Onze Red Flames scoren bij de noorderburen: op bezoek bij het ‘West-Vlaamse’ Fortuna Sittard
Sinds dit seizoen wil Fortuna Sittard met zijn vrouwenploeg de Nederlandse voetbaltop bestormen. Het rekent daarbij op een West-Vlaamse ruggengraat. Met de Tieltse Diede Lemey (26), de Wielsbeekse Tessa Wullaert (29) en de Jabbeekse Féli Delacauw (20) telt de Nederlandse club maar liefst drie West-Vlaamse Red Flames. Redenen genoeg dus om er eens een kijkje te gaan nemen.
Toegegeven: de trip van West-Vlaanderen naar Sittard is niet de meest charmante roadtrip die je je kan indenken. Door een dikke laag mist en file op de Antwerpse ring draaien we pas na een rit van ruim tweeënhalf uur de parking van Sportpark De Krao op. “Herkenbaar”, zal Wullaert later lachend zeggen.
De Krao was tot voor kort het oefencomplex van amateurclub VV Sittard, maar sinds deze zomer hebben ook de Fortuna Sittard Vrouwen er hun thuisbasis. Niets indrukwekkend, maar gezellig des te meer.
We worden door enkele clubmedewerkers hartelijk begroet en krijgen meteen een kop koffie aangeboden. Uit de container die vlak voorbij de toegangspoort staat, galmen ondertussen zware bassen. De speelsters zijn er bezig met spieractivatie en daar hoort blijkbaar een streep(je) muziek bij. En vergis u ook niet: ondanks de weinig luxueuze eerste aanblik van het trainingscomplex, wordt er wel degelijk zeer professioneel gewerkt en is alles er uitstekend geregeld.
Dat blijkt wanneer we een kleine rondleiding krijgen. Een deel van het complex is voorbehouden voor de dames. Ze hebben er onder meer een ruime kleedkamer en lockers ter beschikking, evenals een wasplaats, waar na de trainingen alle kleren gewassen worden. “We zorgen goed voor hen”, vertrouwt Wilma ons toe, terwijl de speelsters op het veld aan hun opwarming beginnen. Als vrijwillige staat zij het team bij. Ze doet er onder meer de was en helpt er ’s middags ook bij het klaarzetten van de maaltijd. “De speelsters kunnen hier dus niet klagen”, voegt ze er met de glimlach aan toe. “Maar we doen het met veel plezier, want ze zijn enorm dankbaar.”
Professionele omkadering
In tegenstelling tot in België zijn de speelsters hier allemaal profs, wat maakt dat er overdag getraind kan worden én dat er ook op de club gegeten wordt. “Het eten wordt bereid in het stadion van Fortuna Sittard, hier een paar kilometer vandaan, waar ook het oefencomplex van de mannenploeg is. Tegen de middag wordt alles dan naar hier gebracht”, legt Wilma uit. En effectief: om klokslag 12 uur komt een busje van de club aangereden en worden de maaltijden aangeleverd.
Eten doen de dames in de kantine, of het clubhuis zoals ze het in Nederland noemen. Datzelfde clubhuis doet tevens dienst als spelershome. Er hangen dartsborden, geregeld wordt een pingpongtafel aangereden en er hangen tv’s. Die dienen trouwens niet louter voor plezier en vertier, want het is ook op die schermen dat de videoanalyses gegeven worden. Dat laatste is trouwens nog een bewijs van de professionalisering waarvoor de club wil staan. Een ander voorbeeld: tijdens de training kijkt data-analist Giel continu op zijn tablet. “Er wordt altijd getraind met een gps, zodat de informatie gemonitord kan worden. In de tribune hangen trouwens ook camera’s die de training filmen, zodat ook die achteraf geanalyseerd kunnen worden”, klinkt het.
Risico genomen
Aan professionele omkadering dus geen gebrek. En dat voor een club die slechts enkele maanden geleden het levenslicht zag en vanuit het niets tot de Eredivisie toetrad. Het legt Fortuna evenwel geen windeieren, want na 8 speeldagen prijkt de Limburgse club op een knappe derde plek. De enige twee nederlagen tegen Feyenoord en Ajax leed Fortuna op speeldag 1 en 2. Sindsdien bleven ze foutloos.
En dat is niet in het minst te danken aan de West-Vlaamse enclave in Sittard. Diede Lemey, Féli Delacauw en Tessa Wullaert vormen immers de ruggengraat van het elftal van Roger Reijners. Wullaert was in 8 matchen goed voor 6 goals en 7 assists, Delacauw voor 2 doelpunten en 3 assists, terwijl doelvrouw Lemey in de laatste vijf matchen slechts één goal slikte. Hun transfer naar Nederland pakt dus vooralsnog uitstekend uit. “Nochtans was naar hier komen wel een risicootje”, zeggen ze wanneer we tussen twee trainingen door na hun lunch even bij hen aan tafel schuiven. “Niemand wist hoe het hier zou lopen”, vertelt Lemey. “Het plan oogde mooi, maar dan is het natuurlijk nog afwachten hoe het in de praktijk uitdraait.”
(lees verder onder foto)
Maar waarom zouden drie Red Flames die bij respectievelijk KAA Gent, Anderlecht en Sassuolo relatief gebeiteld zaten zo’n risico nemen? Wullaert: “Omdat ik na twee jaar Anderlecht het gevoel had dat ik toe was aan iets nieuws. Alle randzaken bij Anderlecht kostten me veel energie en ook het feit dat ik hier weer volwaardig prof kon zijn, trok me over de streep. Hier trainen we overdag en dat maakt een groot verschil. Daardoor heb je meer tijd om op bepaalde zaken te werken en bepaalde dingen te bespreken. Bij Anderlecht trainden we ’s avonds en was iedereen na de training zo snel mogelijk naar huis. Dat is hier niet het geval. Hier is er ontbijt en lunch op de club en hebben we eigenlijk alle tijd. Het is hier echt zoals het hoort te zijn.”
Center Parcs
Ook voor Delacauw was de transfer naar Sittard, haar eerste buitenlandse avontuur, een welgekomen stap hogerop.
“Na zes jaar bij Gent had ik het daar wel gezien en van bij de eerste gesprekken was ik gecharmeerd door het project hier. Het plaatje klopte. Ik speel in het buitenland, maar de afstand tot thuis valt toch heel goed mee. Ik hoef geen boot of vliegtuig te nemen om eens naar huis te gaan en ook mijn ouders kunnen nog elk weekend komen kijken.”
De mogelijkheid om geregeld eens naar huis te gaan, is er dus.
Al laten de dames de dagelijkse rit van een uur of vijf wel aan zich voorbijgaan. Samen met alle andere speelsters wonen ze in het Watersley Sports & Talentpark waar ook schaatsers, wielrensters en andere topsporters verblijven. “Ik noem het een soort Center Parcs voor topsporters”, lacht Lemey. “We wonen er allemaal, wat maakt dat we ook naast het veld veel dingen samen doen en de band met alle speelsters erg hecht is.” “Als we eens een vrije dag hebben, ga ik wel terug naar België, maar dan wil ik minstens 24 uur thuis kunnen zijn”, aldus Wullaert.
Budget van 1 miljoen
Niets dan positieve geluiden dus. Al was er vooraf weliswaar ook wat voorbehoud. Lemey tekende bijvoorbeeld bewust slechts voor één jaar. “Omdat ik eerst wilde zien hoe het hier zou lopen. Je moet toch altijd eerst zien of de mooie woorden ook in de praktijk omgezet worden. Na vijf jaar in Italië strookten mijn ambities niet langer met die van de club. Dat is hier wel het geval. Ik ben ondertussen 26 jaar en het was voor mij tijd om mijn schouders mee onder een project te zetten.”
Achteraf gezien hebben de dames ook geen reden om spijt te hebben van hun keuzes. “Het gaat inderdaad goed”, bevestigt Wullaert. “We presteren boven de verwachtingen. Voor het seizoen mikten we op een plek in de top 5. Momenteel staan we derde, dus dat is positief. Al is het seizoen nog lang.” “Je kan inderdaad wel zeggen dat de keuze goed uitgepakt heeft”, pikt Lemey in. “Qua faciliteiten zijn we goed omringd. Het gaat soms om kleine dingen, maar net die dingen maken wel een verschil. De club bestaat nog maar pas en heeft de ambitie om te blijven groeien. Dat merk je ook, want als wij als speelster aangeven dat we bepaalde zaken missen, dan gaan zij daar actief mee aan de slag. We zullen niet van vandaag op morgen het grootste of het mooiste complex van Nederland hebben, maar de club doet er wel alles aan opdat we in de best mogelijke omstandigheden kunnen werken.” Wullaert: “In België zit enkel OH Leuven op een gelijkaardig niveau qua werking en infrastructuur. De rest doet allemaal onder voor Fortuna Sittard, hoewel ze al zoveel langer bestaan.”
En dat tekent zich volgens de dames ook af in het niveau van de competitie. Lemey: “Sinds het einde van de BeNe-Liga is de niveaukloof tussen België en Nederland weer wat groter geworden. Nederland heeft immers stappen gezet, terwijl België dat niet gedaan heeft. De goede clubs in België halen dan wel een degelijk niveau, toch zijn er slechts enkele teams die hier in Nederland effectief zouden kunnen meedraaien.” En daar is volgens Wullaert een logische verklaring voor: “Hier heb je vier à vijf profclubs, in België geen enkele. Natuurlijk uit zich dat. Het verschil in trainingsintensiteit en -kwaliteit is groot.”
Maar een profclub kost natuurlijk geld. Maar dat is in Sittard geen probleem. Media- en entertainmentplatform Azerion is immers niet alleen naamsponsor van de Vrouwen Eredivisie, maar ook mede-eigenaar van Fortuna Sittard. Niet onlogisch dus dat de club koste wat het kost een vrouwenteam op het hoogste niveau wilde hebben. Het trok daarvoor een budget van 1 miljoen euro uit. Een bedrag waar Club YLA of de RSCA Vrouwen van gaan watertanden.
Taalbarrière
Ook niet onbelangrijk: hoe gaan de Nederlandse dames om met de West-Vlaamse – en bij uitbreiding Belgische – enclave in Sittard? “Die doen normaal tegen ons”, grinnikt Féli. “Al is er wel de taalbarrière natuurlijk”, zegt Tessa met een kwinkslag. “Je moet alles vier keer zeggen omdat ze ons niet begrijpen”, doet Diede er nog een schepje bovenop. “Of dan doen ze ons na. De taal zorgt dus wel voor animo, ja”, concludeert Féli met een glimlach.
De malaise bij de Rode Duivels is dan weer geen mikpunt van spot. “Integendeel”, stelt Tessa. “Ze vragen oprecht wat er aan de hand is, want ze supporteren ook voor België. En wij voor Nederland natuurlijk. We volgen de matchen altijd samen.”
De balans is dus positief. En dan durft er al eens voorzichtig naar de toekomst gekeken te worden. “Ik denk dat ik hier langer dan twee jaar zal spelen. Mocht er nog iets komen uit Spanje, zou ik misschien nog twijfelen, maar op dit moment zit ik hier heel erg goed. Het is natuurlijk moeilijk om te voorspellen, maar ik zie me hier wel langer spelen”, aldus Tessa. Diede knikt. “Je merkt dat als men hier over het ‘Project Fortuna’ spreekt, dat men dan kijkt op lange termijn. Ze hebben echt wel de ambitie om op termijn een stabiele club te worden die meespeelt voor de titel en de kwalificatie voor de Champions League.”
En weg waren ze, naar de tweede training van de dag, een gymsessie. Om dan later op de avond nog samen voor Oranje te supporteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier