“Ons werk wordt moeilijker”

Substituut-procureurs Manuel Manderick en Frank Demeester. (Foto LK)
Laurens Kindt

Hoewel prostitutie op zich niet strafbaar is, hangt er rond de sector wel een zweem van criminaliteit. Fenomenen als uitbuiting, mensenhandel, zwartwerk en afpersing zijn nooit veraf. De sectie mensenhandel van het West-Vlaamse parket telt drie magistraten die voltijds met de problematiek bezig zijn. “Wij zijn enkel op zoek naar de misbruiken en de uitbuiting in die wereld”, zeggen substituut-procureurs Manuel Manderick en Frank Demeester.

Deze reportage maakt deel uit van ons dossier Prostitutie in West-Vlaanderen.

“Dat er bars verdwijnen, dat klopt”, merkt ook Frank Demeester. “Dat komt door de crisis en door het internet, niet omdat wij ze wegjagen. Dat betekent natuurlijk niet dat er minder prostitutie is. Het is alleen minder zichtbaar. Wij zijn enkel op zoek naar de misbruiken en de uitbuiting in die wereld, fenomenen die meer voorkomen in de bars dan bij mensen die zich bij wijze van spreken in hun eigen living prostitueren. In een bar is er altijd een uitbater, het risico dat die de meisjes uitbuit, is groter. Een voordeel van die bars is dan weer dat je een vaste locatie hebt die je kan controleren. Bij internetadvertenties is dat niet het geval. Het internet en het verdwijnen van bars hebben er ons werk niet gemakkelijker op gemaakt.”

Hoe uit zich dat concreet? Hoe gaan jullie te werk?

Frank Demeester: “Je moet ervoor zorgen dat je een goed beeld hebt van de prostitutiewereld. Wie werkt daarin, hoe verloopt dat allemaal, is daar geen misbruik? Elke van de 19 West-Vlaamse politiezones heeft mensen die zich met deze problematiek bezighouden en de federale gerechtelijke politie heeft een gespecialiseerde sectie. Over onze werkwijze gaan we om evidente redenen niet te veel uitweiden, maar we proberen altijd een huisbezoek te doen. We struinen internetadvertenties en contactadvertenties in bepaalde kranten af, hoewel die eigenlijk illegaal zijn want je mag geen reclame maken voor prostitutie.”

Zo’n huisbezoek, hoe moeten we ons dat voorstellen? De politie komt wellicht soms op onverwachte plekken?

Manuel Manderick: “Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de prostituee weet dat de politie er ook voor haar is. Vrouwen prostitueren zich soms echt in huizen en buurten waar je dat allerminst zou vermoeden. Ooit botsten we zo op een groep Chinese vrouwen in een anoniem appartement in Oostende. We komen dat dan te weten omdat de buurt meldt dat er toch wel verdacht veel mannelijk bezoek is. Visites die bovendien nooit lang duren. Soms stoot je dan op misbruik. Die Chinese dames bijvoorbeeld, die werden allen hun paspoorten afgenomen. En toch weigeren ze te getuigen. We zijn hier graag, zeggen ze dan. Dat Chinese milieu is heel gesloten. Die meisjes worden bang gemaakt voor de politie en dan is het cruciaal dat je zo’n huisbezoek heel tactisch aanpakt.”

“Ons eerste doel is dat de prostituee weet dat de politie er ook voor haar is”

Misbruiken zijn er dus wel degelijk, ook in West-Vlaanderen.

Manuel Manderick: “Nederland heeft prostitutie helemaal gelegaliseerd en zelfs daar heb je misbruik. Het is dus nooit uit te sluiten. Maar de pakkans is groot. Er is een onderscheid tussen de Belgische meisjes en de buitenlandse. Die laatste spreken vaak alleen hun moedertaal en dat maakt ze extra kwetsbaar. Zo komen sommige meisjes met hun zogenaamde vriendje naar hier en worden ze gedwongen om zich te prostitueren. Het bekende systeem van de loverboys. Die meisjes getuigen nooit tegen hun pooier, uit angst maar ook gewoon omdat ze echt verliefd zijn op die jongens. Zo hadden we een Albanees meisje dat op het proces tegen haar vriendje plots een notariële akte uit Albanië bovenhaalde waaruit zou moeten blijken dat ze helemaal niet misbruikt werd door die jongen. Achteraf bleek dat dit meisje gewoon door haar moeder verkocht was aan die jongen en dus in feite als zijn ‘bezit’ beschouwd werd.”

Ook die angst om te praten bij een slachtoffer is een rem op jullie werk.

Frank Demeester: “Als we op uitgebuite prostituees botsen, kunnen we die het wettelijk erkende statuut van ‘slachtoffer van mensenhandel’ geven. Zo wordt hen tijdelijk verblijfsrecht toegekend en krijgen ze onderdak in een opvangtehuis. Het is soms de enige manier om het meisje uit het milieu te halen en haar vertrouwen te winnen, ook al duurt dat soms weken. De angst zit er echt diep in. Bij Nigeriaanse bendes zijn voodoo-praktijken heel wijdverspreid. Daarbij worden de haren en de nagels van die meisjes in Nigeria afgeknipt en met een speciale spreuk bezworen. Een deel krijgen ze mee naar België, een deel blijft bij de voodoo-priester. Wie zich niet gedraagt in België, kan dan via die voodoo gestraft worden. Ook hun familie wordt bedreigd. Wij zouden dat afdoen als flauwekul, maar in Nigeria gelooft iedereen in voodoo, tot zelfs de vrouw van de president. Als we bij een huisbezoek haren of nagels in een hoekje zien liggen, weten we hoe laat het is. Soms krijgen die mensen zelfs de opdracht om het condoom van hun laatste klant naar hun voodoo-priester op te sturen.”

“Als we haren of nagels zien liggen, weten we: voodoo-praktijken”

Alert zijn, is de boodschap. Al ligt het misbruik er soms ook vingerdik op.

Manuel Manderick: “De eigenaar van een club in Aalbeke maakte het wel heel erg bont. De man had een camera geplaatst in zijn zaak en filmde hoe hij zelf een meisje bij de haren door de bar sleurde. Het meisje had, buiten zijn weten om, een afspraak met een klant gemaakt en moest daar blijkbaar voor gestraft worden. Hij bewaarde die beelden, net als de opname van een vrijpartij, en dreigde ermee het filmpje van de vrijpartij op Facebook te plaatsen zodat haar hele familie het zou zien. Toen we die laptop vonden bij een huiszoeking, hadden we al meteen nuttig bewijsmateriaal. Een andere verdachte van mensenhandel kon moeilijk zijn interesse voor prostitutie en uitbuiting loochenen, want bij een huiszoeking in zijn cel in de gevangenis bleek dat hij naar de serie Matroesjka’s zat te kijken…”

Prostitutie gaat ondergronds, maar is tegelijkertijd overal. Op het internet, in de kranten. Het gevaar dreigt dat het gebanaliseerd wordt. Hoe gaan rechters daar mee om?

Frank Demeester: “We horen dat argument vaak van advocaten van verdachten in prostitutiezaken. Waarom pakken jullie mijn cliënt aan? Dit gebeurt toch overal, klinkt het dan. Daarom proberen wij alle rechtszaken uit West-Vlaanderen die met prostitutie te maken hebben, door dezelfde rechter te laten behandelen die in de vier rechtbanken in onze provincie gaat zetelen. Die magistraat heeft kennis van zaken en kan vergelijken. Op die manier is het ons toch al gelukt om tot correcte en proportionele veroordelingen te komen.”

Hoe kunnen klanten misbruik herkennen? Hoe weten ze of ze met een uitgebuite prostituee te maken hebben?

Frank Demeester: “Het staat natuurlijk niet op hun voorhoofd geschreven. Maar als je twijfels hebt over de leeftijd van het meisje, ga dan weg en meld het aan de politie. Klanten hoeven op zich niets te vrezen van de politie. Ook als het meisje geen andere taal dan haar moedertaal spreekt, moet er een belletje gaan rinkelen. Klanten moeten sowieso goed opletten want prostitutie staat nooit op zich. Er is altijd kans dat er iets anders mee gemoeid is: witwas, mensenhandel, drugs of zwartwerk. Let op: een huisvrouw die wat bijverdient op haar zolderkamer en dat aangeeft bij de belastingen, hoeft niets te vrezen. Ook haar klanten niet. Ons werk begint bij de uitbuiting.”