“Waar ik ook op reis ga, overal neem ik mijn grote ‘Bruges till I die’-vlag mee”

Marc Moerman: "Mijn vrouw Sylvie heeft de stukken stof aan elkaar gestikt." © Ronny Neirinck
Tom Van Houtte

Marc Moerman draagt zijn jarenlange liefde voor Club Brugge over heel Europa uit. Overal waar de Kanegemnaar zijn tenten opslaat, hangt hij ook zijn tweekleurige lap stof met als opschrift ‘Bruges till I die’ uit. “Ik ben ongelooflijk trots op mijn vlag die al menige tv-uitzending heeft gehaald. Alle handtekeningen van de spelers en sportieve staf staan erop die Club elf jaar geleden voor de laatste keer kampioen hebben gemaakt”, mijmert Marc.

De streek van Tielt telt niet weinig Clubfans. Marc Moerman is een van hen en dat blijkt geen toeval te zijn. “Mijn vader was twintig jaar abonnee toen blauw-zwart nog op De Klokke voetbalde. Hij supporterde erg gepassioneerd en bij mij is dat niet anders. Club Brugge is een familie-aangelegenheid, want ik heb ook mijn oudere broer Martin over de streep getrokken om een abonnement te nemen in Jan Breydel. Bij thuiswedstrijden zitten we steevast naast elkaar in de Noordtribune.”

In de beginperiode van het supporterscollectief Blue Army zette Marc Moerman zich bij de zogenoemde ‘task force’ mee in voor het op touw zetten van sfeeracties. “Dat ging verder dan alleen tifo’s. We organiseerden ook cantussen waar we supporters leerden om de clubliedjes niet zomaar af te drammen, maar ze recht uit hun hart te zingen. Ik geloof dat die samenkomsten nog bestaan.”

Ik zou mezelf nooit vergeven dat ik de bekerfinale amper zie omdat ik te diep in het glas keek

Negen vierkante meter

Marc heeft een vaste ‘compagnon de route’ om tweewekelijks naar Brugge te rijden, zijn Dentergemse kameraad Dieter Van Steenbrugge. “Hij is de perfecte chauffeur aangezien hij geen druppel alcohol aanraakt als hij achter het stuur kruipt. Je moet weten dat we voor aanvang van elke wedstrijd met een zeskoppig groepje supporters afspreken om nog samen een pint te pakken in café Olympos.”

De Kanegemnaar zorgt wel dat hij tijdig de Noordtribune kan opzoeken om zijn teerbeminde Bruges till I die-vlag op te hangen. “Iedereen die Club een beetje volgt kent mijn vlag, want ze heeft al menige tv-uitzending gehaald. Je ziet ze niet alleen voor de wedstrijd achter het doel hangen, maar ook erna als de spelers ons komen groeten”, vertelt Marc trots.

De vlag is zowat negen vierkante meter groot en valt op door haar diagonale blauw-zwarte banden. “Het is mijn vrouw die ze zowat vijftien jaar geleden naaide en net omwille van die schuine strepen had ze erg veel stof nodig. Het opschrift werd letter per letter uitgeknipt en op de vlag gestikt. Intussen draagt ze de handtekening van tal van huidige en vroegere Club-coryfeeën, zoals de spelers en sportieve staf die ons elf jaar geleden voor de laatste keer naar de landstitel hebben geleid. Onlangs zette ook voorzitter Bart Verhaeghe zijn krabbel. Een moment waar ik al lang naar uitkeek, want mijn bijgeloof zegt dat die ons weer een stapje dichter bij een nieuwe titel brengt.”

Mijn vlag draagt de handtekeningen van tal van Club-coryfeeën

De vlag heeft intussen al een groot stuk van Europa gezien, want overal waar Marc Moerman met zijn gezin naartoe reist, neemt hij ze mee. “Zo veroverde mijn drapeau al Spanje, Portugal en Turkije. Ook in Tunesië stak ze ooit in mijn valies en daardoor kreeg ons reisgezelschap het in het Noord-Afrikaanse land aan de stok met een Anderlechtsupporter. Die belde kennissen die mee waren in het holst van de nacht uit hun slaap.”

Die passage in zijn Clubmemoires doet Marc ook terugdenken aan tal van Europese verplaatsingen die hij in het zog van zijn favoriete ploeg ondernam. “Amsterdam, Dortmund, Turijn, Wenen waar ik helemaal op eigen houtje naartoe ging , Londen, Manchester… En overal moeten gaan lopen, hé. Behalve in Dortmund, waar een fantastische sfeer heerste. We schakelden in dat seizoen 2003-2004 de sterke Duitsers uit op weg naar de poulefase van de Champions League.”

Bijgeloof

Zoals alle andere Club Bruggesupporters kijkt Marc reikhalzend uit naar de bekerfinale van komende zondag tegen Standard. “Voor eenzelfde scenario als vorig seizoen tegen Anderlecht wil ik direct tekenen”, lacht de nachtarbeider. “Bij de late gelijkmaker van paars-wit zag het ernaar uit dat we de hemel op ons hoofd zouden krijgen en op het moment dat iedereen zich al met verlengingen had verzoend, scoorde Refaelov de winning goal. En hoe !”

Maar gehinderd door zijn eeuwige bijgeloof is de Kanegemnaar niet gerust in een goede afloop. “De laatste decennia werden we na twee zeges in de bekerfinale telkens op een nederlaag getrakteerd. Inmiddels staan er alweer twee triomfen in het Koning Boudewijnstadion op onze teller… Al spreekt een andere statistiek in het voordeel van Club Brugge : nog nooit verloren we een finale waaraan we als thuisploeg begonnen en dat was toch al elf keer het geval. Maar ook Standard verloor nog nooit als thuisploeg op de Heizel…”

Geloof in goede afloop

Marc hoopt zondag al tegen de middag in onze hoofdstad te arriveren en zich daar, na de inwendige mens te hebben versterkt, met bevriende fans naar het fandorp onder de Atomiumbollen te begeven. “Ons moed indrinken op de goede afloop. Maar ook niet te veel, want ik zou mezelf nooit vergeven dat ik maar tien minuten van de bekerfinale zie omdat ik te diep in het glas heb gekeken.”

Bij winst van Club gaat Marc maandag gewoon weer werken. “Mochten we straks de eerste titel in elf jaar vieren, zal me dat wellicht niet lukken”, lacht hij. “Ik heb er goede hoop op, want Anderlecht is niet goed bezig en AA Gent maakt een mindere periode door. Je hoort me niet zeggen dat wij het beste voetbal brengen, maar het geloof in een goede afloop wordt groter en groter.”