Jan Bourgois: na 22 jaar BC Oostende komt hij nu met KAA Gent naar Oostende

Jan Bourgois © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Sam Bracke
Sam Bracke Medewerker KW

Doctor in de inspanningsfysiologie aan UGent, prijzenpakker als voormalig physical coach van BC Oostende, ex-Belgisch kampioen in het zeilen, gewezen toproeier… Het lijstje met verwezenlijkingen van Jan Bourgois is eindeloos. Alles samen is hij goed voor meer dan 40 jaar expertise in de topsportwereld. Die ervaring wendt de Oostendenaar nu aan om KAA Gent mee naar play-off 1 te loodsen.

We bezoeken Jan Bourgois op zijn kantoor op de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de UGent. Bourgois werkt er als professor inspanningsfysiologie binnen de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Met veel trots geeft hij ons een rondleiding in het nagelnieuwe laboratorium dat naar Jacques Rogge is vernoemd. Tijdens het interview loopt hij regelmatig naar zijn kast om een van zijn meer dan 100 internationale publicaties te nemen en zijn woorden met praktijkvoorbeelden te staven. Passie is duidelijk het codewoord bij Jan Bourgois. “In alles wat ik doe, steek ik mijn hart. Het leven is passie. Ik werk 13 uur per dag, zeven op zeven. Als je het niet graag doet, hou je dat niet vol. Gelukkig kan ik rekenen op een familie die met mijn drukke agenda kan leven.”

Hoewel hij zijn job in Gent met veel plezier en trots invult, bleef Jan Bourgois heel bewust in Oostende wonen. “Ik heb al heel de wereld gezien, maar Oostende is en blijft de mooiste stad op aarde. Ik heb er alles wat ik moet hebben en ben verslaafd aan de zee. Na een nederlaag laaien de frustraties altijd zo hoog op dat ik even stoom moet afblazen. Dan is een lange strandwandeling het ideale medicijn. Al ben ik pas om 2 uur ‘s nachts in Oostende, ik trek altijd eerst richting zee.”

Jan Bourgois heeft duidelijk een hekel aan verliezen, maar zijn relativeringsvermogen is met de jaren wel gegroeid. Ondertussen heeft hij alles gezien – “van Olympische Spelen tot een vroege Europese uitschakeling met AA Gent” en een ellenlang palmares bij elkaar gesprokkeld. “Maar ik werk het liefst op de achtergrond en de meesten zullen mij bijgevolg niet kennen. Hoe ik zo makkelijk met de voetjes op de grond ben gebleven? Omdat ik topsport steeds met de begeleiding van kankerpatiënten heb gecombineerd. De excessen van de prestatiegerichte topsporters stonden in schril contrast met de wereld van de kankerpatiënten. Twee maatschappelijke uitersten waar ik frequent mee in contact kwam, waardoor ik op persoonlijk vlak de gulden middenweg kon bewandelen, down to earth bleef en de dingen makkelijk kan relativeren.”

Ook zondag, als KAA Gent op bezoek komt in ‘zijn’ Oostende, blijft Jan Bourgois op de achtergrond. Hij zit niet op de bank, maar altijd gewoon in de tribune. “Stijn Matthys is de physical coach, maar ik werk nauw met hem samen. De samenwerking met AA Gent kwam er na een gesprek met Michel Louwagie, waarmee ik meteen een klik had. Er werd een contract opgesteld tussen Universiteit Gent en KAA Gent, een uniek gegeven in België. Sinds dit seizoen ben ik bezig met de uitbouw van een ‘Performance and Sports Science center’ bij KAA Gent. Verder zijn er een paar van onze masterstudenten als coaches bij KAA Gent actief.”

Hoewel hij ‘slechts’ in de tribune zit, blijft KV Oostende-KAA Gent een heel speciale match voor Jan Bourgois. “Tot mijn 20ste heb ik zelf bij AS Oostende gevoetbald. Ik begon als miniem bij Hermes Oostende, maar werd als eerstejaarscadet al aan AS verkocht. Ik doorliep er als linksvoor de jeugdrangen en schopte het tot bij de reserven, waar ik onder meer met Peter Creve en Hans Belligh samenspeelde. Een zware knieblessure verhinderde echter een definitieve doorbraak. Maar ik woon nog altijd op een boogscheut van de Schorre en ga af en toe nog naar de trainingen van de kustploeg kijken. Zondag wordt het dus een korte verplaatsing”, lacht Jan.

