Plots is daar een nieuwe generatie West-Vlaamse ploegleiders

©DAVID STOCKMAN BELGA
Tom Vandenbussche

Plots schieten de West-Vlaamse ploegleiders – in de breedste zin van het woord – als paddenstoelen uit de grond. Na eerder al Klaas Lodewyck (32) en Gianni Meersman (35) konden we de voorbije weken ook Nikolas Maes (34), bondscoach Sven Vanthourenhout (39) en sinds gisteren Serge Pauwels (37), de nieuwe Development Coach bij Belgian Cycling, aan het mooie rijtje toevoegen. Een analyse.

Sven Vanthourenhout treedt als bondscoach van de Belgische wegrenners in de voetsporen van illustere voorgangers als Eddy Merckx (1986-1997), José De Cauwer (1997-2005), Carlo Bomans (2005-2016), Kevin De Weert (2016-2018) en Rik Verbrugghe (2018-2020), maar alleen onze oudere lezers zullen zich nog de vorige West-Vlaamse bondscoach herinneren: Lucien Acou, geboren in Vinkem (Veurne), op zijn zesde naar Brussel verhuisd en sinds 1967 de schoonvader van Eddy Merckx, die met zijn dochter Claudine trouwde. Acou, die in 2016 op 94-jarige leeftijd overleed, was als profrenner vooral op de piste actief en schopte het na zijn carrière tot bondscoach. “Lucien Acou was mijn coach toen ik aan de Olympische Spelen van 1968 in Mexico deelnam”, vertelt Rony Vanmarcke, die later zelf als bondscoach meer dan dertig jaar de Belgische jeugd onder zijn hoede had. “Ik wist wel dat Acou ook een West-Vlaming was, al was hij toen al een tijdje naar Brussel verhuisd. Acou was rechtuit en op alle grote wedstrijden aanwezig met zijn beige Mercedes. Hij ging altijd naar de koers kijken.”

 ©ERIC LALMAND BELGA
©ERIC LALMAND BELGA

De jonge Sven

Nu is het dus aan Vanthourenhout om na de Belgische crossers ook de wegrenners naar medailleoogst op internationale kampioenschappen te leiden. “Ik had Sven als nieuweling en junior onder mijn hoede”, vertelt Vanmarcke. “Als junior reed hij een fantastische Oberösterreich-Rundfahrt (waar hij de eindzege behaalde voor onder meer Fabian Cancellara, red.) . Sven was in eerste instantie een crosser, maar voor mij ook een heel goeie wegrenner. Hij had alles onder controle, was altijd optimistisch ingesteld en luisterde aandacht naar mijn uitleg over het parcours. Hij was toen al iemand die enorm met zijn vak bezig was. Sven heeft een mooie carrière uitgebouwd, vergis je daarin niet. Alle coureurs met wie ik heb gesproken sinds hij als assistent-bondscoach aan de slag is, waren positief over hem. Hij behaalde al goeie resultaten: in de cross en op de weg aan de zijde van Rik Verbrugghe. Met Rik trok hij ook al mee naar alle trainingsstages voor beloften. Ook uit die hoek hoor ik alleen maar positieve geluiden.” Dirk Demol, die in 2021 bij het Israel Start-Up Nation van Chris Froome aan zijn 26ste seizoen als ploegleider begint, kan het alleen maar beamen. “Hij straalt rust uit. Dat is belangrijk. En hij heeft zelf veel meegemaakt. Sven weet waarover hij spreekt.”

 ©DAVID STOCKMAN BELGA
©DAVID STOCKMAN BELGA

Ook Patrick Lefevere kan zijn sympathie voor Vanthourenhout niet verbergen. “Nochtans zijn Sven en ik in het begin van zijn profcarrière niet op zo’n goeie manier uit elkaar gegaan. Alleen heb ik toen niet lastig gedaan en heeft hij een schadevergoeding betaald voor zijn overstap naar Rabobank. Sven vond het op dat moment de beste keuze voor zijn carrière en het is nu eenmaal zo dat niet alle keuzes altijd even evident zijn. Met de jaren is de onderlinge appreciatie van beide kanten weer groter geworden. En ik moet eerlijk zijn: ik volg Sven al een tijdje. Hij is iemand die op mijn lijstje staat.” In zijn wekelijkse column in Het Laatste Nieuws schreef Sporza-commentator Michel Wuyts een tijdje geleden zelfs dat Vanthourenhout over enkele jaren Lefevere kan opvolgen. Die kan een glimlach niet onderdrukken. “Michel had precies niet veel inspiratie, hé”, grijnst de Roeselaarse CEO van Deceuninck-Quick-Step.

Geboren in jaren 80

Het is niet dat het profpeloton de voorbije twee decennia amper ploegleiders uit onze provincie heeft gekend. Er was Johan Bruyneel. Er was Dirk Demol. Er was Eric Van Lancker. En ook de ingeweken Hans De Clercq, Niko Eeckhout en Luc Meersman waren of zijn nog actief in de volgauto. Alleen is er de voorbije jaren een duidelijke tendens waar te nemen: een generatie ploegleiders geboren in de jaren tachtig. Een korte optelsom: Sven Vanthourenhout (°1981), de ingeweken Serge Pauwels (°1983), Gianni Meersman (°1985), Nikolas Maes (°1986) en Klaas Lodewyck (°1988). Lodewyck en Meersman moesten hun profcarrière door hartproblemen vroegtijdig beëindigen, terwijl Maes en Pauwels zonder corona waarschijnlijk nog iets langer renner waren gebleven.

 ©LAYLA VANCOMPERNOLLE LAYLA VANCOMPERNOLLE
©LAYLA VANCOMPERNOLLE LAYLA VANCOMPERNOLLE

“Dat zijn stuk voor stuk goeie coureurs geweest, maar geen van hen was een toprenner”, legt Demol uit.” Als je als renner zelf kopman bent geweest, is het moeilijk om ploegleider te zijn, heb ik gemerkt. Dan leg je de lat misschien wel te hoog. Of kan je het moeilijk begrijpen als een van je renners bergop meteen moet lossen.” Vanmarcke knikt. “Het zijn allemaal werkers. Die worden het vaakst de beste ploegleiders. Als bondscoach maakte ik Lodewyck, Maes en Meersman mee. Dat zijn gasten die van jongs af met de voeten op de grond stonden, leergierig waren als je uitleg gaf en er iets van wilden maken. Ze toonden interesse in de omlopen en raadgevingen over de buitenlandse renners van wie we wisten dat we ze niet mochten laten rijden.”

Wim Feys was indertijd ploegleider van de drie bij de beloften van Beveren 2000. “Lodewyck, Maes en Meersman waren toen al renners waarvan je zag dat ze clever waren en wisten waarmee ze bezig waren. Als belofte konden ze al een correcte inschatting maken van hoe een koers ging verlopen. En ze maakten de juiste keuzes. Geloof me: je hebt nog coureurs die keuzes maken, maar wel telkens de verkeerde.”

Lof voor Meersman

Opvallende vaststelling: zowel Demol, Feys als Lefevere is lovend over Gianni Meersman. “Jurgen Mettepenningen (manager van veldritploeg Pauwels Sauzen-Bingoal, red.) vroeg me enkele jaren geleden of ik een naam kende van iemand die in aanmerking kwam om ploegleider van zijn crossers te worden”, vertelt Lefevere. “Ik heb twee namen genoemd: Klaas Lodewyck en Gianni Meersman. Klaas had al een akkoord met BMC en dus heeft Jurgen een gesprek met Gianni gehad en hem een contract gegeven.” Wim Feys ziet het ook wel in zijn vroegere poulain, die hij in 2004, 2005 en 2006 onder zijn hoede had. “Als ik het in één renner gezien heb, is het Gianni wel. Hij zit nu bij een crossploeg, maar zou zijn expertise en natuurlijk koersinzicht nog veel meer tot uiting kunnen laten komen in een wegteam.”

 ©DAVID STOCKMAN BELGA
©DAVID STOCKMAN BELGA

Ook Demol spaart de lofzang niet. “Eerlijk: als ik het nu ergens voor het zeggen had, zou ik Gianni Meersman ploegleider van mijn team maken. Van hem ben ik er honderd procent van overtuigd dat hij een goeie ploegleider is. Hij heeft zelf gekoerst en beschikt over een enorme zelfkennis. Toen hij zelf nog actief was, wist Gianni heel goed wanneer hij goed was en wanneer hij even gas moest terugnemen. Hij begrijpt het ook perfect als een renner eens een mindere dag heeft en gelost wordt. Hij draait bovendien niet rond de pot en kan beslissingen nemen. Dat is trouwens het kenmerk van heel wat West-Vlamingen. Het zijn harde werkers die iets kunnen beslissen en leiding kunnen geven. De kopman moet presteren en de rest van het team moet volgen. En dan is het aan de ploegleider om alles te zien en alles gesmeerd te doen lopen.” Rony Vanmarcke: “Bekijk ook maar eens de entourage van alle topploegen. Mecaniciens, verzorgers… Het zijn toch heel vaak West-Vlamingen, hé. Zelfs in buitenlandse teams.”

Bruyneel de beste

De toekomst oogt mooi, want ook Klaas Lodewyck, ploegleider van onder meer Remco Evenepoel, gaf al zijn visitekaartje af. “Ook van hem was ik honderd procent zeker dat hij het ging maken”, benadrukt Demol. “Klaas is enkele jaren bij BMC aan de slag geweest en in die periode zijn er een paar situaties in koers geweest waarin ik genoeg gezien heb. Zijn visie was er meestal boenk op. Wij, ploegleiders, zijn niet perfect. Soms moeten we in korte tijd beslissingen nemen, bijvoorbeeld als de ploeg wel of niet moet achtervolgen. Niet evident. Maar Klaas voelt dat goed aan. Johan Bruyneel had dat ook. Hij blijft voor mij de beste ploegleider die ik ooit gekend heb. Johan zag alles in zijn ploeg, zelfs als er iets met de mecanicien scheelde. Als ploegleider moet je in een team kunnen functioneren. Daar moet je bepaalde kwaliteiten voor hebben.”

Sven Vanthourenhout: bondscoach van crossers én wegrenners. (foto Belga)©DAVID STOCKMAN BELGA
Sven Vanthourenhout: bondscoach van crossers én wegrenners. (foto Belga)©DAVID STOCKMAN BELGA

Ook bij Belgian Cycling zijn ze in de wolken met Sven Vanthourenhout als bondscoach. “Hij leunde het dichtst bij de ideale coach aan”, vertelt technisch directeur Frederik Broché, ook een West-Vlaming. “Sven is professioneel en staat dicht bij de renners. Hij was zelf niet de toprenner, maar reed wel in de WorldTour voor gestructureerde teams als Quick-Step en Rabobank. De voobije jaren is hij rustig kunnen groeien in de schaduw van Kevin De Weert en Rik Verbrugghe. We hebben geen garantie dat hij zal slagen, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

Imago van Pauwels

Ook de keuze voor Serge Pauwels als nieuwe Development Coach van Belgian Cycling was logisch. “Sven zal vaak een dubbel programma moeten afwerken, dus zochten we iemand om bij te springen”, legt Broché uit. “Serge zal nu in eerste instantie vooral een ondersteunende rol vervullen. Op die manier kan hij zichzelf ontplooien. Hij heeft een sterk profiel. Serge heeft een mooie carrière achter de rug en een goed imago. En hij kan iets zinvols aan de jeugd vertellen. Dus wees gerust: het is niet omdat het twee West-Vlamingen zijn dat ze die job gekregen hebben. (grijnst) Trouwens, Serge spreekt toch nog altijd vooral Antwerps, hé.”

 ©DAVID STOCKMAN BELGA
©DAVID STOCKMAN BELGA

Sven Vanthourenhout

39 jaar. Woont in Beernem.

Prof van 2001-2016. Behaalde twee keer brons op het WK veldrijden (2004, 2005), won een Wereldbekercross in Aigle (2005) en stond 2 keer op het podium van het BK op de weg.

Begon als ploegleider van de jeugd en dames bij veldritteam Telenet-Fidea. Is sinds juli 2017 bondscoach van de Belgische crossers. Werd in november 2018 assistent-bondscoach van Kevin De Weert voor de weg. Volgde in november 2020 Rik Verbrugghe op als bondscoach van de wegrenners.

Serge Pauwels

37 jaar. Woont in De Haan. Afkomstig van Edegem.

Prof van 2006-2020. Won de Tour of Yorkshire in 2017. Werd zowel in de Giro als Tour tweede in een bergrit. Werd in 2015 13de en beste Belg in de Tour.

Begint vanaf 1 januari 2021 als Development Coach bij Belgian Cycling aan de zijde van Sven Vanthourenhout.

Gianni Meersman

35 jaar. Woont in Ingelmunster.

Prof van 2007-2016. Won ritten in de Ronde van Spanje (2), Parijs-Nice, Ronde van Catalonië (2) en Ronde van Romandië (2). Moest eind 2016 vroegtijdig stoppen door hartproblemen.

Is sinds oktober 2017 ploegleider van veldritploeg Pauwels Sauzen-Bingoal met kopmannen Eli Iserbyt, Laurens Sweeck en Michael Vanthourenhout.

Nikolas Maes

34 jaar. Woont in Lochristi. Afkomstig van Otegem.

Prof van 2007-2020. Won de World Ports Classic in 2013. Was jarenlang meesterknecht van Tom Boonen bij Quick-Step.

Wordt vanaf 1 januari 2021 ploegleider in het voorjaar en begeleider van de jonge renners bij Lotto-Soudal, zijn team van de laatste vier jaar.

Klaas Lodewyck

32 jaar. Woont in Zarren.

Prof van 2009-2015. Was knecht van Philippe Gilbert bij BMC. Moest eind 2015 stoppen door hartproblemen.

Begon in 2016 als ploegleider bij de opleidingsploeg van BMC, waar hij Marc Hirschi en Pavel Sivakov onder zijn hoede had. Stapte in 2018 over naar de profploeg. Is sinds 2019 ploegleider bij Deceuninck-Quick-Step.