Vrenz Bleijenbergh, met Filou Oostende in de bekerfinale tegen ‘zijn’ Antwerp Giants: “Hier trouwen, oké. Maar mijn kind wordt een Antwerpenaar”

Vrenz Bleijenberg (Filou Oostende) poseert met de Antwerps Handjes, een teken van vriendschap en waardering. © Kris Van Exel
Peter Rossel
Peter Rossel Medewerker KW

Zijn club Filou Oostende heeft een abonnement op bekerfinales, maar voor Vrenz Bleijenbergh (22) wordt het zondag in Vorst een wel heel bijzondere bekerfinale. Als volbloed Sinjoor speelde hij liefst 17 jaar bij Antwerp Giants. Na avonturen in de States, de drempel van de NBA en een korte pijnlijke passage in Spanje, landde de international vorige zomer in Oostende. Waar 2023 zíjn jaar moet worden: beker en titel mét Oostende en trouwen ín Oostende. Waar zijn die Antwerpse Handjes?

Eerst over die hippe voornaam. De geliefde grootvader van Vrenz’ moeder heette Franciscus. “Ik moest Vrenz of Zisk heten. Mijn zus Stefanie, die dertien jaar ouder is, vond ook Vrenz het mooist.”

En over die basketgenen: grootvader, vader én zus speelden basketbal. “Eén week na mijn geboorte ging ik al naar het basketbal kijken, de zoon van de beste vriendin van mijn mama speelde bij Oxaco. Ik zei eerder bal dan papa of mama, ik kon zelfs al dribbelen voor ik kon stappen…”

Toen al bijzonder fanatiek dus. Niet verbazend dat hij “een heel slechte student” werd. “Ik kon me gewoon niet op de boeken en cursussen focussen. In het eerste en tweede middelbaar ging dat nog maar daarna niet meer, zeker niet in het ASO. Ik ben dan afgezakt en afgezakt, tot het zevende jaar in het BSO. Tot ik een week voor mijn achttiende verjaardag een berichtje stuurde naar mijn hoofdleerkracht in de Topsportschool van Wilrijk met de boodschap dat ik niet meer naar school zou komen. Ik had er alle vertrouwen in dat het zou lukken in het basketbal.”

Droom

Maar dan moest hij vanaf zijn zeventiende wel iets doen aan zijn mentaliteit. “In de jeugdreeksen en in tweede klasse dacht ik altijd dat talent genoeg is. Toen ik besefte dat dat alleen niet volstond, maakte ik de klik en begon ik keihard te werken voor mijn droom.”

“Het zou schandalig zijn als we die beker niet winnen”

Die droom was trouwens duidelijk en werd ook al hardop uitgesproken. Toen in klas werd gevraagd naar de latere ambities kozen haast alle jongeren voor het voetbal. Niet Vrenz Bleijenbergh. Hij riep toen al: “De NBA!” Met dank aan favoriet Kobe Bryant. “Je had natuurlijk wel het tijdsverschil, maar ik keek ’s nachts dan maar naar die matchen. Ik wilde ook dat hoogst haalbare bereiken.”

In het seizoen 2018-2019 debuteerde Vrenz in de eerste ploeg van Antwerp Giants. Het volgende seizoen zou hij met de Giants zijn eerste en voorlopige enige prijs pakken: bekerwinst tegen Charleroi. Hij herinnert zich nog die geweldige sfeer in Vorst waar ook zondag de finale plaatsvindt.

© Kris Van Exel

En toen kwam die NBA sneller dichterbij dan verwacht. Bleijenbergh – met 2,11 meter een uniek profiel, als vleugelspeler punten, rebounds en assists – stelde zich na een sterk seizoen 2020/21 officieel kandidaat voor de NBA-drafts van 2021. “Ik kon veel work-outs doen bij verschillende NBA-ploegen, wat maar weinig Belgen kunnen zeggen. Sommigen verklaarden me nochtans zot, ik las veel rare reacties op sociale media. Wat denkt die jonge Antwerpenaar met zijn dikke nek wel? Terwijl een kenner en een basketballegende als Willy Steveniers wél nog steeds zegt dat ik het niveau aankan. Ach, ik kon al die onzin wel naast mij neerleggen, het hoort er blijkbaar bij. Voor mijn mama was het moeilijker om zoiets over haar zoon te lezen.”

Spaanse topclub

Hij werkte er uiteindelijk zo’n dertien oefensessies af en haalde maar nipt de NBA-draft van 2021 niet. “Ik was zeker niet de slechtste. Er spelen nu jongens in de NBA die tijdens de work-outs van twee jaar geleden zeker niet beter waren maar er wél geraakt zijn. Zolang je de 26 niet voorbij bent, kan je nog naar de NBA. Ik ben in elk geval al een veel betere basketter dan twee jaar geleden. Ik kreeg ook veel kilo’s bij, al zal ik nooit een breed en sterk, gespierd type zijn, dat zit in de genen.”

“Maar dat moet ook niet, je moet ook je snelheid behouden. Maar heb ik in België een superuniek profiel, in de work-outs van de NBA-clubs kwam ik exact dezelfde profielen tegen, hooguit wat breder of sneller. Ik geef de NBA in elk geval nog niet op. Is het niet voor deze zomer, een paar ploegen willen me intussen alweer in de Summer League, dan is het misschien volgend jaar of het jaar erna. Ik neem het stap voor stap.”

“Ik droom nog steeds van de NBA. Zolang ik de 26 niet voorbij ben, kan het nog”

De eerste stap werd in augustus 2021 de Spaanse subtopper Real Betis Sevilla, een contract van drie jaar. Het werd een foute stap. “Na een heel goed voorseizoen kenden we een slechte seizoensstart in de Spaanse competitie. Eerst gooide de club drie spelers buiten, maar dat werkte niet. Daarna ontsloegen ze de coach en viel ik naast de ploeg. Ik was dat nooit gewoon, ik had vroeger altijd gespeeld, ik kon daar echt niet mee weg. Én ik wou het risico niet nemen om misschien het volgende seizoen in de tweede klasse van Spanje te moeten spelen. Waarop ik besloot te vertrekken.”

Factor Dario

Begin 2022 was dat. Waarop de Antwerpenaar toen al bijna in Oostende terechtkwam. “Ik wou heel graag het seizoenseinde in België meemaken. Maar een aansluiting bij Oostende ging niet, want de kern was voltallig en ze waren goed op dreef. Ik begreep dat. Oostende bood wel een contract aan voor die resterende competitiemaanden en het volgende seizoen. Ik wou echter nog niet vóór de zomer afhangen van een contract voor het volgende seizoen.”

“Er was trouwens ook interesse uit Duitsland, Israël en Italië maar dat ging ook telkens over een overeenkomst voor het volgende seizoen. Dat wou ik echt niet. De enige opties waren dus gewoon thuis blijven of de G-league (ontwikkelingscompetitie van de NBA, red.). Ik koos voor Windy City Bulls (de satellietploeg van NBA-team Chicago Bulls, red.) in de G-league. Ik heb er niet heel veel gespeeld, maar het was wel een interessante ervaring.”

Vrenz Bleijenberg in actie tegen Spirou Charleroi.
Vrenz Bleijenberg in actie tegen Spirou Charleroi. © BELGA

Waarop hij vorige zomer dan toch bij Filou Oostende belandde. Niet in kleine mate een keuze voor coach Dario Gjergja, zijn coach bij de nationale ploeg. “Ik kon ook naar de Euroleague-ploeg Alba Berlijn. Een aanbieding van vijf jaar met veel geld, ze wilden me twee jaar uitlenen aan een mindere Duitse eersteklasser. Maar ik wou geen onzekere situatie, ik wilde vooral veel speeltijd. Ik had al veel te lang op de bank gezeten. Zo werd Dario een heel grote factor om naar Oostende te komen: een coach die me kende, met dezelfde winnaarsmentaliteit.”

Brugse vriendin

Hij tekende bij Filou een contract voor één jaar, met een optie voor een bijkomend jaar. “Ik voel me hier uitstekend. Ik ga ervan uit dat ik ook volgend seizoen speel bij Oostende.” De Antwerpenaar had trouwens al langer iets met West-Vlaanderen. Dat iets heet Ymke, al sinds zijn 17de Vrenz’ vriendin uit Brugge. “We hebben elkaar leren kennen via sociale media. Inmiddels wonen we samen in Oostende en zijn we twee jaar verloofd. We hebben intussen al een appartement in Bredene gekocht. We trouwen deze zomer in Oostende, maar ons kind wordt straks wel geboren in Antwerpen! Het moet wel een Antwerpenaar zijn! Antwerpen blijft natuurlijk mijn stad!”

© Kris Van Exel

De halve Oostendenaar staat zondag dus in Vorst Nationaal tegenover zijn Antwerp Giants. “Mijn hele familie zal aanwezig zijn. Basketten tegen de ploeg waarvan je zeventien jaar het shirt droeg, dat wordt toch heel speciaal.”

Het zijn sowieso al langer aartsrivalen, maar Filou is zondag wel de favoriet. Het won in de competitie twee keer – thuis na verlengingen, in Antwerpen met een ruime 64-80. “We focussen straks op onszelf. Als we onze eigen verdediging en aanval spelen, kan er geen ploeg in onze buurt komen. Dan moet het lukken. Het zou schandalig zijn als we die beker niet winnen. Natuurlijk ken ik bij de Giants nog veel mensen. Maar neen, ik stuur vooraf geen plagerige berichtjes. Misschien zullen we zondag wat trashtalken op het veld.”

“Arno? Geef mij maar de Strangers!”

Meneer Bleijenbergh wil wel trouwen in Oostende, maar de kindjes moeten straks wel in Antwerpen geboren worden. Dat is erom vragen. Daarom: wat weet de Antwerpenaar intussen over zijn tweede liefde? Oostende dus.

Wat weet je over Hermes Oostende?

“Oei. Niks.”

Tsstt… Iconische volleybalclub bij de vrouwen. Dertien keer landskampioen geweest. De hoeveelste staat KV Oostende in de Jupiler Pro League?

“Ik weet dat ze niet goed bezig zijn. Dertiende, veertiende misschien? Wat, zestiende? Amai, zijn ze zo slecht bezig?”

Wat weet je over Lange Nelle?

“Daar heb ik al van gehoord. Toeme… Ja, die vuurtoren aan de appartementen. Allez, die mensen wisten dat toch en komen daar nu mee af?”

Van welk jaar dateert het iconische hotel Thermae Palace? Een tip: het is ergens in de 20ste eeuw.

“Ik ben er al geweest met de nationale ploeg. 1969?”

Nee, 1933. Hoeveel inwoners telt Oostende?

“Amai! Minder dan Antwerpen toch? En die zitten rond de 85.000, denk ik.”

Dat eerste is juist. Oostende telt 71.000 inwoners, Antwerpen… 530.000.

“Oei, opteren we niet beter voor basketvragen?” (lacht)

Beter dilemma’s misschien. Arno of De Strangers?

“De Strangers natuurlijk.”

De tv-serie ‘Nonkels’ of ‘Matroesjka’s’?

“Mijn vriendin vond Nonkels geweldig grappig, mij irriteerde het alleen maar. Dan liever Onder vuur. Of nóg liever Over water, dat is Antwerps, hé.” (lacht)

Je bent duidelijk nog Antwerpenaar dus. Maar Antwerp of Beerschot?

“Spannend verhaal: mijn vader was altijd een hevige Beerschotsupporter, mijn nonkel – ook mijn peter – was dan weer fan van Antwerp. Dat leverde altijd leuke discussies op. Maar mijn peter is vorig jaar gestorven en daarmee is thuis de rivaliteit wat weggevallen, want mij maakt het niet veel uit.”