KV Oostende en KAA Gent delen de zevende plaats met 14 punten. “Het zijn twee clubs die in een opbouwfase zitten. KVO heeft met Gert Verheyen een goede trainer beet. Hij bewees bij de jonge Rode Duivels al dat hij een echte vakman is. Hij zal echter wel de tijd moeten krijgen om aan een ploeg te bouwen.”

Bij KAA Gent wordt het de eerste wedstrijd van Jess Thorup, die Yves Vanderhaeghe vervangt. “Ik had een goede relatie met Yves. We werkten hard tijdens de voorbereiding, maar het is jammer dat de prestaties uitbleven. Als je het als coach echter zonder sterkhouders als Samuel Kalu en Moses Simon moet doen, wordt het moeilijk. Ik snap de beslissingen van het bestuur om tijdens de voorbereiding enkele sterkhouders te laten vertrekken. Het bedrijf – zo mag je een voetbalclub gerust noemen – moet immers draaien en rendabel zijn. Ik ben er overigens van overtuigd dat er voldoende kwaliteit aanwezig is om play-off 1 af te dwingen en mee te strijden voor de beker.”

“Ik had ondertussen al een gesprek met Jess Thorup. Hij lijkt me een charmante man met een duidelijke visie. Bovendien speelde hij al kampioen en pakte hij al een beker. Vooral in functie van de druk is dat heel belangrijk. Zijn manier van werken is op het eerste zicht anders dan die van Yves Vanderhaeghe en het wordt afwachten hoe de spelersgroep daarop zal reageren.”

Na al die jaren topsport zag Jan ondertussen al heel wat trainers de revue passeren. “De constanten doorheen mijn carrière waren het roeien en het basketbal, maar ook met mensen uit de voetbalwereld had ik regelmatig contact. Zo werkte ik vanuit mijn functie als sportfysioloog aan het UZ in Gent ook gedurende zeven jaar met Francky Dury samen en toen Frank Vercauteren er aan het roer stond, kwamen ook de spelers van Anderlecht regelmatig bij ons op bezoek. Een fulltime job als physical coach? Er zijn aanbiedingen geweest, maar die heb ik telkens naast me neergelegd. Mijn job aan de universiteit geeft me zekerheid en zorgt ervoor dat ik onafhankelijk mijn mening kan uiten. Iets wat ik overigens altijd doe.”

“Van alle coaches waarmee ik samenwerkte, was Dario Gjergja echter veruit de speciaalste. We discussieerden vaak en gingen af en toe zelfs eens in de clinch, maar onze band was enorm sterk. Dario mag op het terrein zo zot zijn als een achterdeur, hij is simpelweg de beste coach van België. Het was ook hij die me kon overtuigen om vorig seizoen nog een jaartje langer bij BC Oostende aan de slag te blijven. Uiteindelijk misschien maar goed ook, want we pakten alles wat er te pakken viel. En dat met een volledig nieuwe ploeg, op uitzondering van twee sterkhouders: Jean Salumu en Dusan Djordjevic.”

Enkele sterkhouders behouden en de kern aanvullen met heel wat jonge talenten. Het is al jaren de succesformule van BC Oostende. “Daar zouden de Belgische voetbalclubs een voorbeeld aan moeten nemen. Enkele duurdere sterspelers behouden en daarrond jonge talenten laten doorgroeien. Om jongeren beter te maken, moet je echter wel voor een degelijke structuur én – heel belangrijk – extra trainingen zorgen. En dat is net het probleem in de voetbalwereld. Overtraining? Daar moeten ze geen schrik voor hebben. Een jongere die de extra trainingsbelasting niet aankan, zal immers nooit een topsporter worden.”

“Clubs moeten bovendien meer investeren in een degelijke jeugdopleiding. Ik denk dat de trainingsintensiteit bij de jeugd te laag ligt en dat men te specifiek en voetbalgericht werkt. Bij een eerste ploeg moet een talentvolle jonge voetballer plots omgaan met dagdagelijkse fysieke en mentale vermoeidheid en druk. De stap van de beloften naar een eerste ploeg is enorm groot. Jeugdspelers zijn geen topsporters, maar moeten opgeleid worden om topsporter te worden. Voetbal en basketbal zijn in de 21ste eeuw fysiek veel harder geworden. Je moet een atleet zijn, dus moet je jongeren ook opleiden tot atleten en niet enkel tot voetballers of basketballers. Daar loopt het vaak verkeerd. Het verschil tussen een topper en een subtopper, zit hem vaak in het beter kunnen omgaan met vermoeidheid en druk. Men is toch wel vaak te soft met de jeugd. Je moet eisen durven stellen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier