Zondag trekken duizenden Club Brugge-fans naar Brussel om er (hopelijk) de twaalfde bekerwinst van hun club te vieren. Ook Izegem zorgt voor een ruime afvaardiging, met opperfans Marc en Stefaan Snoeck voorop. De liefde voor Club Brugge loopt als een rode draad door hun leven. “Ik denk dat wij zelfs blauw-zwart bloed door onze aderen stromen hebben”, grapt het duo.
De liefde voor Club Brugge binnen het geslacht Snoeck is te danken aan Marc. “Aanvankelijk was ik eigenlijk een gepassioneerd koersfan”, opent hij. “Van 1976 tot 1978 was ik zelfs nog afgevaardigde van de Belgische Wielerbond. Ik ken ook al decennia Patrick Sercu en Freddy Maertens, maar het was mijn buurman Mario Demeulenaere die me op Club Brugge introduceerde. Hij nam me mee naar een Europese thuiswedstrijd, tegen Boavista uit Portugal. Ook Stefaan was toen al mee.”
Stefaan glimlacht. “We stonden in de spionkop, achter het doel. De sfeer was overweldigend, het was de max. Ik weet nog dat Jean-Pierre Papin een hattrick scoorde. Na die eerste wedstrijd waren we allebei verkocht. En tot op vandaag is de liefde voor Club nog altijd even groot.”
Jaren ’80
Marc koestert mooie herinneringen aan de jaren tachtig. “Stefaan stond toen als jonge kerel op de gradins en was vijf jaar lang een van dé gangmakers van de spionkop.”
De 5-0-overwinning tegen Dortmund in 1987 heb ik zeer goed gevierd. Mijn vrouw dacht zelfs dat ik vermist was
“Klopt”, lacht Stefaan. “Ik kon toen al serieus mijn keel opentrekken. En al die jaren stond ik zij aan zij met mijn vader. We hebben nog de tijd geweten dat je een uur voor de start van de wedstrijd al in het stadion moest zijn, wilde je een goeie plek. We hebben twintig jaar lang Club toegejuicht vanuit de spionkop. Nu hebben we een plekje langs de lange zijde van het veld. We zijn allebei al wat ouder geworden en willen de wedstrijden nu ook effectief goed kunnen volgen. Nu gaat ook mijn zoon Samuel mee. Drie generaties Snoeck : bij elke thuismatch trouw op post.”
Dortmund in 1987
Club zorgde al voor een pak onvergetelijke momenten bij Stefaan en Marc. “Die Europese partij tegen Dortmund in 1987, daar krijg ik nog kippenvel van”, aldus Marc. “In Duitsland gingen we met 3-0 de boot in, maar thuis klopten we hen met maar liefst 5-0. Het overwinningsfeestje duurde toen wel erg lang. Mijn vrouw dacht zelfs dat ik vermist was”, schatert Marc.
“Ook die eerste wedstrijd na het overlijden van François Sterchele zullen we niet snel vergeten”, vindt Stefaan. “Hoe 28.000 mensen zo stil kunnen zijn, dat deed iets met me.”
Hun liefde voor Club zorgde ook al voor veel leuke vader- en zoonmomenten. “We zijn elke twee weken samen op stap, hé”, zegt Marc. “Vroeger gingen we vaak mee op verplaatsing met een supportersclub uit Ardooie en ook de ouders van Marc Degryse zaten op onze bus. Gaandeweg leerden we hen goed kennen. Sympathieke mensen. Dat was nog in de tijd dat voetbal veel minder commerce was. Nu is alles strak geregisseerd en moet je je als fan aan tal van regeltjes houden. Ik heb nog geweten dat we tijdens de rust gewoon achter het andere doel gingen staan, met de volledige spionkop. Dat zou je nu niet meer moeten proberen.”
Ook mijn zoon Samuel gaat mee naar elke match. Zo zitten er drie generaties Snoeck op de tribune
Ook na 34 jaar als abonnee blijft het vuur even hard branden. “We gaan volledig op in het spelletje”, zegt Stefaan. “En zeker tijdens de grote matchen. Zoals de bekerfinale van vorig jaar, tegen Anderlecht. Toen Refaelov de 2-1 scoorde… Man, we werden gek.”
Topdag
Nu zondag reist enkel Stefaan naar Brussel af. “Ik blijf thuis, voor de zaak”, legt Marc uit. “Maar ik zal wel aan mijn televisie gekluisterd zitten. Wat zeg ik : ik zal ín mijn scherm zitten.”
“Het wordt weer een topdag”, vult Stefaan aan. “En we zullen ook winnen, net als vorig jaar. Maar we snakken nog meer naar een nieuwe landstitel. Dat is ondertussen al elf jaar geleden. Daarom vind ik het ook zo straf dat Club Brugge nog altijd zo’n grote aanhang heeft. Het zijn de beste fans van het land, ondanks het feit dat we al zo lang geen kampioen meer hebben gespeeld. Mijn zoon was amper één jaar oud toen dat de laatste keer gebeurde.”
Iseghemse Bruges Clan
Stefaan is ook een van de motors achter de nieuwbakken supportersclub, de Iseghemse Bruges Clan. “Vorig jaar heb ik een autobus ingelegd richting bekerfinale en van daaruit is het idee gegroeid om een eigen fanclub op te richten”, klinkt het. “Zo treed ik ook in de voetsporen van mijn vader, want Marc is jarenlang bestuurslid geweest van de Mamadouvrienden, later werd dat de Pascal Reniervrienden.”
De Iseghemse Bruges Clan ging in oktober 2015 van start en is ondertussen al officieel erkend. “We huizen in café Den Ondank en tellen al 250 leden. Zondag maken we er één groot feest van. We voorzien zelfs een doedelzakspeler in complete uitrusting. Nu nog onze grote droom verwezenlijken : opnieuw kampioen spelen. Hopelijk gebeurt dat al in mei !”
Info : ib.clan2015@gmail.com
Bekerfinale
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier