Lindsey De Grande: “Ik wil taboe rond mentale gezondheid doorbreken”
Twaalf maanden geleden stond Lindsey De Grande (32) voor het eerst sinds haar chronische leukemie-diagnose in 2012 aan de start van een internationaal kampioenschap: het EK indoor. De toekomst lachte de atlete weer een beetje toe, maar het voorbije jaar zag De Grande al haar dromen uiteenspatten. Wij trokken met haar naar hartje Brugge voor een moeilijk, maar openhartig gesprek. “Ik ben zoekende, maar ik probeer te geloven en te hopen dat er nog mooie dingen zullen volgen.”
Het was op 5 maart 2021 een kort berichtje waard. “Lindsey De Grande werd op het EK indoor in Torun zevende in de tweede reeks van de 1.500 meter en haalde de finale niet.” En, zo werd ook nog vermeld: “De Grande is toe aan haar tweede EK bij de elite. Tien jaar geleden in Parijs werd ze zesde. Nadien sloeg het noodlot toe en werd er chronische leukemie vastgesteld, een aandoening waar ze nog steeds mee worstelt.”
Exact een jaar later hebben we met De Grande afgesproken in Vero Caffè, een gezellige koffiebar in hartje Brugge. We vragen haar of ze trots is op die EK-deelname. De Sijseelse zoekt naar de juiste woorden. “Dat EK lijkt precies al een eeuwigheid geleden. Er is het voorbije jaar zoveel gebeurd.”
Het was toch best al straf dat je er daar in Polen bij was.
De Grande: “Dat EK kwam vrij onverwachts, dus had ik niet kunnen pieken. Daardoor voelde ik me niet de atleet die ik wilde zijn. In 2011 werd ik nog zesde, dan is het verschil met gewoon deelnemen groot. Maar ik besefte ook dat veel atleten er nooit in slagen om aan zo’n EK deel te nemen.”
Enkele maanden voor de Spelen in Tokio leek jouw olympische droom plots toch nog haalbaar. Het is niet gelukt, maar hoe nipt is het voor jou geweest?
“In mei voelde ik dat ik grote sprongen had gemaakt. Achteraf is het altijd makkelijk praten, maar volgens mijn trainer was ik klaar om mijn persoonlijk record te breken. Op een bepaald moment stond ik 50ste in de World Ranking. De top 45 mocht naar Tokio. Ik zat er dus echt niet ver van. Maar alles moest meezitten en dat was niet het geval. Daarnaast heeft Sven (Vanthourenhout, wielerbondscoach, red.) toen jammer genoeg en voor mij heel onverwacht onze relatie stopgezet.”
Wacht even. Toen ik je tijdens de Spelen interviewde, heb je daar niets over gezegd.
“Ik heb daar lange tijd niet over gecommuniceerd, ik wil ook niemand met de vinger wijzen. Het is wat het is, maar ik kon het allemaal heel moeilijk vatten. Ik heb altijd vertrouwd in onze unieke band. We hadden ook nog zoveel toekomstplannen, dus werd ik heen en weer geslingerd tussen hoop dat het nog goed kwam, ontkenning en verbijstering. Het was mijn beslissing niet. Toen ik mijn diagnose van leukemie kreeg, hoopte ik altijd dat ik mijn loopdoel nog kon waarmaken. Lopen is mijn passie. Mijn houvast. Maar als het op privévlak niet goed gaat met mij of mijn dierbaren, is lopen voor mij ondergeschikt en heel relatief. Daarom is die breuk heel heftig binnengekomen. Ik ben toen volledig gebroken. (stilte) Ik zat in een tweestrijd. Mijn instinct wilde niet meer lopen. Maar ik had zoveel moeite gedaan en was er klaar voor.”
De twee grote pijlers in mijn leven zijn plots verbrijzeld: mijn relatie en atletiekdroom
“Twee weken later liep ik in het Spaanse Huelva een tijd van 4’13”. Absurd als ik daar nu aan terugdenk. Ik sliep niet. Ik at niet. Ik huilde constant. Eind juni liep ik op het BK mijn laatste wedstrijd en bleek mijn ranking niet te volstaan voor Tokio. Na afloop ben ik in mijn wedstrijdoutfit in de auto gestapt en heb ik de hele terugweg voor me uit zitten staren. De twee belangrijkste pijlers in mijn leven waren mijn relatie en mijn atletiekdroom. Die zijn beide op hetzelfde moment verbrijzeld. Was Tokio dus mogelijk geweest? Ik zou het niet weten. Het is makkelijk om nu ja te zeggen, maar ik weet dat ik alles gedaan heb wat binnen mijn mogelijkheden lag. Ik heb er vrede mee en kan het relativeren.”
Ik weet even niet wat te zeggen. De aanleiding voor dit interview was het EK atletiek en hoe het een jaar later met je gaat. En nu zijn we hier plots een heel moeilijk gesprek aan het voeren.
(denkt na) “Ik wil het taboe rond mentale problemen mee helpen doorbreken door open te zijn over de moeilijke periode waar ik door ga, weliswaar met respect voor ieders privé en ieder persoon. Bepaalde triggers zijn samengekomen, waardoor mijn wereld letterlijk is ingestort. Doorheen die pijn probeer ik met heel kleine stapjes de brokken samen te rapen.”
Hoe is het nu met jou?
“Ik weet het echt niet. Ik heb het moeilijk en worstel me door een heftig rouwproces en identiteitscrisis. Maar ik besef dat ik lang niet de eerste en helaas ook niet de laatste persoon in die situatie ben. Ik besef ook dat het moeilijk is om het te begrijpen als je het zelf niet meemaakt. Soms denk ik: Lindsey, wees niet zo zwak en herpak je. Maar zo werkt het niet. Ondertussen heb ik ook hulp gezocht en loop ik opnieuw. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik de goesting in het lopen volledig verloren was. Nu probeer ik om het terug als mijn eigen passie te zien. Iets dat ik zelf graag doe.”
Net als coachen? Ik zag op je website dat je een extra opleiding over coaching volgt.
(knikt) “Ik ben kinesitherapeute van opleiding en heb na al die jaren als topsportster wel ervaring, maar het is zinvol om nog specifieke opleidingen bij te volgen. Het doel is om trainer A halve fond en fond te worden, al coach ik nu al mensen richting hun loopdoelen.”
Is jouw eigen verleden een voordeel als coach?
“Dat denk ik wel. Ik weet wat het is om een sportieve droom te hebben, maar ik begrijp ook wat het is om dat te integreren in een leven dat lang niet vlekkeloos verloopt. Die moeilijke zoektocht naar het juiste evenwicht, of je nu topsporter bent of niet, daar hoop ik als coach in te kunnen helpen. Ik ben ook daarin nog zoekende, maar ik probeer te geloven en te hopen dat er nog mooie dingen zullen volgen.”
Dat horen we graag.
“Vandaag lijkt het doel precies om succesvol en gelukkig te zijn. Maar worden we daar net niet ongelukkig van? Hebben we daardoor niet continu het gevoel van te falen? Misschien moeten we gewoon proberen een zo goed mogelijk persoon te zijn, maar ook durven fouten te maken en eruit te leren? Topsporters kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Vaak worden zij als onaantastbaar gezien. Machines. Maar niemand is een machine. Iedereen heeft emoties en dat is menselijk. Het doet me deugd dat er ook in de sportwereld een kentering aan het komen is. Kijk naar Simone Biles. Naar Naomi Osaka. Door te durven communiceren, kan je elkaar helpen. Dat merk ik aan de gedichten die ik op Instagram deel, ook over mijn gevoelens. Die waren niet altijd positief, maar ik kreeg wel veel positieve reacties van mensen in de trant van: bedankt om te verwoorden wat ik voel maar niet kan zeggen. Dat vind ik belangrijk: mensen het gevoel geven dat ze er niet alleen voor staan. Ook al bereik je daarmee maar één persoon. Je mag mij naïef noemen, maar ik geloof echt dat deze wereld weer wat zachter mag en kan worden. Wat minder vluchtig. Dat hoop ik uit de grond van mijn hart.”
Wat is het belangrijkste dat je het voorbije jaar over jezelf geleerd hebt?
“Dat ik het waard ben om mezelf graag te zien en om graag gezien te worden. En daar ben ik nog lang niet.”
En het mooiste compliment dat je jezelf kan geven?
“Dat ik nog leef. Letterlijk. Dat er ergens binnen al dat zwarte iets krachtiger is dat zegt: bijt door, het zal wel beteren. Ik probeer, elke dag opnieuw, met alles wat ik kan. En dat is absoluut niet zo evident.”
Men heeft mij ooit wijsgemaakt dat je elke avond drie positieve dingen van die dag moet opsommen.
(lacht) “Ik begrijp het idee erachter. Je hersenen hebben die positieve stimulatie nodig. En toch zou het oké moeten zijn dat je in sommige fases van je leven niet alles op een rijtje hebt. Ik merk dat ik mezelf soms onder druk zet, maar dat werkt niet. Er is van alles gebeurd, maar ik probeer er rust in te vinden. Het los te laten. En dan hoop en vertrouw ik erop dat wat moet gebeuren zal gebeuren en alles goed komt. Ook dat is positieve stimulatie.”
Laat het ons toch eens proberen: wat zijn jouw drie positieve dingen van vandaag?
(lacht en denkt na) “Wel, ik heb een ontspannen duurloop gedaan. (stilte) Ik heb zonet achteruit geparkeerd aan de linkerkant. Dat was lang geleden, maar het is goed gelukt.”
Voor een vrouw is dat een hele prestatie. Sorry, dit kon ik niet laten liggen.
(proest het uit) “Het is een cliché, maar het is zo. En het derde… Ik hoop dat jouw fotografe een mooie foto heeft kunnen nemen. Dat zou voor mij een compliment zijn.”
Ik voeg er nog twee zaken aan toe: je hebt op een positieve manier over je moeilijke periode gepraat en je hebt een bijzonder talent voor coaching.
“Dank je. Het is iets belangrijks voor mij, anderen proberen te helpen. Ik zeg vaak: de mens in de atleet wordt vaak vergeten, maar de atleet in de mens ook. Als het over mensen gaat, is het belangrijk om te weten dat er in elke mens een atleet schuilt, op zijn of haar niveau en in zijn of haar sport. Als het over topsporters gaat, is het belangrijk om de mens in de topsporter niet te vergeten. Sporters worden in de pers vaak verafgood. Doen zij uitzonderlijke dingen? Ja. Maar ik geloof dat elke persoon uitzonderlijke dingen doet, alleen is er niet altijd een camera op gericht. Iemand die thuis vier kinderen grootbrengt. Iemand die nachtwerk doet. Ik ben altijd blij als ik sporters topprestaties zie leveren. Maar als ik merk dat het ook een persoon met mooie waarden en normen is, zal dat mij veel meer doen. Toen Wout van Aert onlangs won, vertelde hij meteen erna dat sport de belangrijkste bijzaak van het leven is en zijn gedachten naar de oorlog in Oekraïne gingen. Je voelde dat hij het meende. Dat is een mooi mens. En dat is voor mij belangrijk: een goed persoon proberen zijn.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier