Trainer van Koen Naert: “Altijd gedacht dat record van Rousseau onhaalbaar was. Maar nu…”

© REUTERS
Tom Vandenbussche

2u09’51”, dat is de tijd die Koen Naert zondag in Berlijn de Europese titel op de marathon opleverde. Een fenomenale tijd, want het kampioenschapsparcours was zeker niet geschikt voor een topchrono. Dat beseft ook Raymond Van Paemel, de trainer van Naert. “Ik heb altijd gedacht dat dat het Belgisch record van Vincent Rousseau onhaalbaar was. Maar nu ben ik niet meer zo zeker van mijn stuk.”

Raymond Van Paemel was zondag een dolgelukkig man. “Ik ben zo fier op Koentje. Ongelofelijk! Een crème van een kerel om mee samen te werken.” Naert (28) en Van Paemel begonnen hun samenwerking toen de West-Vlaming 18 was. “Ik herinner me nog heel goed onze eerste trainingen samen. Ik gaf hem altijd een weekprogramma en op zondag kwam hij lopen in Zottegem. Daar had Koen veel voor over. Hij reed met de fiets van zijn ouderlijk huis naar het station van Roeselare, nam de trein naar Kortrijk en stapte daar over op de trein naar Oudenaarde en Zottegem, waar ik hem kwam oppikken om een heuveltraining af te werken. En zo weer terug naar Roeselare. Toen wist ik al: dit is er eentje met karakter.”

Geen Karel Lismont

Van Paemel speelde een heel belangrijke rol in de ontwikkeling van Koen. Zelf was hij vroeger nochtans geen marathonloper. “Op de piste liep ik de 5.000 meter in 13’31”, terwijl ik in drie ploegen werkte. Ik weet heel goed hoe je moet toewerken naar een wedstrijd. Ik weet nog goed dat Karel Lismont (Europees kampioen marathon in 1971, red.) zei dat Koen veel meer wedstrijden in de voorbereiding op zijn marathon moet lopen. Ik vind dat niet. De laatste zes, zeven weken laat ik hem enkel trainen.”

Trainer van Koen Naert:

“Elke atleet is anders. Naert is geen Lismont en Lismont is geen Naert. En de bewijzen zijn er: onze samenwerking werkt”, benadrukt Van Paemel, die ook tien jaar lang de trainer was van Stijn Fincioen, West-Vlaanderens tweede beste marathonloper van het voorbije decennium. In 2011 liep de Aartrijkenaar in Eindhoven naar een tijd van 2u17’56”.

“In het begin van onze samenwerking heb ik met Koen een gesprek gehad”, vertelt Van Paemel. “Hij was heel ambitieus, maar ik zei dat ik progressief met hem te werk wilde gaan. Hij heeft geluisterd en zondag was de apotheose. Maar het hoofddoel is en blijft Tokio. Daar werken we al jaren naartoe. Stap per stap. Ik denk dat hij daar kan verrassen.”

Afgebroken door Bloso

Koen Naert focuste zich tot begin 2015 op het veld en de piste. Op de 5.000 en 10.000 meter was hij op het EK een middenmotor en kreeg hij geen nieuw (halftijds) contract als topsporter bij de Vlaamse Atletiekliga (Bloso). Tests wezen echter uit dat hij voor de marathon gemaakt was en gelukkig besloot de Waalse Atletiekliga (Adeps) om hem te financieren.

Trainer van Koen Naert:

Dat Koen niet meer door Sport Vlaanderen ondersteund wordt, kan na zijn Europese titel op nog minder begrip rekenen, ook bij Van Paemel. “Hij liep op een bepaald moment een 10.000 meter op de piste, maar moest in de zwakkere B-reeks starten. In zijn eentje liep hij 28’30”. Even later startte Bashir Abdi in de A-reeks en hij haalde een lage 28′. Die tijd had Koen ook gelopen als hij in die reeks had mogen starten. Toen is letterlijk door mensen van de federatie gezegd: Koen Naert kan het niet.”

“Nog zoiets: enkele jaren geleden wilde hij bij Topsport Defensie gaan. Bloso moest daarover advies geven, maar heeft hem volledig afgebroken. Koen was zogezegd maar een meeloper. Nu lees ik echter in de krant dat diezelfde mensen een pluim op hun hoed steken voor zijn Europese titel. Voor het beleid? Welk beleid?”

Zeker 2u08′ waard

Naert werd in Berlijn Europees kampioen in een fenomenale tijd van 2u09’51”. Een verbetering van 25 seconden in vergelijking met zijn vorig persoonlijk record, dat hij vorig jaar in Rotterdam liep. “Maar alleen Koen en ik wisten dat hij die 2u10’16” zonder hoogtestage had gelopen. Toen beseften we al dat er nog wel wat marge was. Zondag was daar het bewijs van. Zijn prestatie op dat parcours en in die omstandigheden was zeker 2u08′ waard.”

“Wist je dat Koen de tweede helft van zijn marathon in minder dan 1u04′ heeft gelopen? Een fenomenale prestatie. Koen stond slechts met de achtste tijd aan de start. We hoopten vooraf wel op een medaille, maar schreeuwden dat niet van de daken, al wisten we dat hij met deze conditie écht wel een kandidaat op eremetaal was.”

“Of Koen het Belgisch record (2u07’19”, red.) van Vincent Rousseau ooit zal kunnen breken?” riposteert Van Paemel. “Wel, ik heb altijd gedacht dat het niet mogelijk was, maar na wat ik zondag gezien heb, ben ik toch niet meer zo zeker van mijn stuk. Met 2u08′ zit je er niet ver meer van, hé. Maar dat is niet het doel. Dat is Tokio 2020, waar we België als atletiekland weer op de kaart willen zetten.”

Typische West-Vlaming

Koen Naert leeft 24 uur op 24, zeven dagen op zeven voor zijn sport. De laatste weken voor een marathon kruipt hij in zijn cocon en gebruikt hij handontsmettingsmiddel om zeker niet ziek te worden. Zijn trainingsvolume per week bedraagt maximum 210 à 220 loopkilometers, aangevuld met core stability en aquajogging. Drie weken voor het EK werkte hij tijdens zijn hoogtestage in Mammoth Lake zijn langste training af: 40 kilometer, op 2.100 meter hoogte en bij een temperatuur van 26 graden. “Koen is een mooi voorbeeld van de typische West-Vlaming: een noeste werker”, lacht Van Paemel. “Het zit er allemaal in bij hem. Nooit grote woorden, altijd de voetjes op de grond, altijd de puzzelstukjes beter in elkaar proberen te doen passen…”

Trainer van Koen Naert:
© REUTERS

“In het begin van onze samenwerking besliste ik voor 90 procent alles, maar intussen doet Koen heel veel zelf. Ik maak nog altijd zijn programma’s, maar hij voegt er van alles aan toe: een uitgekiende voeding, een kinesist, een diëtiste… En door naar de signalen van zijn lichamen te luisteren, weet hij nu ook heel goed hoe hij een hoogtestage moet aanpakken. Een coach kan dat niet doen, want zoiets is heel persoonlijk. Een loper moet dat zelf aanvoelen. Koen kan dat en doet dat. Ook dat is één van zijn sterktes.”