Hanna Vandenbussche: “Een glas rode wijn zal ik nooit laten staan”
Hanna Vandenbussche (31) is Belgisch kampioene veldlopen. De naar Leuven uitgeweken Diksmuidse van AV Roeselare verraste vriend, vijand en vooral zichzelf door in Brussel onder meer Nina Lauwaert achter zich te laten. “De week voor het BK was ik met vrienden nog op spelletjesweekend en heb ik bijna niet geslapen. Blijkbaar presteer ik beter als loopster als ik er niet alles voor laat.”
1. Hoe verrast was je door je Belgische titel?
“Heel verrast. Ik had het helemaal niet verwacht, want er was één topfavoriete, Nina Lauwaert. Het was overweldigend. Ik had gehoopt op top drie, maar nooit aan winst gedacht. (glimlacht) Ik had er wel van gedroomd.”
2. Heb je een feestje gebouwd?
“Niet meteen. Ik moest mijn doctoraat (Vandenbussche studeerde filosofie in Leuven, red.) indienen en ben recent met mijn nieuwe job begonnen. Maar het komt er nog wel van. Volgende week heb ik vakantie. Dan zal ik de tijd nemen om even na te genieten. Het moet nog een beetje doordringen.”
3. Alweer een Belgische titel veldlopen van West-Vlaamse makelij, de elfde in 14 jaar tijd. Is daar een reden voor?
“Ik zou het niet weten. Ik woon dan wel in Leuven, maar voel me een West-Vlaamse. West-Vlamingen staan er alleszins voor gekend dat het harde werkers zijn. Maar ik denk eerlijk gezegd toch dat het puur toeval is.”
4. Zondag was een hoogtepunt, maar wat is de grootste ontgoocheling uit je atletiekcarrière?
“Ik heb er een aantal, maar de grootste was in 2016. Toen probeerde ik me voor de Olympische Spelen in Rio te plaatsen en heb ik in de Nacht van Vlaanderen voor de eerste en enige keer in mijn leven opgegeven, omdat de trainer van een andere atlete naast me reed en alle menselijkheid even verloren ging. Het was ook in die periode dat de transparantie bij de federatie (omtrent de limiettijden, red.) te wensen overliet.”
5. In april loop je de marathon van Rotterdam. Met welk doel?
“Door mijn doctoraat heb ik op professioneel vlak een heel zware periode achter de rug, maar op training voel ik me super. Toch wil ik nog enige voorzichtigheid inbouwen. Normaal start ik en in dat geval wil ik mijn PR (2u37’28”, red.) verbeteren.”
6. Koester je nog een de olympische droom?
“Ja, maar het hangt heel erg af van de selectiecommissie. In Nederland bedraagt de limiettijd 2u28′. Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat dit voor mij te hoog gegrepen is. Maar alles tussen 2u30′ en 2u35′ lijkt me haalbaar.”
7. Zou je in Tokio graag met je trainster Veerle Dejaeghere aan de start van de olympische marathon staan?
“Ongetwijfeld. Het is mijn ultieme droom, want ze heeft zoveel voor mij betekend. Ik kan me geen betere begeleidster inbeelden. Ik moet haar wel nog overtuigen. (grijnst) Ik denk dat Veerle zichzelf wat onderschat, want ze is daar zeker nog toe in staat.”
8. Vertel eens iets leuks over Veerle wat wij niet weten.
(grijnst) “Moeilijke vraag. Ze is zo open en spontaan dat jullie al heel veel over haar weten. Ik kan daar alleen maar aan toevoegen dat ik haar bescheidenheid en spontaniteit enorm apprecieer.”
9. Zou je later zelf trainster willen worden?
“In feite wel, maar zeker niet grootschalig. Individuele coaching lijkt me wel iets voor mij. Maar voor een heel grote groep staan, dat zie ik mezelf niet vlug doen.”
10. Hoe maniakaal ben je met je voeding bezig?
“Hier zal ik een verrassend antwoord op moeten geven. Niet zo maniakaal dus. Ik zal bijvoorbeeld nooit een glas rode wijn laten staan. Misschien is het iets waar ik nog meer op zou kunnen letten, maar ik ben een Bourgondiër. Ik ben iemand die graag eet en drinkt. Ik vind het trouwens gevaarlijk als je daar te veel mee bezig bent. De week voor het BK was ik met vrienden op spelletjesweekend en heb ik bijna niet geslapen. Ook uit mijn job haal ik enorm veel voldoening. Blijkbaar presteer ik beter als loopster als ik er niet alles voor laat.”
11. Je bent van Diksmuide, maar woont in Leuven. Kom je nog vaak terug in de Westhoek?
“Ja, op zich wel. Ik probeer één tot twee keer per maand langs te gaan. Behalve mijn broer woont mijn hele familie daar nog. Ik voel me nog heel erg verbonden met mijn geboortestreek en zou me niet kunnen inbeelden dat ik er niet meer naartoe zou gaan. Zo ben ik de dag voor het BK met mijn ouders in Nieuwpoort gaan wandelen. Dat is al jaren een traditie.”
12. Je hebt een nieuwe job: wat doe je nu juist?
“Ik werk sinds 11 februari bij het Katholiek Onderwijs Vlaanderen in de Guimardstraat in Brussel, waar ik verantwoordelijk ben voor twee projecten die nauw met elkaar samengaan. In middelbare scholen willen ze burgerschap belangrijker maken, door leerlingen niet zozeer op punten te doen focussen, maar door ze naar sociale organisaties te sturen, door in te spelen op actualiteit, op diversiteit… Het ligt in het verlengde van mijn doctoraat en ik ben er dan ook vol goesting ingevlogen.”
13. Los je filosofische problemen op tijdens het lopen?
“Een goeie vraag die me al vaak gesteld is. Het hangt ervan af. Mijn beste ideeën krijg ik als ik wandel en fiets, maar het is wel zeker zo dat beide zaken elkaar de voorbije jaren versterkt hebben. Uit mijn filosofie heb ik bijvoorbeeld geleerd om slechte periodes als sporter te relativeren.”
14. Ochtendmens of nachtbraker?
(lacht) “De laatste weken beiden. Ik lag vaak pas na middernacht in bed en stond om zes uur op. Voorlopig heb ik dus niet veel slaap nodig, maar ik denk dat ik, in functie van Rotterdam, volgende week best wat meer zal slapen. Qua productiviteit ben ik eerder een ochtendmens. Tijdens mijn doctoraat schreef ik tussen negen en twee, terwijl ik ‘s namiddags vooral las.”
15. Wie was je jeugdidool?
(glimlacht) “Veerle.”
16. Wat is na atletiek je favoriete sport?
“Er zijn alleszins niet veel sporten die ik kan kiezen, want ik was niet goed in LO. Ik rijd wel heel graag met mijn koersfiets. Als ik ooit naar een andere sport overschakel, zou ik voor duatlon kiezen.”
17. Wat is je favoriete vakantiebestemming?
“Ik heb er veel. Vroeger ging ik met mijn ouders, die beiden leerkracht klassieke talen zijn, vaak op reis naar Griekenland. Op dat land ben ik toch wat verliefd geworden. Op nummer twee plaats ik Frankrijk. Een klassieke keuze, maar ik heb een speciale band met Dijon, waar ik tijdens mijn doctoraat lange tijd heb verbleven. Volgende week ga ik er trouwens weer naartoe. Telkens ik daar was geweest, presteerde ik goed in mijn loopwedstrijden.”
18. In welke droomstad wil je ooit nog eens een marathon lopen?
“Dat is ongetwijfeld Berlijn. Daar moet ik niet lang over nadenken. Die wedstrijd staat al lang op mijn verlanglijstje en als de planning blijft zoals ze nu is,, zal ik er op 29 september aan de start staan.”
Atletiek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier