IN KAART Elektrisch rijden wordt elke dag gemakkelijker: al bijna 8.000 laadpunten beschikbaar
Je auto urenlang aan het stopcontact hangen in plaats van snel vol te tanken: voor duizenden West-Vlamingen is het al realiteit. Wie thuis geen laadpaal kan installeren, is aangewezen op de (semi-)publieke laadpunten, en die zijn steeds talrijker aanwezig in ons straatbeeld.
Elektrisch rijden is de toekomst, of toch tenminste volgens de Vlaamse regering. Particulieren kunnen premies krijgen en ondernemingen worden verboden om vanaf 2026 nog bedrijfswagens op diesel of benzine aan te schaffen. Maar om al die elektrisch wagens te kunnen opladen moeten er natuurlijk voldoende laadpalen zijn, een opdracht die op het moment van die beslissing nog onhaalbaar leek te zijn. De afgelopen twee jaar schoten de laadpalen echter als paddenstoelen uit de grond, ook in West-Vlaanderen.
Voldoen aan de vraag
Momenteel telt onze provincie 7.944 laadpunten (één laadpaal kan meerdere laadpunten hebben, red.), dat zijn er al 30 procent meer dan een half jaar geleden. Meer goed nieuws: met dit cijfer hebben we officieel de zogenaamde doelstelling van minister van Mobiliteit Lydia Peeters behaald. Volgens een behoefteanalyse zou onze provincie tegen 2025 over een laadcapaciteit van 7.062 CPE (Charge Point Equivalent) moeten beschikken. Bij de laatste telling van eind maart zitten we al aan 7.760 CPE. (lees verder onder de grafiek)
Mede door die stevige inhaalbeweging heeft onze provincie verhoudingsgewijs de grootste laadinfrastructuur. Op ons grondgebied staan er namelijk 6,5 laadpunten per 10.00 inwoners, terwijl dat er in Antwerpen – de runner-up – slechts 5,2 zijn. “Het is vooral ons doel om laadpalen te voorzien waar daar behoefte aan is, niet om blindelings x aantal laadpalen te installeren in elke gemeente”, klinkt het bij het kabinet van Lydia Peeters.
“Dat betekent uiteraard dat er regionale en lokale verschillen zullen zijn. In gebieden met veel gesloten bebouwing – en dus weinig private laadmogelijkheden – of waar het openbaar vervoer minder gebruikt wordt zal de vraag groter zijn dan in regio's waar minder mensen wonen.” (lees verder onder de grafiek)
Meer dan 7 op de 10 laadpalen zijn semi-publiek, daar zijn dus niet 24/7 toegankelijk voor particulieren. Dat zijn bijvoorbeeld palen van bedrijven die tijdens de kantooruren worden gebruikt door eigen personeel, maar ‘s avonds en in het weekend vrij toegankelijk zijn voor iedereen. Verder gaat het ook voornamelijk over laadpunten met een normale laadsnelheid (93 procent). Slechts 2 procent van alle punten wordt gecategoriseerd als ‘snel’ en 5 procent als ‘supersnel’, dat laatste percentage ligt echter nergens hoger dan bij ons. (lees verder onder de kaart)
Als we naar de kaart van West-Vlaanderen kijken zien we al snel dat eigenaars van elektrische wagens het niet in elke gemeenten even gemakkelijk hebben. In Ardooie gaat opladen het gemakkelijkst, daar zijn 15,8 laadpunten per 1.000 inwoners. Ook Waregem (15,7), Knokke-Heist (11,7), Veurne (10,6) en Kuurne (10,2) zijn al goed voorzien. Wie echter in Mesen, Langemark-Poelkapelle, Vleteren, Gistel, Moorslede, Avelgem, Houthulst of Dentergem woont heeft iets minder mogelijkheden: daar zijn minder dan twee laadpunten per 1.000 inwoners.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier