Manon Depuydt: “Mijn vriend is sneller dan ik”
Vorig jaar was Manon Depuydt (22) op het EK in Berlijn al een aangename verrassing en die trend zet de 200 meter-sprintster nu voort. Ze brak vorige week het Belgisch belofterecord op de 300 meter, wil deze zomer naar het EK voor beloften en mikt in 2020 op een ticket voor Tokio. “Ik denk dat het mogelijk is”, zegt de West-Vlaamse (mini-)versie van gewezen topsprintster Kim Gevaert.
1. Was dat 24 jaar oude Belgisch record een doel voor jou? p>
“Zeker, alleen had ik het niet zo vroeg op het seizoen verwacht.”
2. In juli wil je deelnemen aan het EK voor beloften in Zweden. Droom je van een medaille? p>
“Dat is moeilijk in te schatten. Laat ons zeggen dat de limiet om deel te nemen al heel scherp staat. Ik bekijk het liever in deeltjes. Eerst de limiet halen, dan de reeksen overleven en pas daarna een eventuele finale en medaille.”
3. Vorige zomer mocht je al naar het EK bij de elite in Berlijn. Wie maakte daar de grootste indruk op jou? p>
“Ik moet zeggen dat er niet echt iemand uitsprong. Ik heb tijdens wedstrijden ook de neiging om me op mezelf te concentreren.”
4. Wat dacht je toen je naast Dafne Schippers mocht lopen? p>
“Dat het zot is. Maar niet alleen zij. Dan zit je voor je wedstrijd met al die goeie atletes in de callroom en probeer je jezelf niet te laten intimideren. Stressen! Ik heb ook eens met Dina-Asher Smitt (Europees kampioene 100 en 200 meter, red.) in de lift gestaan en even met haar gepraat. Chapeau dat iemand die altijd zo presteert nog zo vriendelijk kan zijn.”
5. Toen we jou live op televisie zagen, gaf je een zenuwachtige en zelfs wat verlegen indruk. Was dat ook echt zo? p>
“Misschien had ik daar zelfverzekerder moeten staan. Plots komen ze daar met een camera voor je neus staan en moet je superenthousiast doen, terwijl je vol stress zit. Niet evident! Ik heb op dat EK geleerd dat ik wat ontspannender moet zijn.”
6. Terwijl anderen in het zuiden vertoefden, moest jij deze winter examens voor je studie kinesitherapie afleggen. Hoe vlot het daarmee? p>
“Ik neem de helft van mijn studiepunten per jaar op, zodat het iets draaglijker is. Maar het blijft lastig. Afgelopen winter ben ik tijdens de examenperiode, , door de stress en te weinig slaap, opnieuw ziek geworden. Ik ben daar gevoelig aan. De komende examens zal ik proberen het wat rustiger aan te pakken en me iets meer op atletiek te focussen. Ik mis ook veel lessen. (lacht) Gelukkig heb ik goeie vrienden voor de notities.”
7. Hoeveel progressiemarge heb je daardoor nog? p>
“Nog vrij veel, denk ik. Alleen al omdat ik hele dagen moet crossen van lessen naar training en kine. Dat ik tijdens de examens vaak ziek uitviel, kostte me ook al telkens een paar trainingsweken.”
Mijn vriend en ik sprinten heel vaak tegen elkaar. En ja, hij is sneller. Het is dan ook een man
8. Je hebt geen A-elitestatuut. In welke mate kun jij momenteel van je sport leven? p>
“We hebben het over atletiek. Dan is het sowieso moeilijk om ervan te leven. Ik heb een B-elitestatuut, wat inhoudt dat enkel mijn stage van drie weken in Turkije tijdens de paasvakantie vergoed wordt. Daarnaast heb ik twee privésponsors: Meet & Wash en Dalphin Drinks. En ik verdien soms wat prijzengeld. Maar ik mag blij zijn dat mijn ouders mij zo ondersteunen.”
9. Je zit in een discipline waarin blessures om de hoek loeren. Ben jij blessuregevoelig? p>
“Op een bepaald niveau wordt iedereen blessuregevoelig. Dit is topsport en met mijn studie is het nog eens extra zwaar.”
10. Is deelname aan de Spelen in Tokio 2020 realistisch? p>
“Het is alleszins mijn doelstelling. Ik denk eigenlijk van wel. Ik zal me niet meer alleen op basis van tijden kunnen kwalificeren, want er wordt ook een ranking op basis van prestaties ingevoerd. Op de 200 meter mogen 56 atletes deelnemen. Ik hoop bij die 56 te zijn.”
11. Dit weekend is er het WK aflossingen in Japan. De 4×400 meter-vrouwenploeg staat de laatste tijd vaak in de spotlights. Jij was vorig jaar op het EK de vijfde vrouw. Hoop je ook ooit deel van hen uit te maken? p>
“Graag, maar sowieso wil ik me nog enkele jaren op de 200 meter concentreren. Ik liep nog maar één keer een 400 en dat was relatief goed. We zullen zien…”
Of Tokio 2020 realistisch is? Het is alleszins mijn doelstelling. Ik denk eigenlijk van wel
12. De Cheetahs verbraken vorige zomer het 34 jaar oude Belgische record. Eén van hun vier voorgangsters is Régine Berg uit Bredene, een streekgenote van jou. Ken je haar? p>
“Jazeker. Een heel vriendelijke. Ze is al een paar keer naar wedstrijden van mij komen kijken.”
13. Ben je nog altijd verknocht aan Klemskerke of kies je toch eerder voor Gent? p>
“Dat is een moeilijke. Ik vind het altijd leuk om in Klemskerke te zijn, maar het is helemaal anders. In Gent woon ik in een appartement in een stad, terwijl Klemskerke een dorpje in de polders is. (lacht) Doe me dus niet kiezen tussen de twee.”
14. Je vriend Tom Du Pan is zelf ook een gedreven sporter. Is dat een groot voordeel voor jou? p>
“Ja, toch wel. We begrijpen elkaar volledig, bijvoorbeeld als ik eens vroeg wil gaan slapen. Het zou heel moeilijk zijn als ik geen sportende vriend had.”
15. Lopen jullie soms tegen elkaar? En zo ja, wie is er dan de sterkste? p>
“Heel vaak zelfs. (proest het uit) En natuurlijk is Tom sneller. Het is dan ook een man. Maar dat is goed voor mij. Ik kan veel leren door te sprinten tegen iemand die sneller is dan mij.”
16. Wie is de romanticus in huis? p>
“We hebben beiden een vrij druk leven, maar we doen ons best. (grijnst) Laat ons zeggen dat we alle twee ons best doen om de weinige momenten die we hebben goed te benutten.”
17. Waarmee zou hij je echt kunnen verrassen? p>
“Weer zo’n moeilijke vraag. (lacht) Tom weet dat ik niet extreem materialistisch ben en liever iets samen doe. Hij weet dat hij me kan verrassen met een weekendje weg.”
Tom weet dat ik niet extreem materialistisch ben en liever iets samen doe. Hij weet dat hij me kan verrassen met een weekendje weg
18. Wat is de zwaarste training die je ooit hebt moeten doen? p>
“Toen ik nog bij Hermes Oostende en Marie-Christine Carron trainde. De trainingen toen vond ik veel zwaarder dan nu.”
19. Welk gerecht mogen ze jou altijd voorschotelen? p>
“Hespenrolletjes.”
20. Voor welke zoetigheid zou je een moord begaan? p>
“Voor heel veel. Als ik niet zou sporten… Geef mij maar van die Diksmuidse boterkoeken. Zalig!”
21. Is er een andere sport waarin je iets had kunnen bereiken? p>
“Ik heb vroeger heel veel sporten gedaan. Tennis, turnen, volleybal… Dat laatste deed ik graag, maar men heeft mij toch altijd aangeraden om met atletiek te beginnen. (glimlacht) Ik heb dus de juiste keuze gemaakt.”
22. Wat zou je later na je sportieve carrière willen doen? p>
“Veel. Ik zou mezelf als kine nog verder willen ontwikkelen. De betere atleten begeleiden, dat zegt me wel iets. Maar ik ben er nog niet uit. Momenteel denk ik enkel aan mijn eigen topsportcarrière.”
23. Wat is je favoriete vakantiebestemming? p>
“Overal waar het warm is. Ik kan echt niet tegen de koude.”
Als sprintster keek ik wel op naar Kim Gevaert, maar het was niet zo dat er in mijn kamer posters van haar hingen
24. Wie was je jeugdidool? p>
“Eerlijk? Die heb ik nooit gehad. Als sprintster keek ik wel op naar Kim Gevaert, maar het was niet zo dat er in mijn kamer posters van haar hingen.”
25.Tokio 2020 of Parijs 2024? p>
“Alle twee, maar op een andere manier. Van Tokio zou ik heel graag de cultuur meemaken, terwijl ik mijn sportieve piek beter in Parijs zou leggen. Weet je wat? We kiezen voor beide!”
Atletiek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier