Tien jaar na BK in Hooglede-Gits: “Eén van de mooiste dagen uit m’n carrière”

Het BK-podium van tien jaar geleden. Winnaar Philippe Gilbert wordt geflankeerd door West-Vlamingen Gianni Meersman en Jelle Wallays. (foto Belga)©PETER DECONINCK BELGA
Het BK-podium van tien jaar geleden. Winnaar Philippe Gilbert wordt geflankeerd door West-Vlamingen Gianni Meersman en Jelle Wallays. (foto Belga)©PETER DECONINCK BELGA
Tom Vandenbussche

Op zondag 26 juni 2011 speelde zich omstreeks 17 uur een merkwaardig tafereel af op het BK wielrennen op de weg voor profs in het West-Vlaamse Hooglede-Gits. Op de Gitsberg, een wel heel bescheiden kasseihelling van 500 meter met een gemiddeld stijgingspercentage van 3,2 procent, reed Philippe Gilbert zijn grote concurrent Tom Boonen in de vernieling. Enkele minuten later mochten twee plaatselijke renners naast hem op het podium: Gianni Meersman en Jelle Wallays. Tien jaar na datum blikken zij samen met Pieter Vanspeybrouck, de derde West-Vlaming in de top vijf, terug op één van de meest speciale wedstrijden uit hun carrière. “Qua sfeer was het precies de Ronde van Vlaanderen.”

Meersman : “Ik was nog een jonge papa, want mijn dochtertje Amber was in januari geboren. Toen besefte ik dat ik meer verantwoordelijkheid moest nemen. Na dat BK mocht ik de Tour rijden en kwam de kentering in mijn carrière.”

Vanspeybrouck : “Het was één van mijn beste seizoenen ooit. Ik had de maanden ervoor al redelijk wat bewezen en dus zei de ploeg vooraf dat ze mij als kopman zouden uitspelen, voor zover er bij Topsport Vlaanderen met kopmannen wordt gewerkt. De druk om te presteren was er dus wel.”

Wallays : “Ik was nog een neoprof, maar reed de weken ervoor goed. In de Ster ZLM Toer had ik voor de eerste keer in mijn carrière een klassement in een rittenkoers kunnen rijden. Vier dagen voor het BK reed ik Halle-Ingooigem. Van wijlen mijn nonkel Luc, die mijn trainer was, moest ik na afloop doortrainen tot ik kapot was. Toen ik bijna in Roeselare was, heb ik hem zelfs moeten bellen om me te komen halen. Luc woonde in De Ruiter en voerde me naar mijn ouderlijke woning in Staden. Ik zei tegen hem dat ik nooit op tijd gerecupereerd zou zijn. Maar hij stelde me gerust. Ik zou goed zijn. En wat bleek: ik was goed.”

 © BELGA
© BELGA

Meersman : “De dag van het BK was het heel warm. Ik woonde in die periode in Ardooie, op vijf kilometer van de aankomst in Hooglede. Omdat ik de enige Belg bij La Française des Jeux was, ging ik niet op hotel en was er geen ploegleider aanwezig. Ik heb thuis ontbeten en vertrok daarna naar de kleedkamers op Dominiek Savio, waar het WK veldrijden in 2007had plaatsgevonden, om me om te kleden. Een camper van de ploeg was er niet, dus was dat de enige optie. (lacht) Het was precies een kermiskoers.”

Wallays : “Het was een zalige dag. Je moet weten: ik had tijdens mijn beloftejaren altijd gewerkt bij Fietsen Maes, de plaatselijke fietsenmaker van Gits. De dag van het BK stond de ploegbus van Topsport Vlaanderen aan de fietsenwinkel. Ik koerste zo goed als voor eigen volk. Toch was ik heel ontspannen. Het was nochtans mijn eerste BK bij de profs.”

Meersman : “Op de weg van Roeselare naar Hooglede had mijn supportersclub aan de rechterkant een heel dorp ingericht. Plezant, want zoiets gebeurt niet vaak in je carrière.”

 © BELGA
© BELGA

Vanspeybrouck : “Ik had indertijd een supporterscafé in Ruiselede, Café De Platse. Die mensen hebben voor dat BK een bus ingelegd. Met een tentje stonden ze aan het begin van de Gitsberg. Het was een dag die je als renner niet vaak beleeft, ook al brengt zoiets wel de nodige druk met zich mee. (glimlacht) Maar die dag heb ik de verwachtingen waargemaakt.”

Wallays : “Een boer die langs het parcours woont, had zijn hangar voor mijn supportersclub De Wally’s opengesteld om er een bar en groot tv-scherm te plaatsen. Je begrijpt dat er na afloop niet veel mensen nog nuchter waren.”

Meersman : “We reden vrij vroeg weg met een grote groep. Het draaide goed rond, want Quick-Step geloofde echt dat Boonen kon winnen.”

 © BELGA
© BELGA

Wallays : “Zelf was ik net als Boonen in eerste instantie niet mee, dus heb ik zijn wiel geviseerd. Toen hij ging, reageerde ik. Ik kwam tot op 20 meter, maar bleef hangen. Ik dacht dat het voorbij was, maar toen ik achterom keek, zag ik dat Stijn Devolder in mijn wiel zat. Hij nam over en zo zijn we nog net op tijd, op Hoogledeberg, komen aansluiten.”

Vanspeybrouck : “Ik ben in het begin van de koers geen enkele keer meegesprongen. Eén keer heb ik mijn gat wel opgeheven en toen waren we plots weg. De koers was gereden en ze moest nog beginnen.”

Meersman : “Tijdens de laatste beklimming van de Gitsberg schoot Gilbert weg. Boonen ging mee, maar raakte er niet bij. Ik zat daarachter. Stijn Devolder ook. Hij keek achter zich en bleef rijden. Of ik verrast was door de indrukwekkende demarrage van Gilbert? Neen. Als je echt de beste bent, kan je zelfs op een brug wegrijden. Ook daarop was Gilbert van ons weggereden.”

Vanspeybrouck : “Ik probeerde naar Tom toe te rijden. In die volgorde zijn we een tijdje blijven hangen, maar bij het ingaan van de laatste bocht werd ik door de eerste achtervolgers ingehaald.”

 © BELGA
© BELGA

Wallays : “Met een man of acht zijn we naar Boonen gereden. We zaten allemaal à bloc en uiteindelijk werd het voor de tweede plaats een sprint van stervende zwanen. Tot mijn grote verbazing verloor ik maar nipt van Gianni, die toch een veel betere sprinter was.”

Meersman : “Jelle reed een sterke sprint. Het moet zijn dat hij die dag heel sterk was. En Jelle is nu eenmaal een sterke renner, zeker na zo’n slopende koers van 240 kilometer.”

Vanspeybrouck : “Achteraf gezien had ik me beter voor de sprint gespaard. Dan was ik misschien wel op het podium geëindigd.”

Meersman : “Dat ik tweede werd, maakte het feestje compleet. Op dat moment was dat een verrassing, hoor. Ik zou er meteen voor getekend hebben. De dag erna belde teambaas Marc Madiot me op: ik mocht mee naar mijn eerste Tour. Voor hetzelfde geld was ik op het BK vijftiende geworden, mocht ik niet mee naar de Tour en was mijn carrière niet in een stroomversnelling geraakt.”

Wallays : “Ook voor mij was het een heel speciale ervaring. Zowat iedereen die ik ken, was daar: familie, vrienden… Elke passage langs het Wally-dorp was het precies alsof ik de Ronde van Vlaanderen aan het rijden was. Het was één van de mooiste dagen uit mijn carrière. Ik heb twee keer Parijs-Tours gewonnen en ik heb Dwars door Vlaanderen met start in Roeselare gewonnen, maar er is niets mooier dan je prestatie meteen na de aankomst met je familie en vrienden te kunnen delen en vieren.”

 © BELGA
© BELGA

Vanspeybrouck : “Een maand na het BK won ik nog een semiklassieker in het Duitse Bochum en normaal kon ik op het einde van dat jaar naar een WorldTour-ploeg overstappen, maar jammer genoeg zijn daar enkele dingen (door een plotse fusie tussen RadioShack en Leopard-Trek zagen enkele renners hun transfer de mist ingaan, red.) gebeurd die mijn evolutie als renner hebben verstoord. Het is wat het is. Veel meer kan ik er dus niet over zeggen.”

Meersman : “De avond van dat BK ben ik nog iets gaan drinken met Guillaume Van Keirsbulck en zijn vriendin Emilia. De dag erna was het opnieuw mooi weer en wilde ik, voor ik op woensdag naar de Tour vertrok, nog eens barbecuën met mijn vrouw Kelly. Op het moment dat ik in mijn auto stapte om naar de slager te gaan, belde Guillaume me helemaal overstuur op. Ik hoorde aan zijn stem dat het ernstig was en moest naar de MultiBazar in Pittem komen. Daar heb ik taferelen gezien waar ik nog altijd kippenvel van krijg (Emilia kwam bij een verkeersongeluk om het leven, Guillaume zag het gebeuren, red.) . Zo zie je maar: er is veel meer in het leven dan sport. Maar op dat moment was de koers mijn job. En dus ben ik twee dagen later naar de Tour vertrokken.”