De strafste West-Vlaamse stoten ooit op de Spelen: van bier bij het ontbijt tot seks in de hotellobby

Patrick Sercu, Gaston Roelants en Godefroot in Tokio in 1964.© Belga
Patrick Sercu, Gaston Roelants en Godefroot in Tokio in 1964.© Belga
Tom Vandenbussche

Nog 56 dagen. Nog acht weken. Vrijdag 23 juli 2021. Dan is het eindelijk zover: de uitgestelde Olympische Spelen in Tokio. Wij presenteren je vanaf vandaag elke week een West-Vlaams verhaal. Beginnen doen we met de strafste (naoorlogse) West-Vlaamse stoten ooit op de Spelen.

Veerle Dejaeghere:

3 keer naar de Olympische Spelen in 3 verschillende disciplines

Je moet het maar doen: drie keer in een verschillende discipline aan de Olympische Spelen deelnemen. Veerle Dejaeghere (°1973) deed het. In 2000 miste ze in Sydney met acht honderdsten van een seconde de finale op de 1.500 meter, in 2008 strandde ze door een mindere dag in de reeksen van de 3.000 meter steeple en in 2016 werd ze in Rio 47ste in de marathon.

Veerle Dejaeghere nam 3x deel aan de Spelen, telkens in een andere discipline.© Belga
Veerle Dejaeghere nam 3x deel aan de Spelen, telkens in een andere discipline.© Belga

Ulla Werbrouck:

zij die coach Jean-Marie De Decker een orgasme bezorgde

“Ulla in Atlanta, dat was één langgerekt orgasme.” Jean-Marie De Decker wond er vorige zomer in deze krant geen doekjes om. Het olympisch goud van zijn poulain Ulla Werbrouck (°1972) op de Spelen van Atlanta 1996 blijft het mooiste sportmoment ooit voor de West-Vlaamse judocoach. Met dank aan Ulla’s talent, haar perfecte voorbereiding en een superdag op de tatami: ippon op vijf seconden van het einde tegen de Japanse Yoko Tanabe. De Izegemse was de eerste vrouw die ons land olympisch goud bezorgde.

Ulla Werbrouck in Atlanta.© Belga
Ulla Werbrouck in Atlanta.© Belga

Frederik Deburghgraeve:slecht zwemmen,

maar toch goud

Op 21 juli 1996, amper een dag na het goud van Ulla Werbrouck, kroonde Frederik Deburghgraeve (°1973) zich eveneens tot olympisch kampioen. Op de 100 meter schoolslag schreef de Roeselarenaar sportgeschiedenis. ’s Ochtends in de reeksen had hij bovendien een nieuw wereldrecord gezwommen. De finale verliep moeizamer. Zei Deburghgraeve later: “Ik had goud, ja. Maar je kon het onmogelijk een goeie wedstrijd noemen. Zelfs als ik de beelden nu nog terugzie, kom ik maar tot één conclusie: ik zwom niet goed.”

Goud voor Fredje. “Maar ik zwom niet goed”, luidde het na afloop.© Belga
Goud voor Fredje. “Maar ik zwom niet goed”, luidde het na afloop.© Belga

François Deley:

als 11-jarige in coma, als 16-jarige zwemmer naar

de Spelen

Amper zestien jaar was de Oostendse zwemmer François Deley (°1956) toen hij zich in 1972 voor de Olympische Spelen van München kwalificeerde. Zowel op de 400 als op de 1.500 meter vrije slag overleefde hij de reeksen niet, maar deelnemen was al een mirakel op zich. Meer zelfs, het was een geluk bij een ongeluk. Op 11-jarige leeftijd had Deley bij een val van een dak namelijk beide armen en een been gebroken. Hij lag een tijd in coma en werd door de dokter naar het zwembad gestuurd om te revalideren. “Zwem maar een beetje”, luidde het. Vijf jaar later stond Deley op het startblok naast de legendarische Mark Spitz, die in München zeven keer goud veroverde en zeven wereldrecords zwom.

Francois Deley.© Belga
Francois Deley.© Belga

Aurèle Vandendriessche:

de marathon op basis van een soepje van botten

Drie keer nam Aurèle Vandendriessche (°1932), 88 jaar intussen, als marathonloper deel aan de Olympische Spelen. Dat werd geen succes. In Melbourne 1956 lag de Anzegemnaar halverwege aan de leiding met zijn idool Emil Zatopek, maar moest hij door een gezwollen lever – de verzorger van de Belgische wielerploeg had hem voor de start vier pilletjes gegeven – de laatste twaalf kilometer wandelend afleggen. De verzorger werd na een onderzoek levenslang geschorst. In Rome 1960 gaf Vandendriessche zelfs op, nadat een dokter uit Anzegem hem had opgedragen om na twintig kilometer een zouttablet te nemen en honderd meter verder een speciaal soepje op basis van botten van hem aan te nemen. Eén probleem: de dokter stond door de drukte langs het parcours niet op de afgesproken plaats. In Tokio 1964 werd Vandendriessche na een door blessures verstoorde voorbereiding zevende in 2u18’43”.

Aurele Vandendriessche..© Belga
Aurele Vandendriessche..© Belga

Patrick Sercu:

goud op de 1.000 meter met vliegende start op de wielerpiste

De Spelen in Tokio. Niet die van 2021, wel die van 1964. En mét een gouden medaille van West-Vlaamse makelij. Wielrenner Patrick Sercu (°1944) tekende voor dat kunststukje op de kilometer met vliegende start op de piste. De Izegemnaar had die discipline nog nooit eerder in competitieverband gereden, maar wist dat dit hem goed lag en dat hij in de laatste tweehonderd meter het verschil zou maken. Zonder die olympische titel zou Sercu, Koning van de Zesdaagsen met 88 overwinningen, allicht nooit op de piste hebben gereden.

André Noyelle:

wielergoud 64 jaar voor Gouden Greg Van Avermaet

in Rio

Iedereen herinnert zich ongetwijfeld nog de vreugde-uitbarsting van Greg Van Avermaet in Rio 2016, maar 64 jaar eerder veroverde een andere Belg, een 20-jarige amateurwielrenner uit Ieper, al eens olympisch goud in het wielrennen. Dankzij de tweede plaats van Robert Grondelaers en de vierde plek van Oekenaar Lucien Victor – Rik Van Looy, die opgaf, was de vierde Belgische deelnemer – mocht André Noyelle (°1931) in Helsinki nog een tweede gouden medaille in ontvangst nemen, die van het landenklassement. Tijdens zijn huldiging in Ieper vlogen militaire vliegtuigen van de basis in Koksijde over voor een eresaluut.

André Noyelle op de Spelen van 1952 in Helsinki. Liefst 64 jaar voor Greg Van Avermaet pakte hij al het goud in het wielrennen.© Bettmann Archive
André Noyelle op de Spelen van 1952 in Helsinki. Liefst 64 jaar voor Greg Van Avermaet pakte hij al het goud in het wielrennen.© Bettmann Archive

Robert Van de Walle:

hij die een jaar lang beelden van de topfavoriet bestudeerde

Maar liefst zes keer nam judoka Robert Van de Walle (°1954) deel aan de Olympische Spelen in de gewichtscategorie tot 95 kg. Twee keer behaalde de geboren en getogen Oostendenaar, die al twintig jaar in Stuivekenskerke bij Diksmuide woont, een medaille. Maar vooral zijn gouden plak op 27 juli 1980 in Moskou blijft voor eeuwig in het geheugen gegrift. In de finale versloeg Van de Walle Tengiz Khubuluri, de gedoodverfde thuisfavoriet uit de Sovjetunie van wie hij intensief beelden had bestudeerd. “Een jaar lang had ik geoefend op één bepaalde techniek om hem te kloppen.”

Robert Van de Walle: goed voor zes deelnames aan de Spelen.© Belga
Robert Van de Walle: goed voor zes deelnames aan de Spelen.© Belga

Bijna 40 jaar (!) Brugse roeiweelde:

eindelijk derde medaille in Tokio 2021?

Het begon met de Spelen van 1984 in Los Angeles. Drie Brugse roeiers veroverden er een medaille: Ann Haesebrouck (°1963) brons in de skiff en het duo Dirk Crois (°1961) – Pierre-Marie De Loof (°1964) zilver in de dubbeltwee. Wim Van Belleghem (°1963) strandde in Seoel 1988 op een zucht van een medaille. Marie-Anne Vandermoere (°1966) was er ook bij in Zuid-Korea. Tim Maeyens (°1981) werd in de skiff zesde in Athene 2004 en vierde in Peking 2008, terwijl Hannes Obreno (°1991) in diezelfde discipline in Rio 2016 net buiten de medailles viel. In Tokio 2021 is Niels Van Zandweghe (°1996) samen met Tim Brys medaillekandidaat in de lichte dubbeltwee. Ook Niels is een Bruggeling. Of wat had je gedacht? Van Zandweghe: “Toen Tristan Vandenbussche (ook een Bruggeling, red.) in 2018 wereldkampioen bij de junioren werd, stuurde een Finse concurrent van mij een bericht en vroeg me al lachend: wat zit er daar in jullie grondwater?

Coach Dirk Crois met Hannes Obreno.© Belga
Coach Dirk Crois met Hannes Obreno.© Belga

Wouter D’Haene:

op zeven tienden van kajakbrons

Op de Spelen van Athene 2004 eindigde kajakker Wouter D’Haene (°1982) samen met Bob Maesen als vijfde in de finale van de K2 1.000 meter. Als toenmalige vicewereldkampioenen lagen ze halverwege de wedstrijd, onder het goedkeurend oog van prins Filip en prinses Mathilde, nochtans op koers voor zilver, maar na een prangende eindsprint strandden ze op zeven tienden van een seconde van brons. En het kon nog erger: vier jaar later mocht D’Haene, ondanks een zevende plek op het WK in de K1 1.000 meter, niet naar de Spelen in Peking, omdat het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, red.) een plaats bij de eerste zes eiste. D’Haene daagde het BOIC voor de rechter. Tevergeefs.

Wouter d' Haene (l.) en Bob Maesen (r.).© Belga
Wouter d’ Haene (l.) en Bob Maesen (r.).© Belga

Harry van Barneveld:

eerst brons, daarna non-stop hamburgers en bier

Harry van Barneveld (°1967) werd geboren in Amsterdam, maar groeide vanaf zijn zevende op in België. Het hoogtepunt uit zijn carrière als judoka is een bronzen medaille in Atlanta 1996 bij de -95 kg. Die vierde hij met Fred Deburghgraeve. “Dagen die ik nooit zal vergeten. Fredje en ik besloten om de rest van ons verblijf daar alleen nog McDonald’s te eten en Budweiser te drinken. Van bij het ontbijt! We feestten daar in The Bar, een bekende club waar ik met NBA-basketbalspeler Scottie Pippen nog pinten heb staan tappen. Memorabele herinneringen. En Fredje gaf als eerste op…”, grijnst Van Barneveld, die al jaren in Ettelgem bij Oudenburg woont.

Gella Vandecaveye:

zilveren en bronzen medaille met een gouden (kruisband)randje

Zilver in Athene 1996 en brons in Sydney 2000, judoka Gella Vandecaveye (°1973) veroverde twee wereld- en zeven Europese titels, maar olympisch goud lukte net niet. Vooral haar bronzen plak in 2000 had een gouden randje, want in de halve finale kozen de drie Aziatische scheidsrechters de kant van de Chinese Shufang Li. “Ik ben toen bestolen. Die dwaling kostte mij een finaleplaats en daarin had ik negen kansen op tien.” Het was trouwens al een wonder dat Vandecaveye in Sydney was geraakt, want twee maanden voordien scheurde ze haar kruisbanden. “Deels met dank aan kinesist Lieven Maesschalck. Voor geschifte dingen moet je bij hem zijn.”

Olympisch goud lukte net niet voor Gella Vandecaveye. In Sydney moest ze genoegen nemen met brons.© Belga
Olympisch goud lukte net niet voor Gella Vandecaveye. In Sydney moest ze genoegen nemen met brons.© Belga

Stefaan Maene:

seks in de lobby van het hotel

Amper twintig jaar was Stefaan Maene (°1972) toen hij op de Spelen van 1992 de finale van de 200 meter rugslag zwom. Daarna volgden elf lange feestdagen in Barcelona. “Legendarische avonden waren het. Eén zotte boel. Dagenlang feesten met de grootste vedetten: Magic Johnson, Carl Lewis…” Tot zelfs de liefde bedrijven in de lobby van het hotel. “Dat krijg je met allemaal afgetrainde mensen die vier jaar als een kluizenaar geleefd hebben. Seks, drugs en rock ’n roll was het. Met wie zeg ik niet”, vertelde de Bruggeling in 2016. Na Barcelona haalde Maene door privéproblemen nooit meer zijn beste niveau. “Gespecialiseerd in rugslag, maar nog meer in tegenslag”, schreef hij in zijn biografie.

Regine Berg:

de West-Vlaamse Belgian Cheetah avant la lettre

Twee keer maakte Regine Berg (°1958) deel uit van de 4×400 meter-estafetteploeg op de Olympische Spelen: in Montréal 1976 en in Moskou 1980. Twee keer liep de Bredense met haar drie landgenotes een Belgisch record (3’30”7) dat decennialang op de tabellen bleef staan en pas in 2018 door de Belgian Cheetahs werd verbeterd. Na haar sportcarrière werd Berg bibliotheekmedewerkster in Bredene.

Paul Valcke:

eerste naoorlogse olympische kampioen uit onze provincie

Ken je Paul Valcke (°1914)? Waarschijnlijk niet, maar de Oostendenaar is voor eeuwig de eerste olympische kampioen uit onze provincie sinds de Tweede Wereldoorlog. In 1948 behaalde Valcke samen met Henri Paternoster, Georges de Bourguignon, Yves Edouard, André van de Werve de Vorsselaer en Raymond Bru brons in het schermen in de categorie floret per ploeg. Een floret is, net als een degen en een sabel, een wapen in de schermsport dat gebruikt werd in een periode dat er met een heel beperkte beschermende uitrusting werd geschermd. Nog meer uitleg nodig?