Paul De Grande verkoopt kasteel, maar denkt nog niet aan stoppen: “Kan ik nog gelukkiger worden? Ik weet het niet”
Antiquair Paul De Grande, bekend van onder meer ‘Stukken van Mensen’ op Play4, verkoopt niet alleen zijn kasteel in Snellegem, maar straks ook zijn hele inboedel. Goed voor maar liefst 2.000 items, met elk een uniek verhaal en geschiedenis. De Grande heeft zelf verhalen in overschot, hij heeft geleefd voor tien, maar denkt nog lang niet aan stoppen. “Of ik waarde hecht aan geld? Ik hecht waarde aan antiek.”
“Hij heeft heel veel, maar wil niks hebben.” Olga, de vriendin van Paul De Grande, zorgt dat zijn das netjes zit voor de foto. Ze vat zijn filosofie perfect samen, maar houdt zich liever op de achtergrond. Ze luistert geboeid naar de anekdotes die Paul moeiteloos uit zijn mouw schudt. En kwinkslagen, want oudere mensen nemen zichzelf te vaak serieus, dixit De Grande.
Een verdieping lager is het een komen en gaan van items die straks openbaar verkocht worden. Ook het kasteel zelf verandert straks van eigenaar, nadat het jaren te koop stond. Maar toch doet het hem weinig, zelfs al heeft hij hier net geen 50 jaar gewoond.
Dat het vooral plezant is om dingen terug te zien, grijnst hij. Want aan elke kast, stoel, schilderij of beeldhouwwerk is onlosmakelijk een verhaal verbonden, een heel leven zelfs. Aan Paul plakken er zo honderden verhalen en minstens evenveel levens. “Ik ben begonnen met regelmatig naar Engeland te reizen. Toen ik dit kasteel kocht, deed ik mijn eerste reis naar New York, op zoek naar middeleeuwse kunst voor bij ons. Tot ik daar niets meer vond. Later, in de jaren 80, ging het vooral richting Zuid-Amerika: Buenos Aires, Santiago, Montevideo… Ik heb ook twaalf jaar een eigen vliegtuig gehad. Dat zijn schone en onvergetelijke souvenirs. Zoals die keer op Victoria Island…”
Vertel.
“Een Nederlandse vrouw had in Amsterdam en op de Zavel twee keer mijn naam doorgekregen toen ze haar interieur van een miljoen dollar wilde verkopen. We belden en ik nam een vliegtuig naar Vancouver, waar ze mij zou opwachten met een… tak in haar handen. Ik kom daar toe in een zo goed als lege luchthaven, waar zij staat met een boompje van een meter of vier. (lacht) We hebben dan nog een vliegtuigje genomen naar Victoria Island, waar ze woonde in een villa aan de Atlantische Oceaan, in het midden van een prachtig paardenreservaat. Ik moest de inboedel schatten en het bleek uiteindelijk maar een vijfde waard van wat ze dacht. Maar ik mocht het kopen en verkopen. Samen met mijn gezin mocht ik er toen een maand op vakantie om het huis leeg te halen en te verschepen. Mijn dochter, toen 14 en vandaag 47 jaar, werd verzot op bakken toen ze daar een lokale Deense bakker bezig zag. Zo zie je maar. Je leert altijd iets bij, je hele leven lang. Of die keer dat een antiquair zijn Russische vriend meebracht naar hier en we samen wat aten. Toen ik een jaar later in Moskou was, wilde die man mij per se terugzien. Het bleek de minister van Cultuur te zijn. Op de koop toe kregen we een exclusieve privé-rondleiding in het Kremlin, en een maaltijd aangeboden in een bekend restaurant. Fantastisch. Had ik wel onderschat: hoe die Russen konden drinken. Na het eten moest ik meedoen met de wodka en ik ben uit dat restaurant gestrómpeld. (lacht) Maar de Russen waren altijd al onder de indruk van mijn kasteel, zeker omdat ik geen oligarch was. Het kasteel is eigenlijk altijd mijn visitekaartje geweest.”
Waarom hebt u het kasteel nu verkocht?
“Mijn zoon van 21 studeert elektromechanica, en dit huis is niets voor hem. En zelf wil ik de kosten aan het kasteel niet meer doen. De gemeente was lange tijd geïnteresseerd, vooral voor de tuin, maar uiteindelijk kwam er een bod van een investeerder. Die is het gewoon om met aannemers te werken en kan de renovatie vast goedkoper doen. Het kasteel is ten einde voor mij, maar gelukkig nog niet voor iedereen. Nu worden er 2.000 stukken verkocht, waarbij de mensen een kijkje kunnen komen nemen. In alle prijsklassen overigens! Want mensen denken altijd dat mijn prijzen zo lang zijn als mijn sigaar, maar de enige reden dat ik al zo lang bezig ben, is omdat ik prijsbewust ben. Ik heb altijd verkocht aan antiquairs en dat doe je niet als je prijzen niet goed zijn. (denkt na) Het is zeer spijtig dat ik hier vertrek, maar misschien vind ik straks iets waar ik nog gelukkiger ga zijn. Maar kan dat nog: gelukkiger zijn? Ik weet het niet.”
Hecht u geen sentiment aan dit kasteel?
(blaast) “Ik ben een verkoper, altijd al geweest. Wat is sentiment? Ik hou meer van het goeie gevoel dat je iets zeer mooi en uitzonderlijks ontdekt en dat je het dan kan verkopen aan een normale prijs, met een tevreden klant als gevolg. Er gaan hier straks stukken de deur uit waarvan ik weet dat collectioneurs of musea erg geïnteresseerd zullen zijn. Voor mij zijn dat geen souvenirs, maar herinneringen.”
Met andere woorden: de jacht is leuker dan de vangst.
“Zeker en vast.”
Zijn sommige vangsten dan weer leuker dan de jacht?
“Nee. Mijn visie is kopen om te verkopen. Ik koop niets om te houden. Ik heb niets privé. (richt zich tot Olga) Hebben wij iets privé? Nee, toch. Weet je, daarom kwamen antiquairs altijd graag bij mij, omdat ik altijd alles wilde verkopen. De tijden zijn evenwel veranderd. Ik had tien jaar geleden op dat online verhaal moeten springen. Veilingen zijn heel populair. Ik heb sommige zaken al in buitenlandse veilingzalen gestoken, waarbij een prijs gevraagd werd die ik niet eens zou durven vragen. In de toekomst wil ik nog altijd iets speciaals vinden, om het dan op de juiste plaats te verkopen. De juiste veilingzaal geeft uitleg, maar de antiquair geeft de juiste beschrijving, met wat er al dan niet gerestaureerd is. Je kan zeggen wat je wil, maar schrijven wat je wil, is een ander verhaal. In die zin zijn er meer garanties dan vroeger. Mijn beroep als exporteur is moeilijker geworden omdat het verzendklaar maken en transport zoveel duurder zijn geworden. Vroeger kon je een container naar Los Angeles sturen voor 2.500 euro. Vandaag is dat zo’n 18.000 euro. Dat drukt de ambiance wat om te kopen of verkopen. Daarom maken we nu prijs waarbij de verscheping al inbegrepen is. Voor Amerikanen is dat een reden om over de streep te worden getrokken. Zij betalen niet graag 1.200 dollar voor een tafel, om dan nog eens 1.800 dollar aan verzending op te hoesten. Met 3.000 dollar voor de tafel, met verzending inbegrepen, zijn ze makkelijker te overtuigen. Het zijn dat soort uitdagingen waar je mee geconfronteerd wordt.”
En toch zegt iets me dat u dit nooit als een job zag.
“Wat is een job als je iets heel graag doet? Als je droomt van antiek en je bent verzot op antiek, dan is dat toch geen werk? (grapt) Als ik niets doe, dan is er alleen maar tijd voor boze plannen. Nee serieus, je moet dat gevoel om te kopen en verkopen wat in de vingers hebben. Toen ik begon, had ik een collega waar ik mee kocht. Ik kende er niet zo veel van, maar was erg geïnteresseerd. Hoe meer ik kocht, hoe meer ik ervan wist. En voor je het weet, weet je meer dan de leermeester.”
Kreeg u die liefde mee van thuis uit?
“Mijn vader was een bekende Brugse huisschilder, mijn moeder was huisvrouw. Ik heb twee zussen die commercieel heel goed zijn in wat ze doen. Mijn broer heeft een succesvol wafelbedrijf in Moeskroen. Maar mijn interesse kwam er toen ik op mijn veertiende, vijftiende in de weekends ging werken in de Casserole in Sint-Michiels (dat nu eigendom is van hotelschool Ter Groene Poorte, red.). Dat stond vol antiek. Vermits ik niet de beste student was op school, wist ik al snel dat ik voor antiquair zou gaan. Iedereen wilde voor piloot en architect gaan. Toevallig was er nog iemand die antiquair wilde worden. Marc Michot, vandaag nog steeds een specialist als het gaat over Chinese keramiek en kunst.”
Wat zeiden ze thuis daarvan?
“In het begin waren ze er wat tegen. Ik reed met een oude auto, met een bagagerek op, en toen daar een kast op stond, hadden ze liever dat ik die om de hoek parkeerde. Maar dat is snel veranderd, begin jaren 70, toen ik dit kasteel kocht en ze het in de media omschreven als Blitzkrieg in de antiekwereld.”
Vast een veelgestelde vraag, maar hecht u waarde aan geld?
“Ik heb het nodig om antiek te kopen. Zo simpel is het. Als je echt waarde hangt aan geld, ben je misschien rijk, ja. Maar ik hecht waarde aan antiek, aan kunnen doen waarmee ik bezig ben.”
Wat is rijkdom voor u?
“Tevreden zijn met wat je doet en wat je hebt. En zeker ook op familiaal vlak. Ik heb drie kinderen die heel goed zijn opgevoed en goed terechtgekomen zijn. De jongste is in zijn vrije tijd KSA-leider, wat ik erg goed vind voor zijn toekomst. Mijn ene dochter heeft al jaren een job als commercieel organisator op de luchthaven van Zaventem en mijn andere dochter runt Café au Lait, een hele toffe tearoom in Brugge. (denkt na) Met kinderen kan er vanalles verkeerd gaan. Ik ben heel blij dat ze het allemaal zo goed doen, echt waar.”
U heeft al een heel parcours afgelegd. Zat er daar ooit een plan achter?
“Ik heb altijd mijn gevoel gevolgd.”
Dus als ik vraag waar u binnen tien jaar wil staan…
“Dan weet ik het echt niet. Ik wil me toeleggen op echt bijzondere stukken. En nog een huis vinden, want we hebben echt nog geen nieuwe woning. We hebben iets moois gezien, maar we wachten nog af.”
Maar een appartementje is waarschijnlijk niet aan u besteed?
“Ik denk het niet. Misschien als vakantiestek. Ik heb mijn huis in Frankrijk verkocht. Te veel werk. Maar mocht ik daar zo’n appartementje vinden met zeezicht en zwembad, voor mijn broekloze middagen, zou ik het wel overwegen.” (lacht)
Hebt u altijd gestreefd naar een doel?
“Eigenlijk niet. Voortdoen, in goeie en mindere tijden. Mijn ongeval in 1987 (een zwaar verkeersongeval met tal van breuken tot gevolg, red.) was een hele ommezwaai. Toen ben ik met mijn grote zaak in Loppem gestopt. Ik dacht dat ik nooit meer iets zou kunnen doen.”
U bent toen aan de dood ontsnapt. Heeft het u anders doen kijken naar het leven?
“Iedereen zegt dat ik veranderd ben, maar zelf zie ik het niet zo. Het is wel waar dat ik voor mijn ongeval nergens tijd wilde verliezen, dat ik mijn schoenen bij wijze van spreken strikte in de lift. Ik ben nadien langzaam begonnen met een klein winkeltje in Snellegem en dat is altijd maar blijven groeien. Met de zaak in Zeebrugge ben ik gestopt. We waren eerder een toeristische attractie dan dat we kooplustigen over de vloer kregen.”
Als u terugkijkt op de afgelopen vijftig jaar, op wat bent u dan het meeste trots?
“Dat ik mijn business hier kon doen en dat ik zoveel mensen leerde kennen. Ik heb een wereldwijde vriendenkring. Je kan me overal naartoe sturen, ik heb altijd wel iemand die mij graag op bezoek krijgt.”
En staat er nog iets op uw bucketlist?
“Mijn bucketlist? Mijn volgend adres. En mijn toekomst met Olga. Je moet altijd blijven dromen en streven naar iets. Maar het moet tegenwoordig kloppen, ook financieel. Als antiquair ben je soms meer manager. Maar om manager te zijn, moet je óók die kennis hebben.”
Zijn er zaken die u anders zou aanpakken met wat u nu weet?
“Ik ben te laat begonnen met internet. En ik had toch beter niet twee dagen buiten gestaan voor opnames onlangs. Ik heb net nog een zware verkoudheid overgehouden aan de opnames voor Het Beste Bod (nieuwe zomerreeks op Play4, red.).”
En straks keert u ook terug voor ‘Stukken van Mensen’.
“Het achtste seizoen al. De opnames starten in oktober. Dat blijft tof om te doen, ja. Het is ook écht. Sommige dingen had ik beter niet gekocht, maar je gaat mee met de ambiance van de opnames, maar meestal vind je ook iets leuks. Zo had ik me laten meeslepen voor een loodzware tafel, waaraan ik bij het verkopen uiteindelijk geld heb verloren. Maar dat hoort erbij. De Corvette was dan wel weer een goeie aankoop. Iemand kwam vragen of de wagen te koop was en we zijn tot een overeenkomst gekomen. Vaak gaat dat vlot, maar ik wil ook niet te veel discussiëren, in het dagelijkse leven zijn we niet op tv. De auto is verkocht aan een museum in Leuze-en-Hainaut (automobielmuseum Mahymobiles, red.).
Wat mij opvalt aan uw passages op tv, is dat u altijd vrij stoïcijns, haast ongeïnteresseerd lijkt.
“Ik probeer zo normaal mogelijk te doen, ook als ik bij een particulier kom. Vroeger braken antiquairs al heel snel iets af, somden ze altijd minpunten op. Nu stel ik vaak eerst vast dat het inderdaad om een bijzonder stuk gaat, maar ik wijs meteen ook op de moeilijke markt. Maar als je iets ziet waar je enthousiast van wordt, moet je kalm blijven. Ook al omdat sommige verkopers nog eens moeten nadenken, of overleggen met de familie.”
We ondernemen nog één keer een poging: zijn er werken waar u toch emotioneel kan van worden?
“Emotioneel is een groot woord. Ontroerd word ik als ik naar een museum als het Louvre ga, als je daar die stukken ziet. Tuurlijk kan ik dat. Onlangs waren we in Dresden, waar we een museum binnengingen met werken waarvan je denkt: hoe is het mogelijk dat zoiets bestáát? En van zo’n ongelooflijke kwaliteit? En dat terwijl mensen dat al amper gezien hebben? Dan kan ik wel geëmotioneerd worden, ja. Vooral omdat ik het niet kan kopen.” (grijnst)
De collectie van Paul De Grande wordt geveild vanaf woensdag 22 juni via coronariauctions.com en ook via rm-auctions.com. De kijkdagen lopen van donderdag 16 tot maandag 20 juni in het kasteel in de Kasteeldreef 5 in Jabbeke. Vrij toegankelijk.
‘Het Beste Bod’, deze zomer op Play4.
Wie is Paul De Grande?
Paul De Grande (73), vader van drie kinderen, is een autoriteit in de antiekwereld. Hij werd bekend toen hij als jonge knaap in 1973 het kasteel van Snellegem kocht, ook wel bekend als De Boeverie. De Grande reisde de wereld rond en gebruikte het kasteel als verkoop- en expositieruimte. Met de verkoop van zijn kasteel wordt ook zijn inboedel verkocht. Paul raakte ook bij televisiekijkend Vlaanderen bekend als een van de experten in Stukken van Mensen op Play4. Deze zomer is hij ook te zien in de reeks Het Beste Bod.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier