De twee snelste West-Vlaamse marathonvrouwen
Om 22.59 uur Belgische tijd staat Hanna Vandenbussche (32) uit Diksmuide vanavond aan de start van de marathon op het WK atletiek in Doha. Haar trainster, Veerle Dejaeghere (46) uit Ardooie, leeft hard mee vanop het thuisfront. “Ik had Hanna in Berlijn graag een persoonlijk record zien lopen, maar deze kans om het wereldkampioenschap te lopen, moest ze grijpen.”
Een gezapige zaterdagavond aan het ouderlijke huis van Hanna Vandenbussche in Diksmuide. Voor Hanna, die al jaren in het Leuvense woont, is dit een raar gegeven. “Met ouder te worden voelt een weekendje hier meer en meer als vakantie aan. In Diksmuide kom ik tot rust. Breng ik mijn twee grootmoeders een bezoekje. En haspel ik mijn favoriet looptoertje uit mijn jeugd nog eens af. Via de IJzer, de spoorweg richting Nieuwpoort en terugkeren via Stuivekenskerke. (glimlacht) Ja, dit is speciaal voor mij.”
Dit interview is ook speciaal. Jullie zijn de twee snelste West-Vlaamse marathonvrouwen ooit.
Veerle: (verbaasd) “Wist ik niet.”
Hanna: “Ik ook niet.”
Veerle: “Heeft er dan vroeger echt niemand sneller gelopen? Neen? Mooi zo. (grijnst) Daar kunnen we toch mee uitpakken, hé.”
Hanna, jij hebt maandenlang de marathon van Berlijn voorbereid. Hoe is dat verlopen?
Hanna: “Goed. Ik trok voor de eerste keer op hoogtestage, drie weken naar Font-Romeu. En ik kon de meeste trainingen zoals gepland afwerken, al is het niet makkelijk met mijn werk. De job zelf valt heel goed mee. Het is uitdagend en ik heb lieve collega’s, maar de verplaatsing kost me veel tijd. Tijdens mijn doctoraat in Leuven moest ik drie kilometer fietsen, nu verlies ik dagelijks twee uur of meer. Conditioneel sta ik wel waar ik moet staan. (glimlacht) En met Veerle heb ik een heel flexibele trainster.”
Veerle: “Ik vind het vooral heel moeilijk dat Hanna zo ver woont. Door een taalkamp kon ik ook niet mee naar Font-Romeu. Dat vind ik heel vervelend, dat ik haar nooit zie trainen en pas achteraf haar tijden zie. Maar een groot voordeel is wel dat Hanna naar haar lichaam luistert, iets wat ik vroeger niet deed. In haar zwaarste week stond er 150 kilometer op de planning, maar het is bij 140 gebleven. Hanne geeft altijd aan als ze goed of minder goed recupereert. En dan stuur ik bij.”
Veerle Dejaeghere p>
46 jaar. Werd geboren in Izegem. Groeide op in Ardooie. Woont in Ardooie. Geeft in Roeselare les aan anderstalige nieuwkomers in de lagere school. Is actief in de politiek voor Groen en zetelt momenteel in de gemeente- en provincieraad. p>
Nam drie keer deel aan de Olympische Spelen: Sydney 2000 (1.500 meter), Peking 2008 (3000 meter steeple) en Rio 2016 (marathon). Behaalde 20 Belgische titels. Heeft op de marathon een pr van 2u31’56” (Berlijn 2015). Is aangesloten bij KAVR (Koninklijke Atletiek Vrienden Roeselare). Neemt geregeld deel aan een stratenloop in West-Vlaanderen. p>
Hanna, twee weken geleden kreeg je wel plots te horen dat je naar het WK in Doha mocht. Eén geluk: die marathon valt in hetzelfde weekend als Berlijn.
Hanna: “Toen de bond mij verwittigde, zeiden ze dat ze binnen een uur een vergadering hadden en ik tegen dan moest beslissen. (lacht) Ik heb geantwoord dat ik eerst Veerle wilde bellen. Eerst had ik enorm veel twijfels, omdat ik volledig naar Berlijn aan het toeleven was en daar, in functie van de Spelen, een pr wilde neerzetten. In Doha vindt de marathon om middernacht bij 28 graden plaats. Veerle en ik hebben het erover gehad. Het zal in die omstandigheden moeilijk worden om een goeie tijd neer te zetten. Het zal er ook strategischer aan toegaan.”
Veerle: “Toen Hanna in mei in Praag een pr (2u36’49”, red.) neerzette, wist ik dat haar conditie goed genoeg was om 2u34′ of 2u35′ te lopen, want het parcours daar was heel zwaar. Daarom was ik heel blij met haar keuze voor Berlijn. Ze zou daar een nieuw pr kunnen lopen. En je denkt ergens toch altijd aan die olympische marathon van volgend jaar. Maar de kans om een WK te lopen, mag je niet laten liggen. Je weet nooit welke atleten zullen starten en wie weet kan Hanna zich via een ereplaats voor Tokio plaatsen.”
Hanna: “Bij de selectie voor de Spelen wordt er niet alleen met limiettijden (2u30’15” voor de Belgische vrouwen, red.), maar ook met een soort van puntensysteem gewerkt. Op een WK zijn er veel punten te verdienen. Stel dat er traag gelopen wordt en ik een constant tempo aanhoud, kan ik misschien meer punten halen dan wanneer ik in Berlijn een pr van 2u34′ loop, maar wel pas 15de of 20ste in de uitslag ben.”
Een groot voordeel van Hanna is dat ze naar haar lichaam luistert, iets wat ik vroeger niet deed. En dan stuur ik bij
Veerle: “Ze zeggen toch altijd: hoe scherper de limiet, hoe meer atleten die tijd zullen benaderen. En dat klopt ook wel, want je verlegt je doel en traint voor die tijd. Ik had gedacht dat Berlijn een tussenstap naar 2u33′ of 2u34′ kon zijn en Hanna in het voorjaar van 2020 nog eens zou kunnen proberen. Maar eerst Doha. Het voordeel is dat het in hetzelfde weekend als Berlijn plaatsvindt. Alleen het tijdstip, vrijdagavond in plaats van zondagochtend, is anders.”
Na haar Belgische veldlooptitel in februari vertelde Hanna dat het haar ultieme droom is om met jou de marathon in Tokio te lopen. Hoe zit het daarmee?
Veerle: (proest het uit) “Oei, oei, oei… Vorige winter heb ik niet getraind, omdat ik geen goesting had. In april vertelde de trainer van AVR, Willy Ligneel, dat hij me nodig had voor een interclub. Ik antwoordde dat ik daar niet voor getraind was, maar hij zei: je hebt nog een maand de tijd. Ik ben stilletjes weer begonnen, drie keer per week, maar uiteindelijk heeft Hanna op die interclub de 3.000 meter in mijn plaats gelopen.”
“In de zomervakantie ben ik wel weer serieus beginnen te lopen, tot vijf keer per week. Ik amuseerde me weer en op een bepaald moment wilde ik mezelf eens testen. Zo ben ik in één week van 60 naar 105 kilometer gegaan. (grijnst) De week erna was het al miserie. De recuperatie is niet meer zoals vroeger, merk ik. Ik vrees dus dat Hanna in Tokio alleen aan de start zal staan. Ik zal wel komen supporteren. “
Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen?
Hanna: “De eerste keer dat we met elkaar gepraat hebben, was op het podium van de CrossCup in Hulshout. Ik was eerste belofte geworden en mocht met zo’n blauwe trui op het podium naast de drie beste senioren staan. Toen zei Veerle: amai, ik ben blij dat ik eindelijk eens met jou heb kunnen praten. Maar het is via Sofie Gallein, met wie ik in Leuven wat contact had, dat we echt in contact gekomen zijn.”
Veerle: “Sofie en ik gingen samen op stage en zochten nog iemand om mee te gaan.”
Hanna: “Ik zat bij de universitaire ploeg, maar iedereen ging naar Sankt-Moritz, behalve ik. Ik wilde dus wel meegaan. Het werd een superleuke week, aan de Beekse Bergen in Nederland. In die periode deden Veerle en ik ook vaak dezelfde stratenlopen in Nederland en een maand of twee later heb ik tegen mijn Leuvense trainer Wim Wouters gezegd dat ik met Veerle wilde samenwerken.”
En nu zijn we tien jaar later…
Veerle: “Is dat echt al tien jaar?”
Hanna: (glimlacht) “We gaan dat moeten vieren.”
Veerle: (neemt haar glas met spuitwater vast) “Kom, we gaan nog ene drinken.” (proest het uit)
Hoe verloopt de samenwerking?
Veerle: “Elke zondag stuur ik mijn schema voor de week erna door.”
Hanna: (knikt) “Altijd op zondag, hé. Ik heb het nog nooit geweten dat ze niet op zondag doorstuurde. En meestal laat in de avond.”
Veerle: “Klopt. Op zaterdag maak ik mijn schema’s en als mijn schoolwerk zondagavond gedaan is, kijk ik alles ter controle nog eens na en stuur ik door.”
Veerle is al tien jaar mijn trainster, maar intussen zelfs meer een vriendin. Zij kent mij het best van iedereen
Hoe is Veerle als trainster?
Veerle: “Moet ik mijn oren dichtdoen? Ik zal het toch lezen, hoor, Hanna.”
We zullen twee edities maken: één in Diksmuide en een gecensureerde in Roeselare.
(algemene hilariteit)
Hanna: “Ik kan alleen maar vol lof over Veerle praten. Wat ik enorm apprecieer, is dat ze naar mij luistert. Als ik het zwaar heb en voel dat ik door mijn werk te vermoeid ben, past ze mijn schema binnen de drie minuten aan. Ook op persoonlijk vlak klikt het heel goed. Ze is mijn trainster, maar intussen zelfs meer een vriendin. Veerle kent mij het best van iedereen.”
Hanna Vandenbussche p>
32 jaar. Werd geboren in Roeselare. Groeide op in Diksmuide. Woont in Heverlee. Gedoctoreerd in de filosofie. Werkt bij het Katholiek Onderwijs Vlaanderen in Brussel. Is samen met ex- toploper Pieter Desmet uit Zwevegem. p>
Behaalde vijf Belgische titels: 10.000 meter piste (2011), halve marathon (2013), 10 km weg (2016), marathon (2017) & veldlopen (2019). Focust zich op de marathon, met een persoonlijk record van 2u36’49” (Praag 2019). Is aangesloten bij KAVR (Koninklijke Atletiek Vrienden Roeselare). Neemt dit weekend deel aan haar eerste WK marathon in Doha. p>
Vertel.
Veerle: (grijnst) “De vrouwelijke geheimen, hé.”
Hanna: “Ik kan alles tegen haar zeggen, ook als het minder gaat.”
Veerle: “Dat vind ik belangrijk. Toen ik het vroeger moeilijk had, kon ik dat tegen mijn trainer zeggen. Daarom vind ik het zo jammer dat Hanne en ik elkaar zo weinig zien. Ik heb al meerdere keren gezegd dat ze terug naar West-Vlaanderen moet komen.”
Hanna: “Mijn vriend (Pieter Desmet, red.) woont in Brussel, ik in Heverlee. En ik werk in Brussel. Maar ik sluit het niet uit.”
Hoe komt het dat er zo’n klik tussen de introverte Hanna en de extraverte Veerle is?
Hanna: “Ik zou het niet weten.”
Veerle: “We hebben altijd veel plezier. Hanna is zelfstandig en eerlijk. Dat vind ik prachtig: ze blijft luisteren naar haar lichaam en zal het altijd eerlijk zeggen als het te zwaar is voor haar. En vooral: ze heeft die passie voor het lopen.”
Vertel ons daar eens iets over, Hanna. In deze krant vertelde je ooit dat je moeite had met eten afwegen, lactaattests en hoogtekamers. Je vond dat de liefde voor de sport dan verloren ging.
Hanna: “Dat is wel waar. Ik ben heel gepassioneerd door mijn sport en wil dat wetenschappelijke aspect zeker niet aan de kant schuiven, maar ik vind dat je je prestaties er niet volledig afhankelijk kan van maken. Akkoord, ik weet dat ik nog meer op mijn voeding kan letten. En ik drink wel eens een glaasje rode wijn. Maar ik probeer ook nog een leven naast de sport te hebben.”
Veerle: “Daar was ik totaal anders in. Vroeger nam mijn trainer Michel (Ramboer, red.) na elke training mijn lactaat af. Ik moest mijn ochtendpols doorgeven, het aantal uren dat ik sliep, mijn gewicht… En als een bepaalde training op mijn blaadje stond, moest ik dat uitvoeren, of ik nu moe was of niet. Eigenlijk is dat belachelijk, maar ja… Toen ik op een BK in 2000 flauw gevallen was, heeft de dokter gezegd: jij luistert niet meer naar je lichaam. En dat was ook zo. Als mijn lactaat in orde was, bleef ik lopen. Moe of niet moe. Mentaal wordt dat een enorme sleur.”
Over Louise Carton: “Zie het wel goed komen met Louise” p>
p>
Ook Veerle Dejaeghere en Hanna Vandenbussche schrokken toen collega-loopster Louise Carton (25) in mei bekendmaakte dat ze aan een eetstoornis lijdt. p>
Hanna: “Ik heb sindsdien meer contact met haar. We spreken vaak af om eens samen te koken, ook omdat ze nu vlakbij woont. Ik heb de laatste tijd nog meer bewondering voor Louise gekregen dan ik al voor haar sportieve prestaties had. Ze is ook een heel intelligente persoon die door haar ervaring met haar eetprobleem al meer kan loslaten. Maar ze blijft streng voor zichzelf. Ik zie en hoop dat het met haar goed kan komen. Haar wilskracht is echt ongelofelijk.” p>
Veerle: “Aan de ene kant wist ik dat ergens dat Louise daar problemen mee had. Ik herinner me dat we met het BOIC eens ergens waren en Louise niets had willen eten. Haar mama zei dat ze thuis al gegeten had. Op dat moment sta je daar niet bij stil, maar achteraf denk je wel: dat was raar. Ik weet dat Louise in alles heel perfectionistisch is. Mijn trainer zei altijd: te is nooit goed. Dat heb ik onthouden. Het moet gezond blijven. Veel atleten vergeten dat er na onze carrière nog een leven volgt.” p>
Tot slot: filosoferen jullie soms tegen elkaar?
(beiden schieten in de lach)
Veerle: “Er is een periode geweest dat Hanna wat vast zat met haar doctoraat en niet meer wist wat ze moest schrijven…”
Hanna: (lacht) “… en toen is Veerle mij beginnen te helpen.”
Veerle: “Ik lag daar soms zelfs van wakker. En dan dacht ik: wat zou Hanne nog eens kunnen schrijven?”
Hanna: “Mijn doctoraat ging over twee filosofen, Descartes en Pascal. Mijn hoofdstukken waren in grote lijnen klaar, maar soms miste ik wat inspiratie en Veerle had af en toe een goeie ingeving.”
Veerle: “Dat waren belachelijke dingen, hoor.”
Hanna: “Neen, zeker niet!”
Veerle: “Maar ik moest er wel telkens eerst wat uitleg over vragen. Echt filosoferen was dat natuurlijk niet. Of toch een beetje: over de theorieën van Pascal. Hanna vertelde daarover en ik vond dat wel interessant.”
Hanna: “Veerle is zelfs speciaal naar mijn verdediging gekomen. Dat heb ik enorm geapprecieerd.”
Veerle: “Blij dat te horen. Maar het is niet dat ik er veel van begrepen heb.” (grijnst)
Vijf West-Vlamingen komen in actie op het WK atletiek: Hanna Vandenbussche (marathon, 27/9, 22.59 uur), Philip Milanov (kwalificaties discuswerpen, 28/9, 15.15 uur, finale op 30/9), Manon Depuydt (reeksen 4×400 meter gemengd, 28/9, 19 uur, finale op 29/9 & reeksen 4×400 meter vrouwen op 5/10, 18.55 uur, finale op 6/10), Alexander Doom (reeksen 4×400 meter heren op 5/10, 19.25 uur, finale op 6/10) p>
Atletiek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier