Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes. Deze keer is Thierry De Decker aan de beurt, een levende volleyballegende in Oostende. Hij manifesteerde zich als speler en als trainer en gaf de fakkel door aan zijn dochter Katrien, die een nationale volley- en beachvolleyvedette werd.
Thierry De Decker werd geboren op 30 oktober 1952. Vader Georges was turnleraar aan het Koninklijk Atheneum. Thierry ging vijf jaar naar de Vercamerschool. Het voorbereidend jaar én het middelbaar volgde hij aan het Atheneum. In augustus 1970 vertrok Thierry voor een uitwisselingsjaar naar Amerika. Hij werd 18 in New York. Terug thuis, in juli 71, probeerde hij één jaar licentiaat L.O. aan de VUB. Dat werd niets en hij behaalde dan zijn diploma regent L.O. aan de Rijksnormaalschool Brugge, in juni 1974. Zijn eerste job in het onderwijs kreeg hij in Torhout. Het tweede schooljaar begon hij in Gistel, maar na 14 dagen kon hij al aan de slag in Bredene. In januari 1976 kon hij starten in het Stedelijk Technisch Instituut (STIO), de sportschool. Daar bleef hij in dienst tot hij in 2006 de diagnose van darmkanker kreeg. Turnles kon hij niet meer geven en na zijn operatie en maanden revalidatie kreeg hij een administratieve job in de scholengroep, in STIO en Atlas Gistel, waar hij zijn dochter Katrien als directrice had. In 2012 ging hij met pensioen.
Thierry heeft twee kinderen: Katrien (48 – licentiate LO) en Dick (43 – leraar wiskunde). Hij heeft twee kleinkinderen, een sportieve kleinzoon en kleindochter, actief in het basketbal. De pa van Thierry was medestichter, speler en coach van AVO (Atheneum Volley Oostende), samen met STIVO, de meest succesvolle volleybalteams in Oostende, in de jaren 60-70.
Jaar in New York
“Ik mocht van kleins af mee naar de wedstrijden”, vertelt Thierry. “Ik was dertien toen ik mocht meetrainen met AVO 3. Een jaar later trainde ik mee met de eerste ploeg en ik mocht ook al eens invallen. Op zestienjarige leeftijd beleefde ik mijn vuurdoop, op verplaatsing in Kortrijk.”
Na zijn middelbare studies trok Thierry, als uitwisselingsstudent, naar New York. “Daar gingen mijn ogen open”, vertelt Thierry. “Ik was verwonderd over de vele sportfaciliteiten, zelfs op de kleine middelbare scholen. Ik kwam in competitie in vier verschillende sporten: voetbal, basketbal, volleybal en atletiek. De sportseizoenen overlappen mekaar daar bijna niet, zodat je in diverse sporten kon actief zijn. Onze voetbal- en basketbalmatchen werden toen reeds met videocamera opgenomen en achteraf besproken, iets wat in België toen nog ondenkbaar was en pas eind de jaren 80 overwaaide. De zaal zat telkens stampvol bij de basketbalwedstrijden, zeker 500 mensen. Tijdens mijn verblijf daar kreeg ik aanbiedingen van enkele universiteiten om er te gaan voetballen of te gaan basketten. Als topscorer was ik er ster in het voetbal én het basketbal.
“Na darmkanker kwam Parkinson, maar ik blijf een sportieve vechter”
Tijdens mijn jaar universitaire studies aan de VUB heb ik internationale matchen basket, volley en handbal gespeeld en ik was aangesloten bij ASUB Brussel. Omdat ik niet geslaagd was aan de VUB en mijn jaar niet wilde overdoen, werd ik gestraft van mijn vader: één jaar geen volley! Ik ben terug gestart bij AVO, tweede nationale. Ik kreeg nog aanbiedingen van Sunair BCO en van Atlantis Stene.”
AVO geraakte echter niet verder. Pogingen van Mister V om één grote volleyclub te maken mislukten, de fusie AVO-STIVO was ook geen succes.
“Toen ik na mijn studies les gaf in Torhout en daar ook hoogspringen deed bij Houtland AC, werd ik aangesproken door Rembert Torhout. In 1976 koos ik voor de collegeploeg Rembert in eerste nationale. Toen trainden we tweemaal per week, met twee profs in de ploeg. Ter vergelijking: mijn twee kleinkinderen trainen nu 5x per week. Iedereen had een job en ik moest mijn trainingen combineren met mijn job als turnleraar in Oostende. Op het einde van mijn laatste seizoen in Torhout was ik op een bepaald moment coach, kapitein en speler tegelijk. In 1986 werd ik speler en co-trainer bij Volley Bredene. Tijdens datzelfde jaar werd ik door Hermes gevraagd om trainer-coach van de dames te worden. In 1989-1990 was ik speler-coach bij Bredene en coach bij Hermes. Na mijn vroeg ontslag bij Hermes kon ik aan de slag bij Volley Vlamertinge, VlamVlo. We speelden eindronde en de club wou dat ik er bleef, maar ik had voor seizoen 90-91 al mijn woord gegeven aan Bredene Dames, waar dochter Katrien actief was. We pakten dat eerste jaar vlotjes de titel en stegen naar eerste nationale”, klinkt het.
“Ik werd in 91-92 ook coach van de herenploeg en met de tweede ploeg van Bredene, speelden we kampioen in 2de provinciale. Na Bredene volgden nog mooie jaren als coach van de heren VC Bissegem – die ik naar 1ste divisie en naar 1ste nationale bracht – en van 1998 tot 2005 was ik actief bij VC Gistel als coach en later als technisch directeur. Ondertussen speelde ik al jaren corporatief volley in het Dekotap-tornooi met KAO, de ploeg waarmee we tien keer kampioen gespeeld hebben. In 2006 werd bij mij darmkanker vastgesteld, het einde van mijn volleycarrière en mijn golfpassie, die ik het jaar voordien opgestart had.”
Gouden tijden
“Ik werd geopereerd en heb de ziekte overwonnen, maar ondertussen is daar ook de ziekte van Parkinson bijgekomen. Ik ben echter een sportieve vechter in hart en nieren. Ik hoop straks weer te kunnen golfen. Ik wil ook nog honderden retrofoto’s catalogeren. Ik blijf de volley-, voetbal- en basketbalwereld volgen, zeker nu de kleinkinderen uitgegroeid zijn tot beloftevolle baskettalenten. Mijn leven is verweven met de sport. Dankzij de sport heb ik veel mensen leren kennen en veel vrienden gemaakt. Ik heb gouden tijden meegemaakt, zeker op vlak van sfeer, kameraadschap en clubliefde. Voor het grote geld was ik te vroeg geboren!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier