Steven Casteele: “Tokio wordt niet evident”

Steven Casteele (24) is een van onze grootste looptalenten. Treedt de Gullegemnaar in de voetsporen van Koen Naert? Het zou zomaar kunnen. Zondag is hij op het BK veldlopen medaillekandidaat in de korte cross, in april mikt hij in Berlijn op een persoonlijk record op de halve marathon en nog eens vijf maanden later loopt hij in datzelfde Berlijn zijn tweede marathon. Op naar de Spelen in Tokio 2020? “Dat wordt niet evident”, benadrukt Casteele.

1. Je behaalde op het Vlaams kampioenschap veldlopen net geen medaille in de korte cross. Kon je daarmee leven?

“Zeker. Het was zelfs beter dan verwacht, maar als je er zo dicht bij bent, is het altijd jammer.”

2. Dit weekend start je op het BK veldlopen. Met welke ambitie trek naar Brussel?

“Top vijf. Er komen nog een paar sterke Walen bij en zelf ben ik nog lang niet op mijn beste niveau. Ik piek naar de halve marathon van Berlijn in april. Daar wil ik mijn persoonlijk record aanscherpen.”

3. We zijn vier maanden na je marathondebuut. Hoe kijk je daar nu op terug?

“Het was toch wel een tegenvaller, zeker omdat mijn voorbereiding zo goed verlopen was. Maar net dan had ik een slechte dag.”

4. Staat er dit jaar opnieuw een marathon op het programma?

“Ja, in september die van Berlijn. Ik start met dezelfde ambities als in Eindhoven, maar zal me minder op een tijd focussen. Eerst een goede wedstrijd afwerken en dan zien we wel welke tijd ik haal.”

5. Wat verkies je: een korte cross of een marathon?

“Op trainingsvlak een marathon, want ik loop graag veel kilometers en hou van grote toeren door mijn eigen streek. Het is ook minder intensief. Qua wedstrijd verkies ik een korte cross, want als het eens minder was, krijg je de week erna tenminste een nieuwe kans.”

6. Wat is de lastigste training die je ooit gedaan hebt?

“Eentje met drie blokken van vijf kilometer, met twee km aan 3’15″/km, twee km aan 3’05″/km en een km aan 2’55″/km. Dat was vorig jaar in voorbereiding op mijn halve marathon in Rijsel. Moordend!”

7. Puur op basis van je PR op de halve marathon maak je kans om op de marathon als derde Belg naar de Spelen te mogen. Hou jij zelf rekening met Tokio?

“Ik had in Eindhoven op een tijd van 2u18′ gehoopt. Als dat me was gelukt, zou de stap naar 2u14′ minder groot geweest zijn. Nu is het moeilijk om zomaar te zeggen dat ik me in Berlijn kan plaatsen. Maar je weet nooit.”

8. Vincent Rousseau heeft al ruim twee decennia het Belgisch record op de marathon op zijn naam staan. Zie jij Koen Naert in staat om nog sneller te gaan?

“Dat is nog een pak sneller, maar als ik aan de beelden van het EK terugdenk, heeft Koen toen echt wel snel gelopen. Als alles in de juiste plooi valt, kan het.”

9. Bashir Abdi is ook in prima doen. Welke tijd zie jij hem dit jaar op de marathon neerzetten?

“Ik denk dat hij net als Koen kans maakt op dat Belgisch record.”

10. Wanneer ga jij tevreden zijn over je atletiekcarrière?

“Als ik het maximum eruitgehaald hebt. Deelnemen aan de Spelen is een droom, maar dat wordt niet evident. Het niveau in België ligt momenteel erg hoog.”

11. Je studeert sociale readaptiewetenschappen in Leuven. Wat houdt die richting precies in?

“Het is vergelijkbaar met sociaal werk, maar dan met opvoeder erbij. Bedoeling is om mensen, die het in jeugd moeilijk hebben gehad, weer in de maatschappij terug te brengen.”

12. Waar zie jij jezelf binnen pakweg tien jaar?

“Ik studeer dit jaar af en zou op een internaat als opvoeder aan de slag willen. Daarnaast zou ik graag personal trainer worden.”

13. Heb jij ooit een idool gehad?

(knikt nadrukkelijk) “Veel zelfs. Pieter Desmet, Tom Van Hooste, Jesse Stroobants… Of ik nu nog naar iemand opkijk? Het is anders, omdat ik er nu zelf tussen loop, maar Koen Naert en Lander Tytgat genieten toch wel veel waardering van mij.”

14. Jouw vriendin is van Brugge, terwijl jij van Gullegem bent en vaak in Leuven verblijft. Waar ligt jullie toekomst?

“Sowieso ergens in West-Vlaanderen en vermoedelijk ergens tussenin. Bij voorkeur wel niet te ver van Gullegem, zodat ik nog met mijn broers kan trainen. En liefst ook niet te ver van andere atleten, zoals bijvoorbeeld Koen Naert.”

15. Heb je Valentijn gevierd?

“Niet echt. Op 18 februari waren Kyra en ik drie jaar samen, maar er was niets speciaals gepland, omdat we momenteel beiden stage lopen, ik als opvoeder in het topsportinternaat van Leuven.”

16. Als loper moet je op je voeding letten, maar welke gerechtmogen ze jou sowieso altijd voorschotelen?

“Spaghetti. Dat zou ik meerdere keren per week kunnen eten. Maar een goeie biefstuk met friet gaat er bij mij ook altijd in.”

17. Voor welke zoetigheid zou je een moord begaan?

“Snoep. (glimlacht) Een beetje suiker na de training kan geen kwaad.”

18. Wie wordt Belgisch kampioen veldlopen bij de mannen in de lange cross?

“Ik denk en hoop Lander Tytgat. Ik zou het mijn vroegere streekgenoot echt wel gunnen.”

19. En bij de vrouwen?

“Nina Lauwaert. Er is niemand die aan haar kan tippen. (grijnst) Tenzij Veerle Dejaeghere plots weer zou meelopen.”

20. Nu je er zelf over begint: zou je het zien zitten om samen met Veerle naar de Olympische Spelen in Tokio af te reizen?

(lacht) “Zeker! Da’s echt een toffe madam. Ja, met plezier dus.”