Serge Pauwels & Ine Beyen: “Blij dat we weer naar de Tour mogen”

Het koerskoppel Ine Beyen en Serge Pauwels. “Serge gaat de tweede week van de Tour naar Frankrijk als cocommentator voor Radio 1, ik de derde week voor ‘Vive le Vélo’.”© Kris Van Exel
Het koerskoppel Ine Beyen en Serge Pauwels. “Serge gaat de tweede week van de Tour naar Frankrijk als cocommentator voor Radio 1, ik de derde week voor ‘Vive le Vélo’.”© Kris Van Exel
Tom Vandenbussche

Serge Pauwels (37) en Ine Beyen (34) gaan opnieuw naar de Tour. Niet meer als renner en rennersvrouw, wel als cocommentator op Radio 1 en journaliste voor ‘Vive le Vélo’. “Wie tegenwoordig de fanatiekste van ons twee is? Ine, denk ik”, lacht Serge Pauwels.

Ondergetekende houdt van weetjes in de marge en al zeker als het over Serge Pauwels en Ine Beyen gaat. Wat blijkt: Ine kent haar man al de helft van haar leven. “Amai, nu je dat zegt… Zeventien jaar al! Ongelofelijk, hé”, lacht ze haar tanden bloot als we hen ermee confronteren. Ine en Serge leerden elkaar in 2004 kennen op het WK in Verona. Hij was een 20-jarige belofte, zij een 17-jarige juniore. Vijf jaar later werden de twee een koppel. Anno 2021 zijn ze getrouwd en hebben ze twee flinke dochters: Odile (5) en Marcelle (4).

Er rest ons één belangrijke liefdesvraag: wie nam indertijd het initiatief?

Ine : (proest het uit en wijst naar Serge) “Hij zat al een tijdje achter mijn gat aan.”

Serge : (glimlacht ontwijkend) “Wacht even, zo was het niet helemaal. De ene keer was ik het die avances maakte, de andere keer was zij het.”

Ine : “Serge en ik waren al een tijd vrienden. Hij kende zelfs mijn ouders al nog voor we een koppel werden.”

Serge : “We hadden in die periode ook elk een relatie. Het heeft een tijdje geduurd voor we een koppel geworden zijn.”

Ine : “Waarom denk je dat hij in die Giro van 2009 zo goed gereden heeft? (grijnst) Hij was verliefd. Je ziet dat nu toch ook bij Lampaert, die in augustus papa wordt. Onthoud dat maar: renners die verliefd zijn of papa worden, presteren altijd goed.”

Morgen begint de Tour. Zonder Serge Pauwels, maar ik vermoed dat dit voor jullie toch speciaal blijft?

Serge : “Absoluut. Ik heb de competitie nog niet echt gemist, maar nu de Tour begint, voelt het toch weer speciaal aan.”

Ine : (knikt) “Gelukkig blijven we erbij betrokken. Serge gaat de tweede week van de Tour naar Frankrijk als cocommentator voor Radio 1, ik de derde week voor Vive le Vélo . Bedoeling is om elke dag met de entourage van een renner op te trekken. Zo ga ik onder meer een nachtje kamperen op de flanken van de Col de Peyresourde. Naar zoiets kijk ik echt uit.”

Ine, jij hebt alle zes Tours van Serge van dichtbij meegemaakt en bracht hem altijd graag een bezoekje. Welke herinneringen blijven er jou bij?

Ine : “Ik vond het de max om daar samen met onze twee dochters, mijn ouders en vrienden van mijn ouders naartoe te gaan. Ik herinner me bijvoorbeeld een rit van enkele jaren geleden op de Col du Galibier. Net na de passage van de renners brak er een gigantisch onweer uit, terwijl ik daar met mijn twee dochters stond. Dan denk je: wat ben ik hier aan het doen? Maar zoveel jaar later zijn dat herinneringen die ik koester, ook al zagen we Serge niet veel.”

Serge : “Tijdens de Tour was er jammer genoeg geen ruimte om veel dingen met Ine en de kinderen te doen.”

Ine : “Dus gingen de kindjes en ik wel eens op bezoek tijdens de massage. Dan stoorden we hem niet, want hij was daar toch. Serge kon in zo’n Tour amper tijd voor zijn gezin vrijmaken, maar dat is nu eenmaal topsport. Wij wisten van elkaar dat het op die manier moest.”

Serge : “Pas op, het was geen last dat ze daar waren. Ik kreeg ook veel energie door hun aanwezigheid.”

Er is veel veranderd sinds vorig jaar. Tot dan stond alles in jullie leven in het teken van Serges carrière. Nu is dat helemaal anders. Hoe is die overgang verlopen?

Serge : “Tot nu toe is dat heel goed gelukt, omdat er door corona veel van thuis uit gewerkt moest worden. Het begint nu wel wat te spelen, maar voorlopig lukt het. Mijn ouders hebben nu een appartement in Blankenberge gekocht en zijn op pensioen. Ze zullen dus vaker naar hier kunnen komen om op de kindjes te passen, want dat is de puzzel die we moeten leggen.”

Ine : “Dit is de eerste zomer dat ik naar oplossingen moet zoeken. Ik had al twee kampjes vastgelegd, maar toch. Neem nu het BK van vorig weekend. Ik was cocommentator voor de vrouwen, terwijl Serge ook vroeg in Waregem moest zijn. Ik had daar niet bij stilgestaan en heb dus voor de eerste keer een babysit laten komen.”

Hoe reageren de twee dochters op het nieuwe leven?

Ine : “Goed, hé. Ze weten intussen dat papa geen coureur meer is en ze hem niet meer op tv zullen zien. Odile is wel nog altijd in de koers geïnteresseerd.”

Serge : “Het was door corona ook wel een zachte overgang. Het is al bijna anderhalf jaar geleden dat ik nog een koers reed.”

Ine : “En al twee jaar geleden dat wij naar een koers van hem gaan kijken zijn.”

Serge : “Marcelle was toen nog te jong en heeft dat nooit bewust meegemaakt.”

Ine : “Maar Serge gaat nog altijd bijna elke dag fietsen. In hun beleving is papa nog altijd coureur.”

Serge : “ Maar hij moet niet meer koersen , zeggen ze dan. Ze vinden het wel leuk dat ik niet meer zo vaak weg ben, denk ik.”

Ine : “Enkele weken geleden zat hij met de nationale ploeg in Tsjechië en vroegen ze: waar blijft papa ? Dat hebben ze vroeger nooit gevraagd.”

Wat vinden ze ervan dat mama op tv komt?

Serge : (lacht) “Eigenlijk is dat raar, hé.”

Ine : “De eerste drie jaar van hun leven gingen ze zelfs niet naar de crèche en zorgde ik elke dag voor hen. Dus vroegen ze in het begin: waarom ga je weg ? Ik vind het belangrijk om hen duidelijk te maken dat mama dat graag doet en mama heel graag met de micro werkt. Ik merk dat ze dat oprecht leuk vinden voor mij.”

In de Tour van vorig jaar beleefde je je grote debuut als reportagemaker voor ‘Vive le Vélo’. De eerste dag bij de oma van Jasper Stuyven vond ik je zenuwachtig, maar daarna ben je heel snel gegroeid. Hoe heb jij jezelf zien evolueren?

Ine : “Die eerste keer was zo statisch. We zagen meteen dat het zittende niet mijn ding was en we iets actiefs moesten doen. Als je iets met mensen doet, vertellen ze gewoon meer.”

Serge : “Die keer in dat bootje vond ik heel goed. Of toen je met Lampaert en co ging fietsen in de Ardennen.”

Ine : “Dat waren allemaal activiteiten en die proberen we er nu ook weer in te steken, ook al is de Tour al een activiteit op zich. (glimlacht) Het wordt leuk. Of ik een reportage met Serge voorzie? Dat zal niet lukken, want hij komt terug naar België wanneer ik naar Frankrijk vertrek. We zullen elkaar twee weken niet zien.”

Serge : “Het is dat wat Ine al altijd heeft willen doen. Dit is haar droomjob. Ik krijg een pak positieve reacties en denk dat Ine vertrokken is, zeker nu het vrouwenwielrennen meer aandacht krijgt. Ze heeft het ideale profiel: ze komt uit de sport en heeft communicatie gestudeerd. Onlangs praatte ze als moderator een podcast zomaar aan elkaar. Dat is een kunst, maar zij deed het heel relaxed.”

Ine : “Ik doe dat gewoon heel erg graag. Dat technische aspect, dat werken met de camera en op elkaar ingespeeld zijn, dat vind ik de max . Ik herinner me nog heel goed die keer toen Serge tijdens de Tour van 2009 met Ben Crabbé te gast was in Vive le Vélo en ze een hele dag gevolgd werden. Ik vond het fenomenaal om te zien hoe die crew, drie of vier man sterk, in de afdaling van een col al meteen begon te monteren. Dat ik dat zoveel jaar later zelf mag doen, kan ik bijna niet geloven.”

Wat bezorgt een mens meer stress: moeten presteren als profwielrenner of moeten presteren als journaliste?

Serge : (glimlacht)

Ine : “Als wielrenner, denk ik toch. Maar pas op… Het is anders, hé.”

Serge : “Je kan het niet vergelijken.”

Ine : “Toen Ruben Van Gucht me begin dit jaar opbelde met de vraag of ik tijdens de Omloop en de Ronde cocommentaar wilde geven, dacht ik eerst: hoe fantastisch is dit! Maar al vlug veranderde dat en dacht ik: amai, dit wordt heftig. Ik heb me toen een dag of tien in mijn bureau opgesloten, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, om een document van veertig, vijftig pagina’s met allerlei weetjes uit te typen. Dat is ook een soort van sport, je daarop focussen en ernaartoe leven.”

Het is een teken dat je dit enorm graag doet.

Ine : (knikt) “Nu ook weer voor het BK. Dan bel ik bondscoach Ludwig Willems en enkele rensters op. Je moet weten waarover je praat, vind ik.”

Serge : “Ze kijken ook allemaal, de familie en supporters van de rensters.”

Ine : “Ik vind het belangrijk om over elke renster iets te kunnen zeggen, ook al zijn het maar twee zinnen. Ik weet uit eigen ervaring hoe tof dat is. Dus probeer ik dat ook te doen.”

Als renner was Serge de fanatiekste van jullie twee. Wie is dat nu?

Serge : “Misschien wel jij, Ine?”

Ine : “Dat denk ik ook.”

Serge : “De eigenheid van de job is natuurlijk wel verschillend.”

Ine : “Als je zoals ik zelfstandig werkt, ben je met duizend en één dingen bezig. Ik moet zelf zorgen dat ik werk heb. Mijn werk is nooit gedaan.”

Volgende week begint ook de Giro Rosa of de Ronde van Italië voor vrouwen. Ine, tien jaar geleden reed jij die koers ook en kreeg je op vrijdag 9 juli in de Italiaanse Alpen zelfs een verrassingsbezoek van Serge, die op hetzelfde moment op hoogtestage in de Franse Alpen was.

(beiden proesten het uit)

Serge : “Het was een bergrit en ik zie Marianne Vos nog zo naar die kleine Britse rijden, Emma Pooley.”

Ine : “Ik zie jij en Kristof Goddaert nog staan wachten tegen die bergwand. Superslecht was ik die dag. Ik weet nog goed dat ik de avond ervoor op de massagetafel lag toen ik plots door andere handen werd gemasseerd.”

Serge : (glimlacht) “Koude handen.”

Ine : “Daar stond hij dan plots, samen met Kristof. Kristof was iemand die altijd meteen met iedereen begon te praten. Hij heeft daar zelfs de fietsen van de rensters staan kuisen. Prachtige herinneringen zijn het.”

Maar de belangrijkste vraag van allemaal: is Serge nog altijd zo romantisch als toen?

Ine : (fronst de wenkbrauwen) “Ik vrees ervoor. Ja, er mag nog wel eens een verrassing komen, tien jaar later…”

Serge : (grijnst) “Vrijdag 9 juli, zei je? Jammer, dan zit ik in de Tour.”