Luc en Frederik Van Lierde wonnen allebei de mythische Ironman van Hawaï: “Mensen vragen vaak of wij broers zijn”

Luc Van Lierde won in 1996 en een tweede keer in 1999. “Het verschil met vroeger? De fietsen zijn sneller, de loopschoenen met speciale zolen zijn sneller en er wordt aerodynamischer gezwommen.” © BELGAIMAGE
Tom Vandenbussche

Ze hebben dezelfde naam en wonnen samen drie keer de mythische Ironman van Hawaï, maar anno 2022 weet iedereen dat Luc Van Lierde (53) en Frederik Van Lierde (43) geen familie van elkaar zijn. Dit weekend kijken ze beiden wel met argusogen naar hun favoriete wedstrijd. “De grote vraag is: kan Kristian Blummenfelt het ook op Hawaï?”

Lang geleden, toen de ene de Ironman van Hawaï nog moest winnen en de andere de trainer van zijn naamgenoot was, gaven Frederik en Luc Van Lierde al eens een interview. “In het bureau van mijn vader in Menen”, herinnert Frederik zich. De tijd gaat snel, want ook voor de jongste Van Lierde ligt zijn topsportcarrière al ruim twee jaar achter zich. De 43-jarige Menenaar is nu topsportcoördinator bij Defensie, een job waar hij duidelijk zijn ei in kwijt kan. “Er is veel variatie. Administratief en planmatig werk, maar daarnaast ook het contact met de topsporters. Ik amuseer me in wat ik doe.”

Terwijl Frederik Van Lierde sinds het einde van zijn carrière nog maar zelden in het buitenland vertoefde – “Ik heb dat zelf zo gewild” – is Luc Van Lierde bijna nooit meer in België. De bedoeling was om de twee samen te brengen, maar dat bleek onmogelijk. De 53-jarige Bruggeling is immers al zeven weken van huis weg. Eerst in Thailand, daarna in Mexico en sinds deze week op Hawaï. De oplossing: een dubbelinterview via WhatsApp. Luc glimlacht als hij vanuit Cancun – 8.190 km ver weg – op ons videoscherm verschijnt. “Als triatleet was ik vaak weg, maar nu ben ik nog vaker van huis. Tijdens corona heeft het even stilgelegen, maar nu is het alsof ik al mijn schade aan het inhalen ben. Ik ben al een paar jaar bezig met een project in Thailand, waar ik een atleet begeleid. In 2022 ben ik al drie keer naar daar afgereisd om die jongen te testen, net als alle atleten die hij zelf coacht. Later dit jaar ga ik nog eens terug en de komende jaren zal ik wel vaker in Thailand vertoeven.”

Heren, de eerste keer Hawaï sinds 2019 staat voor de deur. Zullen jullie er zelf bij zijn?

Luc: (knikt) “Ik ben vorige week met mijn zoon Andrew vanuit Mexico naar Hawaï doorgereisd. Mijn laatste stop na zeven weken buitenland. Ik ben hier voor mijn werk, want we zijn bezig met een documentaire die in het voorjaar van 2023 zal verschijnen. Veel kan ik er nog niet over vertellen, buiten dat ik daarvoor al twee jaar iemand aan het begeleiden bent.”

Frederik: “Ik blijf thuis, net zoals in 2019. In 2018 nam ik voor de laatste keer deel op Hawaï en sindsdien ben ik niet meer op het eiland geweest. Maar het voelt nog altijd speciaal. De laatste weken voor Hawaï bouwt die spanning zich vanzelf weer op.”

Luc, jij won in 1996 en 1999 op Hawaï. Fre, jij won er in 2013. Was dat het maximum haalbare?

Luc: (schudt het hoofd) “Ja en neen. Als je het woord talent uitspreekt, denken mensen aan de motor van de atleet. Alleen moet je ook de carrosserie hebben om die trainingsuren aan te kunnen. Dat was bij mij een probleem. Ook het mentale aspect is enorm belangrijk. Als ik wat minder geblesseerd was geweest, had ik op Hawaï vaker kunnen winnen. Ik had er de motor voor.”

Frederik: “Luc en ik zijn bij de atleten die het geluk hadden om op Hawaï te kunnen winnen, maar vergeet niet dat er veel zijn die ook het talent hadden maar er nooit in geslaagd zijn. Ik ben blij en trots, want ik stak nooit boven de concurrentie uit. Voor mij moest de puzzel 100 procent in elkaar vallen. Echt niet evident.”

Luc, jij was de coach van Fré toen hij Hawaï won. Nu zijn we bijna een decennium later. Hebben jullie nog vaak contact?

Luc: “Vroeger vroeg men mij: is dat uw broer? Maar Fré is mijn broer niet en toch hebben we veel contact.”

Frederik: (knikt) “Al van voor we samenwerkten. Toen Luc in 1996 de Ironman van Hawaï voor de eerste keer won, heb ik hem al eens ontmoet en stond ik als fan met hem op de foto. Ook nu houden we contact. Ik begeleid enkele atleten die bij Luc hun inspanningstests laten afnemen. En het gebeurt dat we elkaar voor werkgerelateerde zaken horen.”

Luc: “Als er in de triatlonwereld iets gebeurt, is Fré de eerste die ik contacteer.”

Frederik: “En als we bellen, zijn we niet klaar in vijf minuten. (grijnst) Het is zoals Luc zegt: we plannen ons contact niet, maar als we elkaar horen, hebben we altijd veel te vertellen.”

Luc, één van de atleten die jij nog begeleid hebt, is dit jaar de enige West-Vlaamse prof aan de start: Kenneth Vandendriessche. Wat verwachten jullie van hem? Zelf vreest hij de snelle start.

Luc: “Het is al een paar jaar dat ze op Hawaï rap zwemmen. Ik heb Kenneth in mei gezien toen hij in Lanzarote won. We hebben nog altijd een goeie band. Kenneth moet niet op anderen focussen. Als er iemand dat peloton van 50 man op de fiets in stukken rijdt, speelt dat in zijn voordeel. Kenneth zal in het water én in het begin op de fiets tijd verliezen. Hij moet zijn eigen wedstrijd doen. Hoe dicht hij kan eindigen, hangt af van de omstandigheden. Die zijn op Hawaï elk jaar anders.”

Frederik Van Lierde won in 2013. “Kenneth Vandendriessche, de enige West-Vlaamse prof dit jaar, moet het maximum uit zijn kwaliteiten halen: een verstandige race afhaspelen en alles op de marathon zetten.”
Frederik Van Lierde won in 2013. “Kenneth Vandendriessche, de enige West-Vlaamse prof dit jaar, moet het maximum uit zijn kwaliteiten halen: een verstandige race afhaspelen en alles op de marathon zetten.” © BELGA

Frederik: “Kenneth stuurde me de voorbije maanden geregeld vragen: over hoe je op Hawaï best een brommer of auto huurt, over hoe hij bepaalde zaken tactisch moet aanpakken… Hij is zich er heel goed van bewust dat hij in het zwemmen x aantal minuten zal verliezen. Hij weet ook dat hij zich op de fiets niet mag vergalopperen. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat er op Hawaï heel veel atleten stilvallen en er in de marathon veel mogelijk is. We weten allemaal dat Kenneth niet voor de top drie zal meespelen, maar een plaats in de top 15 of 20 moet kunnen. Hij moet het maximum uit zijn kwaliteiten halen: een verstandige race afhaspelen en alles op de marathon zetten.”

Hoe kijken jullie naar de almaar snellere tijden in het zwemmen, fietsen en lopen? Eliud Kipchoge liep in Berlijn een marathon met een gemiddelde snelheid van 21,02 km per uur.

Luc: “Dat is de evolutie. De fietsen zijn sneller dan vroeger. De loopschoenen met speciale zolen zijn sneller. Er wordt aerodynamischer gezwommen. De positie op de fiets is totaal veranderd. Maar er wordt niet professioneler getraind. Ik werd indertijd door professor Olbrecht al op de meest wetenschappelijke manier begeleid. Hoogtestages? Deed ik al. VLamax? Werkte ik ook al mee. Alleen is het nu normaal dat iedereen dat kent, toen niet.”

Frederik: “Ik ben het met je eens. Toen ik in 2013 won, zat ik nog lang niet zo aerodynamisch op de fiets als de toppers nu. Waar ik ook een verschil met vroeger zie, is de voeding. Daarover is nu meer geweten. In onze tijd was dat nattevingerwerk. De kans dat een topper nu te weinig suikers of zouten inneemt, is bijna nihil.”

Luc: “Klopt. Wij probeerden al die zaken uit op training. Je moet weten: niet elke atleet heeft een sterke maag. Dat had ik wel en dat was een voordeel. Fré kende veel problemen met zijn zoutverlies. De dag van vandaag is dat helemaal anders. Alles wordt vooraf uitvoerig getest en vastgelegd.”

Frederik: “Je leest dat in artikels over wielrenners. Hoeveel hebben ze verbrand? Hoelang hebben ze in het wiel gereden? Hun energieverbruik wordt tot in de details uitgerekend. Bij ons was het gissen hoeveel je moest eten.”

Wie wint dit jaar op Hawaï?

Luc: “Tja…

Frederik: “Zeg jij het maar, Luc.”

Luc: “Het is heel moeilijk om dat te voorspellen. Iedereen schuift Kristian Bloemenfelt (een Noor, red.) naar voren en op basis van wat hij de voorbije jaren heeft getoond (olympisch kampioen in Tokio en wereldkampioen Ironman in St-George, red.), is dat de logica zelve. Alleen is hij iemand die de wedstrijd maakt en misschien is net dat de factor die ervoor zal zorgen dat hij niet wint. Hawaï is immers een tactische wedstrijd, want je komt met 50 man samen uit het water en het fietsparcours laat het in het begin niet toe om die groep uit elkaar te rijden. Ik denk dat er een groepje lang zal samenblijven en alles in het lopen beslist zal worden. Volgens mij wint de snelste marathonloper, maar er een naam op plakken, durf ik niet. De temperatuur en vochtigheidsgraad zullen trouwens ook, zoals elk jaar, een grote rol spelen.”

Frederik: “Het is zoals Luc zegt: Hawaï is een wedstrijd waarin je geduld moet hebben. Iemand die er vanaf het begin de beuk ingooit, wint niet vaak. Ik heb Blummenfelt uiteraard ook in mijn hoofd, maar het zou straf zijn als hij bij zijn eerste deelname meteen kan winnen. Ik denk eveneens aan Patrick Lange (winnaar op Hawaï in 2017 en 2018, red.). Hij kent het spelletje perfect en weet hoe hij een heel jaar onzichtbaar moet blijven om dan toe te slaan. Ik zie nog enkele atleten, jongens die enorm veel risico’s durven te nemen en wel zien waar het schip strandt. Zo’n Sam Long bijvoorbeeld. Of Gustav Iden. Ik heb mijn twijfels bij Blummenfelt. Als ik naar zijn lichaam kijk, denk ik dat hij te zwaar staat en het op Hawaï niet zal volhouden. Dat is de grote vraag.”

Luc: “Wat hij op het WK in St-George op zo’n zwaar parcours deed, was fenomenaal. Maar de factor voeding kan bij hem een rol spelen. Op dat vlak heeft hij in het verleden al zwakheden getoond.”

Frederik: “Ik wil het echt eens zien wat Blummenfelt op dit parcours zal doen. Het is een echte beer. Hij zal op Hawaï toch redelijk wat vermogen moeten trappen. En ik kan er ook nog altijd niet goed bij hoe iemand met zo’n postuur zo goed kan lopen.”

Slotvraagje: wij zouden jullie met je huidige conditie eindigen?

Luc: (grijnst) “Strijden voor de winst en handje in handje over de meet komen.”

Frederik: (proest het uit) “Zouden we de finish nog halen?”

Luc: “Twee weken geleden heb ik twee keer gezwommen, maar ik heb er telkens de rest van de dag van moeten recupereren. Fietsen doe ik nog om de twee, drie weken. En als ik loop, moet ik enkele weken herstellen. Neen, ik zou er nooit meer aan beginnen, omdat ik het zelf op training niet meer aankan.”

Frederik: “Ik weet het niet. Ik ben natuurlijk nog tien jaar jonger dan Luc en denk wel dat het zou lukken. Ergens rond de tien uur?

Luc: “Sneller.”

Frederik: “In het voorjaar deed ik nog eens kwarttriatlon, maar voor een volledige train ik niet meer voldoende. Het is zoals Luc zegt: als ik het economisch aanpak, zou een tijd tussen 9u30’ en 10u mogelijk moeten zijn. Het is vooral de marathon waarvoor ik zou vrezen.”

Luc: “En vanaf het moment dat je in een marathon moet beginnen te wandelen, gaat het heel traag vooruit.”

Frederik: “Als je aan twaalf km per uur kan lopen, heb je nog een redelijke tijd. Maar als je aan vijf km per uur moet wandelen, kan een Ironman heel lang duren.”