Marc Degryse (55) heeft een boek geschreven. Over voetbal, of wat had je verwacht van een ex-topvoetballer en misschien wel ‘s lands beste voetbalanalist? Dat boek heet ‘Het EK van de Laatste Kans’ en de Ardooienaar vertelt uitgebreid waarom hij er niet echt in gelooft, in goud voor onze Rode Duivels. Om dan van zijn leven als voetbaldier en televisiegezicht weg te dribbelen naar dat van belegger, golfer en vader het leven zoals het is buiten die groene rechthoek. “Ik heb nog steeds de geest van een twintigjarige.”
Euro 2020, vanaf 11 juni, dat wordt weer een maand lang gekke volksvreugde, zeker? Een voetbalfeest, na alle ellende van afgelopen anderhalf jaar? En tot 11 juli, dag van de finale, toch? Want met minder dan goud mogen we niet tevreden zijn. Maar Degryse, intussen al bijna vijftien jaar voetbalanalist, twijfelt sterk aan de kansen van de Gouden Generatie. En hij legt in het overigens vlot leesbare ‘Het EK van de Laatste Kans’ doordacht uit waarom en deelt zijn argumenten netjes in. Afscheid van sterkhouders: Kompany, Fellaini, Dembélé… , juist. De gammele defensie. Alderweireld, Vermaelen en Vertonghen zijn samen 100 jaar oud, juist. En híj had nooit Witsel geselecteerd. “Die jongen speelt met zijn carrière”, legt hij uit op het zonnige terras van Thermae Palace in Oostende. Neen, ons land is niet zijn topfavoriet, vooral Frankrijk en Portugal zijn dat.
Marc, pagina 67: “Goud ligt niet binnen ons bereik.”
“Oei, staat dat er zo expliciet in? ( lacht ) In het boek heb ik toch ook de deur op een kier gezet, ik heb geschreven dat we wel een kans maken als álles meezit. En ik heb er ook de zekerheden ingestoken: Thibaut Courtois die, net zoals op het WK 2018, weer de beste keeper zal moeten zijn, De Bruyne, Lukaku en Tielemans die beter zijn geworden… Maar ik geef ook de problemen aan. Zoals: zal Hazard drie matchen na elkaar beslissend kunnen zijn? Leuke jongen natuurlijk, maar de manier waarop hij…” ( zwijgt even )
… in het leven staat? Hoor Marc Degryse, in zijn spelersjaren nochtans ook een levensgenieter en geen heilige!
“Maar ík was dat niet meer op mijn dertigste! Ik was dat tot mijn twintigste, tot ik door mijn gedrag naast de selectie viel en ik kon fluiten naar het WK in Mexico. Toen heb ik gezegd: dit gebeurt mij nooit meer . Maar we gaan Hazard op zijn dertigste niet meer veranderen. En dat is zonde.”
Eerst nog even over jouw selectie. Jouw boek verscheen net voor de bekendmaking van de selectie door bondscoach Martinez. Zo onder West-Vlamingen: had jij naast Vanaken Mechele en De Ketelaere wél meegenomen?
“Mechele omdat ik denk dat het achterin heel krap is. Voor Thomas Vermaelen zal zes, zeven topmatchen op rij bijna een mirakel zijn. Die jongen heeft de laatste vijf, zes jaar geen twintig matchen op een heel seizoen gespeeld, hé. En Vertonghen en Alderweireld zijn 34 en zijn allebei in hun ploeg geen basisspeler meer. Oké, Mechele behoort misschien niet tot de beste 26 voetballers van ons land, maar je kan er altijd op rekenen. Hij is al in drie Champions League-campagnes nooit door de mand gevallen. En ik had inderdaad Charles De Ketelaere boven Doku gekozen, maar dat was voor de 8-1 tegen Wit-Rusland waarin Doku zo uitblonk. Al was het natuurlijk ook máár Wit-Rusland, we mogen geen valse verwachtingen in Doku koesteren. Hans Vanaken was voor mij een zekerheid: balvast, intelligent… Alleen moet hij volgens mij naar het buitenland, weg uit zijn comfortzone bij Club, naar een goeie club in de Premier League of de Bundesliga. Pas dan kan hij nog een stap zetten.”
Maar wat als hij nu eenmaal perfect gelukkig is bij Club?
