Als eerbetoon aan de veteranen en de soldaten van Wereldoorlog I, werden ook in de VS heel wat monumenten opgericht. Op twee ervan prijkt in de staat South Carolina de Vlaamse naam ‘Edmond Deketelaere’. Het zijn stille getuigen van de Zedelgemse kerel die aan de andere kant van de oceaan een beter bestaan zocht en door het lot zijn rustplaats heeft in het Franse dorpje Saint-Mihiel.
“Aan het begin van de 20ste eeuw emigreerden veel Vlamingen om vooral in de Verenigde Staten van Amerika hun heil te vinden. Onder hen bevond zich de Zedelgemse Edward Deketelaere, zijn vrouw Louisa Vandecasteele en hun vier kinderen; waaronder Edmond. Met nauwelijks kennis van de Engelse taal en wat spaargeld op zak vertrok het gezin op 20 april 1907 aan boord van de pakboot SS Kroonland uit Antwerpen richting New York. Van daaruit spoorden ze zuidwaarts naar Winnsboro in South Carolina.”
Gewezen schooldirectrice Evelyne Buysse (86) vertelt nauwgezet het wedervaren van haar voorouders. Als Edmonds achternicht, haar moeder Magdalena was de zus van Edmond, koestert ze alle foto’s en brieven van haar familie. “Het gezin verdiende goed de kost bij landbouwers en in de nabijgelegen stad Columbia in de katoennijverheid. Het ging Edmond op zijn achttiende jaar voor de wind toen hij in 1914 met Corrie Bailey trouwde en in datzelfde jaar hun dochtertje Ruby werd geboren.”
Ten oorlog
Toen in april 1917 ook de VS aan Duitsland de oorlog verklaarde, werd aanvankelijk een relatief kleine Amerikaanse strijdmacht naar de Franse frontlijn gestuurd. Maar door de invoering van de dienstplicht arriveerden in totaal 2.084.000 Amerikanen in Frankrijk.
Edmond Deketelaere en zijn broer Leo meldden zich vrijwillig bij het leger. “Niet om als soldaat de Amerikaanse nationaliteit te kunnen verkrijgen, maar wel uit Amerikaans patriottisme om hun vroegere vaderland België te helpen bevrijden.” Op zes maart 1918 werd Edmond ingelijfd in Newberry, South Carolina. Hij werd naar Camp Greene in North Carolina gestuurd om er te trainen bij de Machine Gun Company, 59th Infantery. “Eens hij het militair leven aan den lijve ondervond, vertelde hij zijn moeder dat hij zich beter niet bij het leger had gemeld. Ook het gemis van vrouw en kind deden hem van mening veranderen”, herinnert Evelyne zich.
Op weg naar het front
De Britse eerste minister, Lloyd George, stuurde op 27 maart 1918 een telegram met de zeer dringende vraag om zo snel mogelijk Amerikaanse troepen ter versterking naar Europa te sturen. Edmond verliet op 21 april 1918 met zijn infanterie de VS richting Frankrijk. In Liverpool namen ze de trein naar Dover om de korte overtocht naar Calais te maken.
De Amerikanen streden pas volop in de oorlog mee vanaf de zomer van 1918. Na intensieve trainingen gekregen te hebben van Britse instructeurs, nam de 4de Divisie, waarbij Edmonds 59ste Regiment zat, deel aan gevechten van de Offensieven Aisne-Marne, St.-Mihiel en Argonne. Op de heuveltop van Montfaucon d’Argonne, ten noorden van Verdun, doorbraken de geallieerden, na twee dagen stormlopen, als eersten de Duitse linies in september.
“Edmond liep bij een van de offensieven een schotwond in zijn rechterarm op. Aan een verpleegster zou hij gevraagd hebben: vertel mijn moeder dat ze zich geen zorgen hoeft te maken, maar ik kan eventueel mijn arm kwijt raken. Die veldhospitalen moeten de hel op aarde zijn geweest”, stelt Evelyne zich voor.
Gangreen
Edmond zou gangreen opgelopen hebben in de vervuilde loopgraven. Amper 20 dagen voor de wapens het zwijgen opgelegd werden op 11 november, liet hij het leven. Het witmarmeren grafkruis op het St.-Mihiel American Cemetery meldt: ‘Edmond Deketlaer/PVT. 59 Inf. 4 Div/South Carolina Oct. 22 1918’. Edmonds broer, Leo, trok ruim een maand later dan Edmond met zijn divisie naar Europa, om na de oorlog ongedeerd naar zijn familie in de VS terug te keren. Eervol ontslagen uit het leger, een broer missend.
(HV)
DE FEITEN: p>
Op 17 oktober 1918 sloegen de Duitsers, die in Loppem gestationeerd zijn, op de vlucht. Maar niet zonder een spoor van vernielde bruggen, spoorlijnen en duikers na te laten. Rond 15 uur daagden Belgische militairen op richting station terwijl verkenners de dorpskernen doorzochten. De volgende dag vielen in Loppem echter nog Duitse obussen op het dorp, die nog vier slachtoffers opeisten. Gedurende bijna een maand, van 24 oktober tot 21 november 1918, verbleven koning Albert I, koningin Elisabeth en kroonprins Leopold op het Kasteel van Loppem. Van daaruit leidde de vorst het bevrijdingsoffensief tot de wapenstilstand op 11 november. Ook organiseerde hij er zijn consultaties, die op 21 november leidden tot de vorming van de befaamde ‘Regering van Loppem’. p>
100 jaar bevrijding
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier