto Contador, Floyd Landis en Michael Rasmussen.”

3. Je viel als laatste man uit de boot voor de Tour. Heb je al gekeken?

“Ja, een beetje. De nacht na het BK, toen ik te horen kreeg dat ik er niet bij was, heb ik niet goed geslapen. Maar daarna heb ik vlug de knop omgedraaid en een plek gezocht om op hoogtestage te gaan.”

4. In augustus rijd je jouw eerste Vuelta. Kijk je ernaar uit?

“Zeker, het was al het hele seizoen het plan om de Vuelta te doen en omdat ik in een zo goed als volledig vrije rol mag gaan, kijk ik er hard naar uit. Er zullen kansen komen om voor ritwinst te gaan. Maar eerst deze hoogtestage tot 15 juli, daarna de Tour de Wallonie en vervolgens een nieuwe hoogtestage met de ploeg in La Plagne.”

5. Tot slot: wie wint de Tour?

“Als ik eerlijk moet zijn, denk ik dat er weinig te doen zal zijn tegen Pogacar. De Ronde van Slovenië is natuurlijk de Tour niet, maar ik vrees voor de rest.”