“Dat zegt Franky Van der Elst ook. Maar toch vind ik dat je dat moet doen, als je de kans krijgt. Wat er ook gebeurt, ik spreek uit ervaring: je krijgt nooit spijt van die stap, van die ervaring. Kiest hij dan om nog vier, vijf jaar hetzelfde te doen, elk jaar weer naar Eupen, naar STVV… ? Dan toch liever tegen Southampton als hij naar West Ham zou kunnen of in Duitsland tegen Bayern München en Dortmund spelen?”
“En voor Club kan een vertrek van Vanaken toch geen probleem zijn, ze hebben met De Ketelaere de perfecte vervanger. Voor Charles is het buitenland te vroeg, hij moet eerst de draaischijf van Club worden. Maar hij moet toch geen vijf jaar meer wachten om op Vanakens positie te spelen? De Ketelaere moet gewoon een vaste positie claimen. Het zou voor iedereen een goede zaak zijn als Vanaken toch zegt: ik ga mijn valiesje pakken, ik ga naar Londen! (lacht) Maar maak daar nu niet van: Vanaken moét weg. Ik kan het hem alleen maar aanraden.”
Kijkt het voetbaldier in jou uit naar zo’n bubbel van een maand EK-gekte?
“Zeer zeker. Het boek is de visie van een analist met twijfels. Men verwacht toch van een ex-voetballer dat ze doen alsof ze er iets van kennen. En…”
Leuke titel: Analist Marc Degryse: “Ik doe maar alsof ik er iets van ken!”
( lacht ) “Het is toch zo? De mensen denken: die spreken uit ervaring, ze weten er meer van dan wij . Maar hier zit ook wel een supporter die hoopt dat ze Europees kampioen worden. Als analist evenwel kán ik niet gaan roepen: We worden Europees kampioen, hallelujah! Al zou ik er waarschijnlijk populair mee worden.”
Mag ik veronderstellen dat elke analist momenteel hard aan het studeren is op de 24 deelnemers aan het EK?
“Ik ga voor de krant van thuis uit elke dag één belangrijke wedstrijd volgen, dan moet je je voorbereiden op de landen die je niet goed kent. Dit wordt intussen het zevende tornooi dat ik als analist volg, alleen op het laatste WK, in 2018 in Rusland, was ik niet ter plaatse. Dat deed ik liever van hieruit, ik ben niet zo’n Rusland- en Poetinfan.”
Je bent nu bijna even lang analist als je profvoetballer was, zo’n vijftien jaar. Wat doe je nu het liefst?
“Nu je het zegt… Voetballen! Dag en nacht verschil! Niet dat ik mijn huidige job niet enorm graag doe, maar het spelletje blijft zoveel leuker.”
Was het in jouw tijd nog veel leuker?
“Dat ben ik wel zeker, ja. Er is nu veel meer druk. Niets kan en mag nog, met al die sociale media.”
Maar je had nu wel veel meer geld verdiend?
“Die bedragen zijn zelfs niet meer te vergelijken.”
Verdient een analist die hele dagen op televisie zit goed zijn brood?
( lacht ) “Het is niet te vergelijken met wat analisten in het buitenland krijgen. Maar ik klaag niet, het is oké. Categorie goedbetaalde journalisten, zoiets. Ik ben vooral blij dat ik in die wereld kan blijven.”
Jouw fortuin is toch gemaakt? Voor wat het waard is: gespecialiseerde sites spreken over een vermogen van Marc Degryse van 5 miljoen euro. En je zou ook een uitstekend belegger zijn.
“Daar ben ik nogal mee bezig, ja. ( plagerig ) Vijf miljoen? Serieus? Maar ik ben in elk geval liever analist dan trainer. Het trainerschap mij nooit aangetrokken. Die mannen zijn zó fanatiek, zijn daar dag en nacht mee bezig. Sommigen slaan dan ook soms een beetje door. ( lacht ) Dan denk ik: keep it simple! ”
Klopt het dat je in 2009 bijna assistent was van Dick Advocaat bij de Rode Duivels?
“Dat klopt. Maar Dick legde mij achteraf uit dat een Nederlander én een Vlaming voor de Franstaligen niet zo’n goed idee was. Hij koos dan maar voor Marc Wilmots als T2.”
Je was wel van 2003 tot 2007 sportleider van Club Brugge maar dat liep niet goed af.
“Ik vond het eigenlijk wel een toffe job, ik kreeg daarna nog wel een paar mogelijkheden. Maar nergens met carte blanche en ik wilde de volledige eindverantwoordelijkheid. Anders zou het niet lukken, dat was de les die ik bij Club had getrokken.”
De fotograaf, een Anderlechtsupporter, vroeg zich daarnet af of je na een spelerscarrière van zes jaar Club Brugge en zes jaar Anderlecht meer blauw-zwart dan wel paars-wit bent gebleven. Ik denk: geen van beide, ondanks je West-Vlaams bloed. Daarvoor ben je te rationeel.
“Die vraag stellen ze mij allemaal. Je kan je niet voorstellen wat ik soms over mij krijg. Toen ik een aantal jaren geleden kritisch was voor Club, toen het er slecht ging, riep iedereen: hij is voor Anderlecht! En toen het slechter ging met Anderlecht en ik dat ook zei, was ik weer voor blauw-zwart. Het zijn voor mij gewoon allebei aparte verhalen. Al waren bij Club mijn vertrek als speler (naar aartsvijand Anderlecht, red.) en als sportleider niet zo leuk. Ik ben daar inderdaad heel rationeel in, ik kan alleen maar hopen dat ik zo neutraal mogelijk overkom. Ik heb zelfs geen persoonlijke sympathieën.”
Maar toch wel bij de Duivels?
“Alderweireld, Vertonghen … Het zijn geen tafelspringers, dat vind ik wel toffe gasten. Verstandige jongens ook. Maar als ze slecht zijn, zal ik het ook zeggen.”
Weer tijd voor mijn favoriete quote van Youri Mulder: ‘Voetbal is een praatsport geworden’.
“Er zijn massa’s analisten, ja. Dat valt niet tegen te houden: er is omzeggens elke dag voetbal. Ik denk wel eens dat het teveel is. En alles moet zo snel mogelijk online, er zijn al die podcasts…”
Hoeveel uren per week ben je met voetbal bezig?
“Veel meer dan iemand die vijf dagen per week acht uren werkt. Mijn agenda wordt bepaald door het voetbal. Dan die match, dan die match… Dat ontvang ik allemaal via mail. Alleen al in het weekend soms vier matchen in de studio en dan nog een paar thuis. Zoveel dat ik soms niet meer weet welke matchen ik een paar dagen voordien heb gezien.”
Klopt het dat je thuis een eigen televisiestudio hebt? Zo met verschillende schermen naast elkaar waardoor je meer dan één match tegelijk kan bekijken, zoals René Vandereycken?
“Zo gek ben ik niet, neen. Wedstrijden die ik niet kan volgen, neem ik gewoon op. Al kijk ik het liefst live. Een studio is het niet, maar ik kan op mijn gemak kijken, men heeft geen last van mij. Maar het is niet alleen matchen bekijken, het is ook lezen over voetbal, je overal over informeren. Op dat vlak denk ik nog steeds als een voetballer. Ik zei toen ook altijd: de belangrijkste periode voor een voetballer is de voorbereiding. Als analist denk ik hetzelfde. Ik ben zelfs niet op mijn gemak, ik kan niet gaan zitten als ik niet goed voorbereid ben. Ik neem het serieus. Amai!”
En dan zat tijdens de EK-kwalificaties Jan Mulder naast jou, in die ‘Rood’-studio van VTM. Hij die vaak meer vanuit het hart en de buik dan vanuit het hoofd juicht of weent.
“Net daardoor moet ik het zeker serieus doen. ( lacht ) Als één van de twee er eens naast slaat, moet er toch één zijn die de boel in de gaten houdt? Ik denk dat VTM ons daarom bij elkaar heeft gezet. Ik focus me vooral op het voetbalaspect en dan reageert Jan. We komen echt goed overeen, we begrijpen elkaar.”
Je zit er op televisie ook altijd opvallend netjes bij, vind ik.
“Sportief netjes. Ik vind mijn voorkomen op televisie niet onbelangrijk.”
En toch blijf je ergens jongensachtig. Op een bepaalde manier ben je nog steeds ‘Marc Degryse, de Kleine’, vind ik.
“Ik beschouw dat als een compliment. (nadenkend) Ik probeer… Ik heb nog de geest van een twintiger, vind ik. Maar ik leef niet meer als een twintiger. Een keer doorzakken en je draagt de gevolgen. Ik heb nochtans zo’n goesting in nog eens een goed feestje. In een bruin café met de maten eens goed doorzakken, met goeie muziek en eens all the way gaan. Nog een keer dronken worden… Al moet ik dan wel vroeger in mijn bed. Want ik kan niet meer blijven liggen tot 10 uur. Ik sta zowat elke ochtend om 7 uur op. En ik wil ook nog een beetje de fitte sportman van vroeger blijven. Toen Johan Boskamp mijn trainer was en hij steeds zwaarder werd, zei ik hem dat regelmatig: Jan, dat kan toch niet, je bent toch een voetballer geweest, je moet toch op jouw gewicht letten. Maar Jan kon het niet meer opbrengen. Ik ben ook wel bijgekomen, maar het is nog oké. Ik blijf veel bewegen, ik probeer toch elke dag iets te doen om fit te blijven. Als ik een dag niet golf, probeer ik drie kwartier te lopen, zo’n zeven à acht kilometer. Dat geeft mij energie, dan denk ik al eens na over de volgende wedstrijd.”
Hoe goed golf je eigenlijk?
“Niet zo bijzonder, hoor. Handicap 10. Ik ben nog zeven geweest.”
Wie is in de ruime afdeling analisten-golfspelers de beste?
“Vooral Jacky Matthijssen en Wesley Sonck zijn goed, ze zijn elkaar waard. Geert De Vlieger speelde ook aardig, maar hij heeft er zo’n beetje genoeg van, hij vond die handicap niet langer belangrijk, hij is nu meer coureur.”
Marc Degryse is een strenge analist, maar om een of andere reden, dat jongensachtige wellicht, kan ik mij jou moeilijk voorstellen als een strenge vader. Jouw dochter is intussen al 24, je zoon 19.
“Dat ben ik ook niet. Vind ik toch, Lynsey en Darren vinden van wel. Ik zeg nochtans alleen maar: je zou het zo of zo moeten doen. Ik heb ze nooit ergens toe gedwongen. Als ik dat vergelijk met mijn tijd in Ardooie… Ik werd streng opgevoed, katholiek ook, op internaat… ( nadenkend ) Maar ik geef wel eerlijk toe dat ik ze misschien te weinig complimenten heb gegeven. Ze wonen nog allebei thuis. En in het weekend komt dan de vriend van Lynsey. Het is goéd hoor, thuis. ( lacht ) Lynsey haalde een master handelswetenschappen en werkt nu op de human resources bij Partena in Gent. Darren volgt management in Gent maar is euh… minder student. Maar het is wel een heel toffe gast! ( lacht ) Zo’n sociale capaciteiten zijn ook belangrijk, hij vindt zijn weg wel.”
Darren voetbalt bij de beloften van KV Oostende. Moet lastig zijn als zoon van.
“Dat is het ook. Voor hem én voor mij. Ik mag van Darren ook nooit iets zeggen of roepen langs de lijn. Al langere tijd. Ik deed dat met goeie bedoelingen, maar neen… Ik was niet zoals de meeste andere ouders die denken dat hun zoon de beste is, ik keek altijd met een kritische blik. Niet dat ik Darren onder de grond stopte, maar ik vind nog steeds dat je alleen maar beter wordt met opbouwende kritiek.”
De analist in de vader. Maar hoe ver gaat de vader in de analist? Kan je op televisie kritisch zijn over KVO-coach Blessin? Want dan raakt je zoon misschien nooit in het elftal.
“Ik zou even eerlijk blijven. Maar het is niet erg realistisch, hoor.”
Binnenkort zijn beiden de deur uit en…
“… dan volgt er weer een nieuw leven: alleen met mijn vrouw. Nog eens een test! ( schatert ) Jij staat al verder. Zeg me, word je milder met ouder worden?”
Marc Degryse
Marc Degryse (Roeselare, 4 september 1965) voetbalde voor Club Brugge, Anderlecht, Sheffield Wednesday, PSV, AA Gent en Beerschot, verzamelde als Rode Duivel 63 A-caps en speelde de eindronde van het WK 1990 en het WK 1994. De Kleine was vier keer Profvoetballer van het Jaar en won in 1991 de Gouden Schoen. Na zijn spelerscarrière was hij van 2003 tot 2007 sportleider bij Club Brugge, vanaf 2008 werd hij voltijds analist. Momenteel werkt hij voor Het Laatste Nieuws, VTM en Play Sports. Getrouwd met Nicole, een dochter van 24 en een zoon van 19.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier