Zij zijn klaar voor de eerste schooldag, halfweg mei: “Mijn broer is wel jaloers, ja”

Millie Brinckman © Tom Brinckman
Olaf Verhaeghe

Vrijdag is het in veel scholen nog proefdraaien geblazen, maandag gaan de lessen écht weer van start. Na twee maanden mogen het eerste, tweede en zesde leerjaar en de laatstejaars in het middelbaar eindelijk weer naar school. Ook voor leerkrachten en directies zijn het spannende dagen. “Het voelt echt aan als 1 september.”

Millie Brinckman (7), eerste leerjaar: “Afstand tijdens de speeltijd wordt moeilijk”

Millie Brinckman is 7, woont in Sint-Michiels bij Brugge en gaat maandag voor het eerst sinds lang weer naar het eerste leerjaar in het Sint-Lodewijkscollege, afdeling Spoorwegstraat. “Ik verlang er écht naar”, klinkt het opgewekt. “Mijn favoriete les? Turnen.” De eerste weken mag Millie op maandag en donderdag naar de klas. “We zijn opgesplitst in twee groepen. Jammer, want twee van mijn beste vriendinnen zitten in die andere groep.” Millies zus Ona is bijna 10 en zit in het vierde leerjaar. Zij moet tot haar frustratie nog even wachten. “Ze is een beetje verdrietig”, zegt Millie. “Afstand houden wordt moeilijk, denk ik. Toch zeker tijdens de speeltijd. Ik zal er heel veel moeten aan denken, want je speelt toch liever dicht bij elkaar.”

Luc Vanrobaeys (53), directeur middelbaar: “Je voelt dat leerkrachten hun klassen missen”

Luc Vanrobaeys
Luc Vanrobaeys© Stefaan Beel

In de Vrije Middelbare School in Roeselare wordt alles in het werk gesteld om de 93 zesdejaars te kunnen ontvangen. Directeur Luc Vanrobaeys (53) ontfermt zich mee over de aanpak van die heropstart. “Natuurlijk verlangen we om de leerlingen te verwelkomen. En ik denk dat zij ook verlangen.” Directeur Vanrobaeys hoopt dat ook het tweede, vierde en later de andere jaren snel kunnen volgen. De leerlingen worden verdeeld over drie gebouwen, ze hebben ze hun vast klaslokaal én hun vaste plaats in die klas. “We beginnen met twee halve dagen les op school per week. Tussen de uren is er telkens vijf minuten pauze, maar een echte speeltijd is er niet. Zo proberen we het aantal contacten te beperken. De sfeer binnen ons team is goed. Je voelt aan de leerkrachten dat ze hun klassen missen.”

Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar: “Lesgeven met mondmasker? Moet lukken”

Joeri Vyncke
Joeri Vyncke© Olaf Verhaeghe

Zijn mondmasker ligt al klaar, zijn meetlat om de klas netjes in te richten ook. Voor Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar van basisschool Sint-Paulus in Kortrijk, mogen zijn leerlingen snel komen. “Het voelt aan als een eerste schooldag. Ik kijk er enorm naar uit. Het contact met de kinderen, het lesgeven.” Ook meester Joeri zocht en vond wel een goede manier om de voorbije weken aanlooplessen aan te pakken. “Ik voelde me soms meer vlogger dan leerkracht.” (lacht) Dat hij met een mondmasker voor de klas zal staan, deert Joeri niet. “Ik acht dat zeker wel haalbaar. En uiteindelijk zullen er ook momenten zijn waarop je dat even kan afzetten. Af en toe moet je als leerkracht op adem kunnen komen. Letterlijk en figuurlijk.” (lacht)

Luc Vanrobaeys (53), directeur middelbaar: “Je voelt dat leerkrachten hun klassen missen”

Luc Vanrobaeys
Luc Vanrobaeys© Stefaan Beel

In de Vrije Middelbare School in Roeselare wordt alles in het werk gesteld om de 93 zesdejaars te kunnen ontvangen. Directeur Luc Vanrobaeys (53) ontfermt zich mee over de aanpak van die heropstart. “Natuurlijk verlangen we om de leerlingen te verwelkomen. En ik denk dat zij ook verlangen.” Directeur Vanrobaeys hoopt dat ook het tweede, vierde en later de andere jaren snel kunnen volgen. De leerlingen worden verdeeld over drie gebouwen, ze hebben ze hun vast klaslokaal én hun vaste plaats in die klas. “We beginnen met twee halve dagen les op school per week. Tussen de uren is er telkens vijf minuten pauze, maar een echte speeltijd is er niet. Zo proberen we het aantal contacten te beperken. De sfeer binnen ons team is goed. Je voelt aan de leerkrachten dat ze hun klassen missen.”

Nouhaila Anjay (17), zevende middelbaar: “Ik ben bang dat het nog te vroeg is”

Nouhaila Anjay
Nouhaila Anjay© Olaf Verhaeghe

Nouhaila Anjay is 17 en zit in het zevende jaar kantoor op Athenacampus Drie Hofsteden in Kortrijk. “Het is dubbel”, zegt ze. “Langs de ene kant verlang ik om weer naar school te gaan en mijn klasgenoten terug te zien. Maar langs de andere kant ben ik bang dat het nog te vroeg is. Het virus is er nog altijd, daar maak ik me wel zorgen over… Mijn mondmasker ligt al klaar.”

Met twee broers en twee zussen was het voor Nouhaila niet altijd even evident om de schooltaken van de voorbije weken vlot te kunnen maken. “Maar het lukte wel, al was het soms wat druk. Omdat er bij ons thuis maar één computer beschikbaar is, moesten we goed afspreken. Dat ik soms wat last heb van uitstelgedrag helpt niet echt.” (lacht)

Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar: “Lesgeven met mondmasker? Moet lukken”

Joeri Vyncke
Joeri Vyncke© Olaf Verhaeghe

Zijn mondmasker ligt al klaar, zijn meetlat om de klas netjes in te richten ook. Voor Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar van basisschool Sint-Paulus in Kortrijk, mogen zijn leerlingen snel komen. “Het voelt aan als een eerste schooldag. Ik kijk er enorm naar uit. Het contact met de kinderen, het lesgeven.” Ook meester Joeri zocht en vond wel een goede manier om de voorbije weken aanlooplessen aan te pakken. “Ik voelde me soms meer vlogger dan leerkracht.” (lacht) Dat hij met een mondmasker voor de klas zal staan, deert Joeri niet. “Ik acht dat zeker wel haalbaar. En uiteindelijk zullen er ook momenten zijn waarop je dat even kan afzetten. Af en toe moet je als leerkracht op adem kunnen komen. Letterlijk en figuurlijk.” (lacht)

Luc Vanrobaeys (53), directeur middelbaar: “Je voelt dat leerkrachten hun klassen missen”

Luc Vanrobaeys
Luc Vanrobaeys© Stefaan Beel

In de Vrije Middelbare School in Roeselare wordt alles in het werk gesteld om de 93 zesdejaars te kunnen ontvangen. Directeur Luc Vanrobaeys (53) ontfermt zich mee over de aanpak van die heropstart. “Natuurlijk verlangen we om de leerlingen te verwelkomen. En ik denk dat zij ook verlangen.” Directeur Vanrobaeys hoopt dat ook het tweede, vierde en later de andere jaren snel kunnen volgen. De leerlingen worden verdeeld over drie gebouwen, ze hebben ze hun vast klaslokaal én hun vaste plaats in die klas. “We beginnen met twee halve dagen les op school per week. Tussen de uren is er telkens vijf minuten pauze, maar een echte speeltijd is er niet. Zo proberen we het aantal contacten te beperken. De sfeer binnen ons team is goed. Je voelt aan de leerkrachten dat ze hun klassen missen.”

Liam Pyson (12), zesde leerjaar: “Hopelijk leren we nog heel veel bij”

Liam Pyson
Liam Pyson© Davy Coghe

Ook voor het zesde leerjaar in basisschool Vogelzang in Oostende starten de lessen weer op. Liam Pyson (12) is een van de jongens die staat te popelen om terug te keren. “Ik mis mijn vrienden wel, ook al konden we elkaar spreken via Google Meet of nu en dan chatten”, zegt hij. “Juf Sofie heeft het de voorbije weken heel goed gedaan, met filmpjes waarin ze uitleg en opdrachten gaf. Maar het was vooral herhaling, ik hoop dat we de komende weken toch nog veel bijleren. Al zal dat misschien toch beperkt zijn, uiteindelijk kunnen we voorlopig ‘maar’ twee dagen per week echt naar school.” Volgend jaar wil Liam Latijn studeren aan het Atheneum Pegasus in Oostende. “Maar eerst hoop ik deze zomer met de scouts op kamp te kunnen.”

Nouhaila Anjay (17), zevende middelbaar: “Ik ben bang dat het nog te vroeg is”

Nouhaila Anjay
Nouhaila Anjay© Olaf Verhaeghe

Nouhaila Anjay is 17 en zit in het zevende jaar kantoor op Athenacampus Drie Hofsteden in Kortrijk. “Het is dubbel”, zegt ze. “Langs de ene kant verlang ik om weer naar school te gaan en mijn klasgenoten terug te zien. Maar langs de andere kant ben ik bang dat het nog te vroeg is. Het virus is er nog altijd, daar maak ik me wel zorgen over… Mijn mondmasker ligt al klaar.”

Met twee broers en twee zussen was het voor Nouhaila niet altijd even evident om de schooltaken van de voorbije weken vlot te kunnen maken. “Maar het lukte wel, al was het soms wat druk. Omdat er bij ons thuis maar één computer beschikbaar is, moesten we goed afspreken. Dat ik soms wat last heb van uitstelgedrag helpt niet echt.” (lacht)

Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar: “Lesgeven met mondmasker? Moet lukken”

Joeri Vyncke
Joeri Vyncke© Olaf Verhaeghe

Zijn mondmasker ligt al klaar, zijn meetlat om de klas netjes in te richten ook. Voor Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar van basisschool Sint-Paulus in Kortrijk, mogen zijn leerlingen snel komen. “Het voelt aan als een eerste schooldag. Ik kijk er enorm naar uit. Het contact met de kinderen, het lesgeven.” Ook meester Joeri zocht en vond wel een goede manier om de voorbije weken aanlooplessen aan te pakken. “Ik voelde me soms meer vlogger dan leerkracht.” (lacht) Dat hij met een mondmasker voor de klas zal staan, deert Joeri niet. “Ik acht dat zeker wel haalbaar. En uiteindelijk zullen er ook momenten zijn waarop je dat even kan afzetten. Af en toe moet je als leerkracht op adem kunnen komen. Letterlijk en figuurlijk.” (lacht)

Luc Vanrobaeys (53), directeur middelbaar: “Je voelt dat leerkrachten hun klassen missen”

Luc Vanrobaeys
Luc Vanrobaeys© Stefaan Beel

In de Vrije Middelbare School in Roeselare wordt alles in het werk gesteld om de 93 zesdejaars te kunnen ontvangen. Directeur Luc Vanrobaeys (53) ontfermt zich mee over de aanpak van die heropstart. “Natuurlijk verlangen we om de leerlingen te verwelkomen. En ik denk dat zij ook verlangen.” Directeur Vanrobaeys hoopt dat ook het tweede, vierde en later de andere jaren snel kunnen volgen. De leerlingen worden verdeeld over drie gebouwen, ze hebben ze hun vast klaslokaal én hun vaste plaats in die klas. “We beginnen met twee halve dagen les op school per week. Tussen de uren is er telkens vijf minuten pauze, maar een echte speeltijd is er niet. Zo proberen we het aantal contacten te beperken. De sfeer binnen ons team is goed. Je voelt aan de leerkrachten dat ze hun klassen missen.”

Romi Jaques (8), tweede leerjaar: “Mijn broer is een beetje jaloers op me”

Romi Jaques.
Romi Jaques.© Joke Couvreur

“Natuurlijk wil ik het liefst mijn vriendjes en vriendinnetjes terugzien, maar ik verlang ook écht wel naar de lessen.” Romi Jaques (8) zit in het tweede leerjaar van de vbs Madonna in het gelijknamige gehucht vlakbij Langemark-Poelkapelle. “Mijn broer Bastian (10) is wel een beetje jaloers op mij, denk ik. Hopelijk kan ook hij snel weer naar school. Al gaat hij vanaf volgende week mee fietsen met mij tot aan de schoolpoort.” Normaal zit Romi bij meester Filip, maar bij de heropstart komt ze bij juf Manon terecht. “De klas wordt gesplitst. Ook in de speeltijd mogen we niet bij elkaar komen. Jammer, maar het moet nu nog even zo. Afstand houden van elkaar zal wel lukken. Zeker in de klas. Ik ga er alleszins wel goed op letten!”

Liam Pyson (12), zesde leerjaar: “Hopelijk leren we nog heel veel bij”

Liam Pyson
Liam Pyson© Davy Coghe

Ook voor het zesde leerjaar in basisschool Vogelzang in Oostende starten de lessen weer op. Liam Pyson (12) is een van de jongens die staat te popelen om terug te keren. “Ik mis mijn vrienden wel, ook al konden we elkaar spreken via Google Meet of nu en dan chatten”, zegt hij. “Juf Sofie heeft het de voorbije weken heel goed gedaan, met filmpjes waarin ze uitleg en opdrachten gaf. Maar het was vooral herhaling, ik hoop dat we de komende weken toch nog veel bijleren. Al zal dat misschien toch beperkt zijn, uiteindelijk kunnen we voorlopig ‘maar’ twee dagen per week echt naar school.” Volgend jaar wil Liam Latijn studeren aan het Atheneum Pegasus in Oostende. “Maar eerst hoop ik deze zomer met de scouts op kamp te kunnen.”

Nouhaila Anjay (17), zevende middelbaar: “Ik ben bang dat het nog te vroeg is”

Nouhaila Anjay
Nouhaila Anjay© Olaf Verhaeghe

Nouhaila Anjay is 17 en zit in het zevende jaar kantoor op Athenacampus Drie Hofsteden in Kortrijk. “Het is dubbel”, zegt ze. “Langs de ene kant verlang ik om weer naar school te gaan en mijn klasgenoten terug te zien. Maar langs de andere kant ben ik bang dat het nog te vroeg is. Het virus is er nog altijd, daar maak ik me wel zorgen over… Mijn mondmasker ligt al klaar.”

Met twee broers en twee zussen was het voor Nouhaila niet altijd even evident om de schooltaken van de voorbije weken vlot te kunnen maken. “Maar het lukte wel, al was het soms wat druk. Omdat er bij ons thuis maar één computer beschikbaar is, moesten we goed afspreken. Dat ik soms wat last heb van uitstelgedrag helpt niet echt.” (lacht)

Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar: “Lesgeven met mondmasker? Moet lukken”

Joeri Vyncke
Joeri Vyncke© Olaf Verhaeghe

Zijn mondmasker ligt al klaar, zijn meetlat om de klas netjes in te richten ook. Voor Joeri Vyncke (36), meester in het tweede leerjaar van basisschool Sint-Paulus in Kortrijk, mogen zijn leerlingen snel komen. “Het voelt aan als een eerste schooldag. Ik kijk er enorm naar uit. Het contact met de kinderen, het lesgeven.” Ook meester Joeri zocht en vond wel een goede manier om de voorbije weken aanlooplessen aan te pakken. “Ik voelde me soms meer vlogger dan leerkracht.” (lacht) Dat hij met een mondmasker voor de klas zal staan, deert Joeri niet. “Ik acht dat zeker wel haalbaar. En uiteindelijk zullen er ook momenten zijn waarop je dat even kan afzetten. Af en toe moet je als leerkracht op adem kunnen komen. Letterlijk en figuurlijk.” (lacht)

Luc Vanrobaeys (53), directeur middelbaar: “Je voelt dat leerkrachten hun klassen missen”

Luc Vanrobaeys
Luc Vanrobaeys© Stefaan Beel

In de Vrije Middelbare School in Roeselare wordt alles in het werk gesteld om de 93 zesdejaars te kunnen ontvangen. Directeur Luc Vanrobaeys (53) ontfermt zich mee over de aanpak van die heropstart. “Natuurlijk verlangen we om de leerlingen te verwelkomen. En ik denk dat zij ook verlangen.” Directeur Vanrobaeys hoopt dat ook het tweede, vierde en later de andere jaren snel kunnen volgen. De leerlingen worden verdeeld over drie gebouwen, ze hebben ze hun vast klaslokaal én hun vaste plaats in die klas. “We beginnen met twee halve dagen les op school per week. Tussen de uren is er telkens vijf minuten pauze, maar een echte speeltijd is er niet. Zo proberen we het aantal contacten te beperken. De sfeer binnen ons team is goed. Je voelt aan de leerkrachten dat ze hun klassen missen.”