Op reis zonder auto, een avontuur langs metropolen als Frankfurt en Lichtervelde

Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Frederic Vansteenkiste is getrouwd en papa van twee dochters. Hij werkt voor afvalintercommunale MIROM in Roeselare. Voor kw.be blogt hij regelmatig over zijn bestaan als autoloze burger.

Zeven maanden zonder auto intussen en hoewel we onze nieuwe mobiliteit intussen al goed gewend zijn, dient er zich af en toe toch nog een stevige uitdaging aan. ‘De eerste keer op reis zonder auto’ was er zo eentje. Dat was niet zomaar een challenge, want zoals bij nog wel meer gezinnen, was de auto voor ons de voorbije jaren een cruciaal onderdeel van onze vakantie. Het vliegtuig namen we sowieso nooit. Een verre verplaatsing maken naar een (zonnig) vakantieoord en daar dan één tot twee weken binnen de beperkte grenzen van een hotel of vakantiepark vertoeven om er rond een zwembad of buffet te plakken: neen dank u. De impact van zo’n vliegreis op het klimaat is trouwens dermate groot dat het grof zou zijn om de planeet en alle beestjes die er op leven op die manier en louter voor ons vertier weer een stapje dichter richting verdoemenis te leiden. Dat mevrouw-mijn-echtgenote met vliegangst worstelt en al bleek wegtrekt bij het horen van het woord ‘check-in’, maakte die keuze nu natuurlijk niet bepaald moeilijker.

Maar die auto… dat lag toch een beetje anders. De auto op reis, dat was voor ons altijd de vrijheid om een hele streek te verkennen, bij voorkeur ergens in Scandinavie, Groot-Brittannië of Duitsland dan. Een reisje uitstippelen, dat was een boeiende regio met voldoende kastelen, natuurgebieden, dierenparken en idyllische dorpjes uitkiezen en dan ergens in het midden van dat gebied een pittoresk vakantiehuisje prikken van waaruit we dag na dag vertrokken voor een rit naar doorgaans verschillende van de sights en hidden gems in de omgeving. Cruisen van burcht naar waterval, af en toe eens halt houdend langs – ik zeg zomaar iets – een fotogeniek zonnebloemenveld of een eekhoornrijk park. De vakantiekilometers tijdens de reis, die waren vaak goed voor een vijfde of zelfs een vierde van ons totaal aantal kilometers op jaarbasis…

De trein is altijd een beetje reizen, maar we vonden het toch ook leuk indien de reis niet alleen maar treinen zou zijn.

Dat omgooien en kiezen voor het openbaar vervoer, dat was dus niet evident. Maar wel het plan voor dit jaar. We hadden op zich ook op reis kunnen gaan met onze deelwagen, maar we wilden onze sympathieke autodeler eigenlijk liever geen week lang blokkeren. Bovendien wilden we wel eens bewust met het openbaar vervoer op reis. Zien of dat lukt ook. Vorig jaar hadden we succesvol een halve vakantie doorgebracht in Londen en daarna waren er ook al trials met het openbaar vervoer geweest naar zee en naar Limburg. Courante kost voor velen, maar voor ons trein-leken toch redelijk nieuw. De instap- en opstaproutines zaten er gelukkig al een beetje in en de wetten van het perron waren niet meer nieuw. Er werd ook geïnvesteerd in vlot rolbare valiezen en tegelijk werden er – teneinde licht te reizen – harde knopen doorgehakt over wat er wel en niet mee kon. Compacte knuffeltjes boven imposante poppen, dunne zomerkledij boven een uitgebreid assortiment tenuetjes per seizoen. En een e-reader van de bib in plaats van een stapel boeken.

Een geschikte bestemming uitkiezen was de volgende stap. Die moest ver genoeg zijn om een zeker reisgevoel te kunnen genereren, maar ook niet té ver. Het warme zuiden is sowieso niet aan ons besteed, maar het hoge noorden en het verre oosten lieten we evenzeer aan ons voorbijgaan. Onze vakanties zijn doorgaans relatief kort qua duur en bij voorkeur neemt de verplaatsing dan niet de helft van onze beschikbare tijd in beslag. Bovendien hebben de Transsiberische Spoorlijn en de Oriënt Express nu eenmaal niet zo’n vlotte verbinding met West-Vlaanderen.

Op reis zonder auto, een avontuur langs metropolen als Frankfurt en Lichtervelde

Oostenrijk leek even een ding, maar de nachttrein die we in gedachten hadden, betekende sowieso ergens een nachtelijke overstap en de daarbij horende rompslomp. Niet de beste start om onze dochters van 7 en 9 fris aan ons gebruikelijke drukke vakantiemenu te laten starten, zo oordeelden we. Bovendien was er geen nachttrein in de omgekeerde richting en zou dat sowieso ook iets te veel spooruren met zich meebrengen. De trein is altijd een beetje reizen, maar we vonden het toch ook leuk indien de reis niet alleen maar treinen zou zijn. Na wat trajecten en duurtijden inschatten en het gebruikelijke speuren naar interessante regio’s, werd er afgeklokt op Kassel als doel. De bakermat van de gebroeders Grimm in hartje Duitsland, met in de nabije omgeving het kasteel van Sneeuwwitje, dat van Doornroosje en de toren van Rapunzel. Zelf kozen we prijsbewust voor een peperkoeken airbnb-appartement aan de rand van Kassel als onderdak, pal aan de halte van een regiotram die ons op regelmatige tijdstippen tot in de bewoonde wereld kon brengen.

Ook vanuit ouderlijk standpunt is er wat te zeggen voor een treinreis: geen péage, stresserend fileleed of gesakker met falende gps’en, geen gezeur om een pipistop nadat je net de laatste ‘aire’ voor de komende 100 km bent voorbijgesnord

Roeselare – Kassel zelf bleek een traject van een kleine tien uur reizen. Een korte wandeling van ons huis naar het station #vanRSL en dan met overstappen in Europese metropolen als Frankfurt, Brussel en – als eerste stop – Lichtervelde vlotjes naar Kassel. Een serieuze treintrot waar we aanvankelijk toch wat vragen bij hadden. Zal dat niet saai zijn? Gaan onze actieve dochters wel zo lang kunnen blijven zitten? Gaan we het zo net voorbij Keulen al niet gehad hebben met naar schone Deutsche landschappen zitten turen door het venster?

Ongegronde vrees zo bleek, want de reis verliep vlot en aangenaam. Onze dochters hebben geen coupé afgebroken en zelfs geen geërgerde blikken van medereizigers veroorzaakt. Meer nog: ook de meisjes verkiezen de trein, zo blijkt. Niet zo verrassend op zich, want de zusjes worden al wagenziek van zodra we de Rijksweg van Roeselare achter ons laten, maar toch. Ze konden met ons bezig zijn en wij met hen. Ook vanuit ouderlijk standpunt is er heel wat te zeggen voor een treinreis. Geen péage, stresserend fileleed of gesakker met falende gps, geen gezeur om een pipistop nadat je net de laatste ‘aire’ voor de komende 100 km bent voorbijgesnord en geen barstende koppijn of kramp in je kuiten na uren en uren auf der Autobahn.

Op reis met de trein? Ja klar!

Volgende keer in deze blog: meer reisdetails, de race tegen een pizzakoerier en… een shockerende onthulling!

Treinvertier

Als je tien uur op een trein vertoeft, dan is het natuurlijk wel handig als je iets omhanden hebt. Sowieso zorg je best dat je voldoende proviand bij hebt (lees: elk een fles water en een family pack Pringles), maar ook wat entertainment is interessant. Een surround cinema reist wat moeilijk en een iPad hebben we niet, maar voor elk een knoert van een familiestripboek in de valies proppen bleek wat dat betreft een goed idee. En ook ‘Unocorn’ (UNO, maar dan met eenhoorns) was een topper.

Het favoriete spelletje op de trein? Dat bleek evenwel een mix van ‘Waar is Wally?’ en ‘Ik zie wat jij niet ziet’, waarbij we om beurten een kaartje trokken met daarop een voorwerp/fenomeen: een trampoline, een kerktoren, een wielertoerist, kippen … het aanbod ging breed. Vervolgens werd er met de stopwatch getimed hoe lang het duurt eer je dat voorwerp/fenomeen te zien krijgt. Belangrijke conclusies in deze zijn dat je (1) soms wat geluk moet hebben, (2) giraffen traceren in Duitsland een hele klus is en (3) dat er in en rond Gent opvallend weinig schapen te spotten vallen!