Dominik Thalhammer (Cercle Brugge): “Voetbal mag niet saai zijn om naar te kijken”

Dominik Thalhammer in actie tijdens de vriendschappeljke match tegen AS Monaco. “Voor mij is succes ook mensen ontwikkelen.” © Belga
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Met welke visie beginnen de hoofdcoaches van de West-Vlaamse eersteklassers aan het nieuwe seizoen? Dominik Thalhammer toetst zijn werkterrein aan elf quotes van gerenommeerde coaches, van Guardiola over Mourinho tot Klopp. “Alleen naar het resultaat kijken, is oppervlakkig. Wij kijken ook naar het proces en meten de verbetering en de kwaliteit van ons spel.”

In deze exclusieve reeks ‘Toptrainers’ leggen we als aanloop naar het nieuwe voetbalseizoen de trainers van de vijf West-Vlaamse eersteklassers precies 11 bijzondere uitspraken voor van absolute toppers in hun vak.


1. “Ik wil de bal negentig minuten hebben. Als ik de bal niet heb, ga ik hoog pressen omdat ik de bal wil.” (Pep Guardiola, coach Manchester City)

Dominik Thalhammer: “Eerst en vooral: wij hebben geen probleem als we de bal niét hebben, want we zijn een team dat niet alleen zo hoog mogelijk druk zet maar ook echt jaagt om de bal zo snel mogelijk te recupereren. Niet om de bal te hebben en op te bouwen, maar om na de balrecuperatie zo snel mogelijk te scoren. Om binnen de zeven, acht, negen seconden een doelpoging te ondernemen.”

“Vorig seizoen waren we het beste pressingteam in België. De volgende stap is dat we ook in de omschakeling tot de beste teams gaan behoren. Daar kunnen we nog beter in worden en daarom zijn we nu extreem op die details aan het werken. Alleen naar het resultaat kijken, is oppervlakkig. Wij kijken ook naar het proces en meten de verbetering en de kwaliteit van ons spel aan de hand van KPI’s, Key Performance Indicators. Zoals: hoe lang duurde het alvorens we de bal konden recupereren en hoe lang duurde het daarna alvorens we een doelpoging konden ondernemen?”

“Veel teams in België spelen met een mandekkingssysteem. Wat wij doen, is heel anders. Wij zijn heel jong en beschikken niet over de individuele kwaliteit van de topclubs, wij moeten sterk zijn als team en dat almaar verder ontwikkelen.”

2. “Je moet voetballen om de fans te vermaken.” (Louis van Gaal, coach Nederlands elftal)

Thalhammer: “Ja, voetbal mag niet saai zijn om naar te kijken. Balbezit, vijftig passen alvorens echt aan te vallen, kan ook wel interessant zijn om na te gaan hoe een team wil opbouwen, maar het gaat traag. Ons speelplan is: direct voetbal. Voor het publiek is dat fantastisch, dynamisch en opwindend. We vallen onze tegenstander direct aan en ook als we de bal hebben, zijn we heel direct. De mensen voelen dat, die moed en die intensiteit. Op twee wedstrijden na hadden we vorig seizoen altijd een goede controle: tegen Charleroi en in de laatste wedstrijd tegen Antwerp. Ook de data gaven dat aan. Zo wonnen we in Anderlecht zonder dat zij kansen konden creëren.”

“Het belangrijkste is de spelers te overtuigen om dit te doen, zodat ze geloven dat ze het kunnen, dat ze op die manier succesvol kunnen zijn en met plezier op de bal jagen. Het houdt gevaar in, met zoveel ruimte achter je verdediging spelen, en dan komt het er voor een coach op aan om de spelers te leren hoe ze het risico kunnen minimaliseren. Soms krijg ik de vraag: wat is talent? Voor mij is dat de openheid en de bereidheid om te leren. Als je niet in staat bent om te leren of daar traag in bent, kun je niet iets snel implementeren en dat is een groot probleem. Mijn achterste vier – Daland (22), Popovic (22), Utkus (21) en Sousa (20) – zijn jong, maar ze zijn open en leren snel.”

3. “Mijn hobby’s zijn gelinkt aan de manier waarop ik voetbal wil spelen. Ik wil in mijn vrije tijd actiesporten doen, zoals kitesurfen, snowboarden, mountainbiken en freeriden of off-piste skiën. Dat kan een grote link zijn met hoe ik wil voetballen.” (Julian Nagelsmann, coach Bayern München)

Thalhammer: “Ik ski ook graag, ik ben ermee opgegroeid. We hebben een huis in de bergen en als we kunnen, gaan we er skiën. Maar voor mij geldt het tegenovergestelde: wanneer ik thuis ben, doe ik rustige dingen, zoals joggen, een boek lezen en naar de sauna gaan. Negentig procent van mijn tijd gaat dan naar qualitytime met mijn vrouw en mijn dochters, een tweeling van twaalf. Het zorgt ervoor dat ik de energie heb om op het veld elke keer weer volledig aanwezig te zijn.”

4. “Geld is geen garantie op succes.” (José Mourinho, coach AS Roma)

Thalhammer: “Neen. Ik denk wel dat je de waarschijnlijkheid ermee kunt verhogen. Maar eerst en vooral moet je succes definiëren. Voor Mourinho is dat alleen maar titels winnen, denk ik. Voor mij is succes ook mensen ontwikkelen. Visie is heel belangrijk voor een team en voor mij is dat: wat inspireert de spelers om hier elke dag te komen? Het geld, natuurlijk, maar er is meer: bij ons is dat de visie om het beste pressingteam en het beste transitieteam te zijn. Het moet verschrikkelijk zijn om tegen ons te spelen.”

5. “Dertig procent van de coaching is tactiek, zeventig procent is sociale competentie.” (Julian Nagelsmann, coach Bayern München)

Thalhammer: “Voetbal is veel complexer dan dat. Hier ontbreekt iets heel belangrijks: mediation skills, de competentie om content op de spelers over te brengen. Wij zijn een multicultureel team en je moet voor iedere speler de juiste benadering vinden. Wij noemen dat Methodenkompetenz: hoe implementeer je iets, hoe kan ik jou iets leren? Veel coaches spreken over wat ze moeten doen, sommigen zijn gedetailleerder en spreken over hoe en de besten spreken over waarom. Als spelers begrijpen waarom, zijn ze echt betrokken en toegewijd en doen ze het beter. Daar moet je verschillende methodes voor gebruiken én een goeie leeromgeving voor creëren, een plaats waar mensen optimaal kunnen leren en ontwikkelen en waar het toegelaten is om een fout te maken. Voor onze speelstijl is het belangrijk dat spelers weten dat een fout maken geen probleem is.”

6. “De grootste uitdaging in het voetbal is het managen van de emotie om met de druk om te gaan.” (Jurgen Klopp, coach Liverpool)

Thalhammer: “Het is een leerproces. Toen ik de jongste coach was in de Oostenrijkse Bundesliga had ik veel problemen om met de druk om te gaan. Het probleem is dan: spelers voelen dat, want jij bent de man naar wie ze elke dag kijken. Er gebeurt in het voetbal van alles en daar leer je uit. Intussen weet ik dat het erbij hoort, ben ik ermee vertrouwd en relaxed.”

Dominik Thalhammer: “Het moet verschrikkelijk zijn om tegen ons te spelen. Dat is het doel.”
Dominik Thalhammer: “Het moet verschrikkelijk zijn om tegen ons te spelen. Dat is het doel.” © Kris Van Exel

7. “Mensen denken altijd dat de coach de baas is bij een club, maar in werkelijkheid is hij de zwakste schakel. We zijn erg kwetsbaar, ondermijnd door degenen die niet spelen, door de media, door de fans. Ze hebben allemaal hetzelfde doel: de coach ondermijnen.” (Pep Guardiola, coach Manchester City)

Thalhammer: “In een bedrijf waar alles duidelijk is, worden prestaties gemeten met Key Performance Indicators, maar in het voetbal is de cultuur doorgaans anders en ben je als coach inderdaad erg kwetsbaar. Als duidelijk is hoe je wil spelen, hoe je wil aanvallen en wat er gebeurt bij balverlies, en als je over de juiste KPI’s beschikt, kan je ook in het voetbal een prestatie meten. Dan kun je vaststellen dat je een wedstrijd kunt verliezen waarin de prestatie oké was. Want je kunt niet alles beïnvloeden: binnenkant of buitenkant paal, de ref, de VAR,… Je moet de waarschijnlijkheid om een wedstrijd te winnen zien te verhogen. Dat doen wij met vier à vijf duidelijke KPI’s die op lange termijn bekeken invloed moeten hebben op het resultaat. Balbezit heeft géén invloed op het resultaat.”

8. “Het is tegenwoordig mode om iedereen naar zijn mening te vragen. De zogenaamde experts. Of ze er echt verstand van hebben, doet er niet toe. Als ze maar wat roepen.” (Willem van Hanegem, ex-coach van onder meer Feyenoord)

Thalhammer: “Ik begrijp die zogenaamde experts ook wel: ze moeten entertainen en krantenkoppen leveren. Op persconferenties voel ik dat bijna niemand geïnteresseerd is in de details van de wedstrijd. Je moet daar als coach mee omgaan en dat lukt mij nu beter dan in het begin. Ik vermijd sociale media, want die zijn soms heel brutaal, wat ook vervelend kan zijn voor je familie. Online kunnen ze je echt afmaken. Ik denk dat het een maatschappelijk probleem is, want je ziet het ook in de politiek. Meestal beschikken ze over onvoldoende informatie om te oordelen. Het is ook niet omdat je verloor dat je een foute keuze maakte en dat het met een andere beslissing beter zou geweest zijn. Dat kun je niet bewijzen. Hoe dan ook: je probeert vooraf de beste beslissing te nemen en nadien eruit te leren.”

9. “De media vinden me leuk omdat ik eerlijke antwoorden geef. Hoeveel mensen in het voetbal geven eerlijke antwoorden? Ik lieg niet. Altijd de waarheid. Oké, misschien mijn waarheid. Maar het is de waarheid.” (Louis van Gaal, coach Nederlands elftal)

Thalhammer: “Ik denk dat je authentiek moet zijn. Naar een persconferentie ga ik altijd met één, twee of drie items waarover ik wil spreken, als ik daar de kans toe krijg. (lacht) Ik ben als coach verantwoordelijk en zal nooit op een slechte manier over mijn spelers spreken. Doe je dat wel, dan vernietig je je relatie met je spelers. Goed, Mourinho doet dat wel, maar dan stuurt hij die in de volgende transferperiode weg en neemt hij wel weer andere spelers. Misschien kan hij dat allemaal beslissen. Ik wil dat niet doen. Om optimaal met elkaar te kunnen samenwerken, om met elkaar open, eerlijk en direct te kunnen zijn, is er respect en commitment (inzet, red.) nodig.”

10. “Veel van mijn spelers weten niet wat lijden is. Het is een van mijn problemen.” (Laszlo Bölöni, ex-coach van onder meer Antwerp)

Thalhammer: “Ik veronderstel dat dit gaat over de bereidheid om af te zien door hard te werken? Vijftien jaar geleden kon je spelers misschien nog vragen om constant een berg op en af te sprinten. Toen waren alleen harde trainingen goede trainingen. Nu willen spelers weten waarom ze iets moeten doen, wat de meerwaarde ervan is. Ze willen het begrijpen. Het doel van de moderne coach is spelers op de juiste manier te inspireren. Kort en to the point.”

11. “Elke keer er buitenlandse trainers aankomen, belt de pers mij en elke keer zeg ik hetzelfde: bel mij op het einde van het seizoen eens terug. Vaak stel ik dan met tevredenheid vast dat de Belgische trainers het het best deden. “ (Kris Van Der Haegen, directeur trainersschool KBVB)

Thalhammer: “Ik ken dat gevoel, ik zat in dezelfde situatie als Kris toen ik in Oostenrijk verantwoordelijk was voor de trainersopleiding. Elke keer er een buitenlandse trainer aankwam, waren we ontgoocheld. Als reactie daarop verbeterden we onze opleiding nog. Zo zijn we die nog meer gaan individualiseren om elke coach precies te kunnen geven wat hij nodig heeft. In de Pro License, de hoogste trainersopleiding, nog met vijftien à twintig coaches tegelijk in één lokaal lesgeven, is voorbijgestreefd.”

“Als voetbalbond heb je geen rechtstreekse invloed op welke coach de clubs aanstellen. Je hebt alleen invloed op de aanstelling van de bondscoach, die je zelf aanstelt. Je kunt dus wel het goede voorbeeld geven, lead by example, maar wat zie ik? De Belgische bondscoach, die ik overigens erg apprecieer, is een Spanjaard, en in Oostenrijk is het een Duitser. Dat begrijp ik niet.”

“Ik moet zeggen dat ik hier in het begin een grote afstand voelde met Belgische coaches, met mensen die mijn ontslagen voorganger (Yves Vanderhaeghe, red.) genegen waren waarschijnlijk. Maar dat is langzaamaan gekeerd en uiteindelijk werden ze heel positief over mij. Coaches als Wouter Vrancken en Vincent Kompany kwamen mij zeggen dat ze erg hielden van hoe ik het met Cercle deed. Belg of buitenlander: je moet je steeds bewijzen.”