Ieperse scholen klaar voor herstart: “We kregen wel al angstige telefoontjes van ouders”

Directrice Mia Ingelaere op de speelplaats van het Lyceum-Heilige Familie die werd afgezet met nadarhekken en linten. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Het was deze week alle hens aan dek in de Ieperse scholen om de gebouwen en lokalen ‘coronaproof’ te maken voor de heropstart. Opvallend daarbij is dat iedere scholengemeenschap – en iedere school – een andere werkwijze gebruikt. “De draaiboeken wijzigen minstens twee keer per week, het zijn geen eenvoudige tijden”, klinkt het bij de directies.

Wij gingen woensdagvoormiddag langs in het College, Atheneum, Heilige Familie en de vrije basisschool Lyceum-Heilige Familie om te kijken hoe ver de directies staan met de organisatie van contactonderwijs in tijden van corona. Overal waren collega’s in de weer om alles in gereedheid te brengen: banken zijn verwijderd, stickers op de vloer geven het eenrichtingsverkeer aan, urinoirs werden afgeplakt, er zijn nieuwe wasbakken, er staan dranghekken om de leerlingen in hun bubbel te houden… Er worden kosten noch moeite gespaard om social distancing mogelijk te maken. “Er is veel overleg met de directies en vakbondsafgevaardigden”, zegt algemeen directeur Matthias Archie van Sint-Maartensscholen Ieper, de overkoepelende gemeenschap van het College, VTI, Immaculata, Heilige Familie en Lyceum. “Het zijn geen eenvoudige tijden. We willen voor iedereen goed doen, voor leerlingen maar ook voor leerkrachten. Zo was het VTI deze week nog volop bezig met het vervaardigen van faceshields voor de leerkrachten.”

Toch zijn er ook verschillen tussen de scholen van de scholengemeenschap. “Wat het pedagogische betreft, lag de keuze bij de scholen zelf. De ene school koos ervoor om de leerlingen hele dagen te laten komen, andere kozen voor halve dagen. Bepaalde scholen werken ook met eenrichtingsverkeer. Dat wordt per school bekeken, omdat het afhankelijk is van gebouw tot gebouw. Het is vooral niet eenvoudig om de social distancing te respecteren. Meestal zitten er 20 à 25 leerlingen per klas, maar nu kan dat niet. We moeten opsplitsen en dat is niet evident.”

Improviseren

“Er zijn wel draaiboeken, maar die zijn niet altijd duidelijk”, vervolgt Matthias Archie. “We hebben nu zo lang van op afstand les moeten geven. Het is niet evident om dat te combineren met een deeltje contactonderwijs. Er wordt in de vakantie gigantisch veel werk gestoken in de opmaak van klassengroepen en lessenroosters. Nu moet op zeer korte tijd nieuwe lessenroosters gemaakt worden en een nieuwe organisatie op poten gezet worden. Vaak is het een kwestie van improviseren. Bepaalde praktijkvakken zullen sowieso niet lukken, zoals haarzorg. De zesde- en zevendejaars oefenen niet meer op oefenhoofden, maar op echte mensen. Op dit moment mag dat zelfs niet.”

“Niet iedereen staat te springen om op te starten. Ik heb ook schrik voor een besmetting” – Sandra Leleu (directrice Atheneum)

“De leerlingen moeten op anderhalve meter van elkaar zitten, maar in de praktijk betekent dit dat je rond elke leerling een diameter van drie meter moet hebben. In functie daarvan zijn de klassen herschikt. Daarnaast zijn er ook circulatieplannen, met aparte ingangen en aparte uitgangen, zodat er niet gekruist kan worden. Leerlingen moeten mondmaskers dragen en overal staat er handgel. Er zijn zelfs scholen die mobiele wasbakken gezet hebben. Kortom, heel veel maatregelen. In het VTI bijvoorbeeld werden in de grote hal van de mechanica-afdeling in het midden hekken geplaatst, waardoor er eenrichtingsverkeer mogelijk gemaakt werd, een beetje zoals in de winkelstraten.”

Noodopvang

Ook de speelplaats van het Lyceum-Heilige Familie werd volledig heringericht. “Met nadarhekken hebben we de speelplaats ingedeeld in de verschillende afdelingen, zodat de bubbels niet met elkaar in contact komen”, vertelt directrice Mia Ingelaere. “Verder zijn er faceshields voor de leerkrachten voorzien, zodat de kinderen de mimiek kunnen blijven zien. Dat is vooral belangrijk voor de kleintjes in het eerste leerjaar. Het grootste probleem was het vinden van lokalen en personeel, aangezien we contactonderwijs doen in combinatie met noodopvang. We merken immers dat er meer beroep gedaan wordt op de noodopvang nu steeds meer mensen weer aan het werk moeten. Op vandaag lukt het, omdat we grote lokalen hebben en de eerste graad van het secundair nog niet opstart. Maar als er straks nog klassen bij komen en het secundair start opnieuw op, dan zitten we met een probleem.”

Sandra Leleu. (foto TOGH)
Sandra Leleu. (foto TOGH)

Ook in het gemeenschapsonderwijs werd er deze week met man en macht gewerkt om de school klaar te stomen. De grote lijnen zijn dezelfde: eenrichtingsverkeer, heringerichte lokalen, veel handgel en wasbakken en dranghekken op de speelplaats… Toch zijn er verschillen. Zo zal het Atheneum wel al proefdraaien vanaf vrijdag. “Je moet je sowieso aanpassen en kijken wat er mogelijk is in jouw school met de richtlijnen die je krijgt van de overheid”, zegt directrice Sandra Leleu van het Atheneum. “Er wordt gezegd dat er maximaal veertien leerlingen per klas mogen zitten, maar als je klaslokaal niet groot genoeg is, dan heb je weinig andere mogelijkheden dan er minder te plaatsen. Wij zullen bijvoorbeeld ook een lokaal gebruiken van de Middenschool, omdat er daar plaats is voor veertien leerlingen. De zesdejaars komen bij ons gespreid naar school. Drie groepen komen in de voormiddag, de andere drie in de namiddag. Wij voorzien vandaag een ontbijtkoek en in de namiddag een taartje voor de zesdejaars. Kwestie van hen een warm welkom te bezorgen.”

Afwezigheden

De directrice signaleert wel dat er bij de leerlingen, leerkrachten en ouders veel angst is voor het besmettingsgevaar. “Ik krijg inderdaad angstige telefoontjes van ouders”, bevestigt Sandra Leleu. “Niet iedereen staat te springen om op te starten. Er is angst voor besmettingsgevaar, ook bij mij persoonlijk. In school kan je dat wel managen, maar de leerlingen komen met het openbaar vervoer en ontmoeten elkaar voor en na school. Daar heb je geen controle op. Bubbels zijn mooi op papier, maar in de praktijk ben ik er niet van overtuigd. Ik denk ook dat we wel enkele afwezigen zullen hebben. Ik heb al zeker weet van één leerling van wie de mama een risicopatiënt is. Aanwezigheid is wel relatief verplicht, maar er zijn uitzonderingen mogelijk.”

“In principe wordt aanwezigheid verwacht”, zegt ook Matthias Archie. “Als iemand angstig is of zich ziek voelt, dan vragen wij een doktersattest. Wij hebben een risicoanalyse moeten maken per school. Daaruit blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om de groepen op een veilige manier naar school te laten komen, behalve dan voor bepaalde praktijklessen. Daarvoor hoeven de leerlingen niet bang te zijn. Wij hebben een zeer strenge normering en we houden ons eraan. De kans op besmetting is volgens mij dan ook heel gering.”

Frank Hosten (College Ieper): “Een sas aan de ingang”

Frank Hosten. (foto TOGH)
Frank Hosten. (foto TOGH)

“In het college zijn we altijd uitgegaan van haalbaarheid, zowel voor leerlingen als ouders, leerkrachten en organisatie. Zo kunnen we alle zesdejaars veilig laten terugkeren voor twee halve dagen per week”, zegt directeur Frank Hosten. “Het is wel enkel in de voormiddag, anders zouden we middagpauzes moeten organiseren waarbij we mogelijk in de problemen zouden komen met social distancing. Iedere groep zit in een lokaal waar niemand anders komt. Er zijn ook geen kleine pauzes. Als de leerlingen aankomen, gaan ze door een sas. We hebben bijvoorbeeld de fietsenrekken versleurd naar het midden van de speelplaats en omheind met dranghekken. De leerlingen ontsmetten onmiddellijk de handen en gaan daarna naar hun bubbel volgens een bepaald circuit met eenrichtingsverkeer. Uiteraard mogen ze wel naar het toilet, maar niet allemaal tegelijk tijdens de pauze.”

Kathy Boudry (‘t Nestkastje Dikkebus): “Speeltijd op ander tijdstip”

Kathy Boudry. (foto TOGH)
Kathy Boudry. (foto TOGH)

In vrije basisschool ‘t Nestkastje in Dikkebus komen er vandaag al 43 leerlingen van het eerste, tweede en zesde leerjaar proefdraaien. “Het was een hele puzzel”, zegt directrice Kathy Boudry. “Het grootste nadeel was dat we pas heel laat de richtlijnen kenden vanuit het departement Onderwijs. Er zijn hele draaiboeken, maar als die constant aangepast worden, is het niet evident om alles goed op te volgen. Bij ons komen de leerlingen op vier voormiddagen. Op dezelfde dagen, zodat kinderen van hetzelfde gezin op hetzelfde moment opgevangen worden. De kinderen komen wel aan op een verschillend tijdstip, hebben op een verschillend tijdstip speeltijd en gaan op een verschillend tijdstip naar huis. Verder hebben we uiteraard de klassen en de speelplaats aangepast. Ik heb zelfs een filmpje gemaakt om te tonen hoe de kinderen precies de school moeten binnenkomen.”

Jan Dedrie (GVB Boezinge): “Gesplitst in halve dagen”

Jan Dedrie. (foto FB)
Jan Dedrie. (foto FB)

De lagere school van Boezinge is volgens directeur Jan Dedrie in de mate van het mogelijke klaar om te starten. “We kunnen het eerste, tweede en zesde leerjaar elk twee dagen laten komen, maar telkens opgesplitst in halve dagen. Het eerste komt wel op een andere halve dag dan het tweede, omdat die anders samen op dezelfde koer spelen en in dezelfde sanitaire blok komen. Het zesde leerjaar heeft een andere speelplaats en een ander sanitair blok. Het eerste en tweede leerjaar splitsen we op in twee lokalen, het zesde telt maar dertien leerlingen en kan dus gewoon in zijn klas. Het is koffiedik kijken hoeveel kinderen er zullen komen. De kleuterafdeling in Zuidschote blijft dicht, maar die kinderen mogen hier naar de opvang komen. Het wordt niet gemakkelijk. Leg maar eens uit dat de kleuters van de opvang wel samen met een bal mogen spelen en de anderen niet.” (FB)