Mildred Verschelde: “Een praatje maken is voor mij belangrijk. Ik zie graag mensen”
Mildred Verschelde was vanaf 1989 lid van de Organisatieraad binnen de Sportraad Harelbeke. “Ik draag de sport in mijn hart”, aldus Mildred. In 1993 werd ze ondervoorzitster en in 1996 voorzitster. Na iets meer dan 30 jaar nam ze onlangs afscheid van de raad. “Ik ben wel weg, maar ze mogen me nog altijd vragen om mee te helpen.” Enkele dingen tekenen haar: ze is gedreven, eerlijk en rechtdoorzee. “Ik zeg altijd rechtuit wat ik denk – goed of slecht – maar op een beleefde manier.”
Mildred Verschelde is al meer dan 30 jaar vertrouwd met de sport en de sporters in en van Harelbeke. “In de voorbije 30 jaar tekenden we als organisatieraad samen met de adviesraad voor hen een succesvol traject uit, zowel op sportief als administratief vlak”, aldus de afscheidnemende voorzitster. Van kindsbeen af deed Mildred zelf aan sport. Met name ballet was haar grote passie. “Een niet te onderschatten sport, maar ik deed het erg graag. Door een domme valpartij over een borstelstok moest ik er echter op 11-jarige leeftijd al mee stoppen. Sindsdien sukkel ik immers met nek- en rugklachten.”
Beroepshalve was Mildred enkele jaren verkoopster bij Innovation en kassierster bij Delhaize. “In de Innovation was dat bij een sigarettenstand, gek hé? Ik werkte het liefst bij Delhaize. Als ik thuis vertrok, zei ik altijd dat ik winkelke ging spelen”, glimlacht Mildred.
Wat blijft jou verder bij uit je jonge jaren?
“Goede en iets minder goede dingen. Als 11-jarig balletdanseresje tweemaal op het podium mogen staan van Schouwburg Kortrijk was voor mij een overweldigende ervaring. Ook de blik achter de schermen was geweldig. Ik denk daar nog vaak aan.”
“Verder denk ik graag terug aan mijn toneelervaring. Een juf die zangles gaf, nodigde me uit om kennis te maken met de toneelles. Ik wilde dit zo graag verder doen, maar dit mocht niet van mijn vader. Hij zag mij en mijn zus doodgraag, maar hij was een strenge vader. Ik mocht niet omdat hij naar eigen zeggen dat toneelwereldje niet zo vertrouwde.”
Mijn koppigheid is mijn slechtste eigenschap, maar mijn man José doet er gelukkig alles aan om die ‘te overwinnen’
“Ik heb de richting administratie gevolgd en wilde op 17-jarige leeftijd geld verdienen en bureauwerk doen. Ook dat mocht niet van mijn vader. Hij zei dat ik moest meehelpen in het huishouden, dat was toen nog de mode. Typisch iets van die tijd natuurlijk. Later ging ik dan toch werken. Het liefst was ik in Delhaize. Mensen ontmoeten en een praatje maken, is voor mij belangrijk. Ik zie graag mensen. Toen mijn derde kindje Jeffrey er kwam, ben ik gestopt en voltijds huismoeder geworden. Er bestonden toen immers nog geen crèches.”
Hoe ben je in de wereld van de sport gerold?
“Door mijn jongste zoon Jeffrey, die rolschaatste en tweemaal Belgisch kampioen werd. Zo leerde ik ook die sport beter kennen, want in Vlaanderen was rolschaatsen nog niet zo populair. De meeste wedstrijden vonden in Wallonië plaats.”
“Sport is zeker mijn dada, ik volg bijna alle sportdisciplines. Toen er bij de sportraad een invaller werd gezocht voor het lesgeven van de rolschaatsers, ben ik lid geworden van de Sportraad.”
Wat moeten we ons voorstellen bij de Organisatieraad?
“Vroeger was dat gewoon de Sportraad, aangevuld met x-aantal leden uit de Harelbeekse sportverenigingen. We steunden die talrijke sportverenigingen met raad en daad: de papierwinkel bijhouden, reglementen uitleggen, verzekeringen afsluiten, terreinen reserveren, vergaderingen houden.”
“Later is de Raad opgesplitst in een Organisatieraad en een Adviesraad. De adviezen werden omgezet in effectieve organisaties. Door de jaren heen was dat meer en meer het geval: denk maar aan de sportshow, 1.000 km trappen tegen kanker, het succesvolle Joggingcriterium, de jaarlijkse slotshow met de verkiezing van beste sportlui en sportgroepen, de Wandel Mee Dag, de scholenveldloop, Onbeperkt Wild voor andersvaliden en nog zoveel meer.”
Wat is er jou in die dertig jaar het meest bijgebleven?
“Zonder twijfel de vroegere jaarlijkse driedaagse voor kinderen en volwassenen met een beperking. Nu is dat een tweedaagse geworden. Je ziet die mensen openbloeien. Dat heb ik altijd al willen doen, die mensen helpen op alle vlakken. Ook zij hebben recht op sportbeoefening. Ze zijn zo lief en aanhankelijk en spoorden me altijd aan om mee te spelen. Soms moest ik lachen met hun uitspraken en nieuwsgierigheid. Ik sukkelde eens met pigmentvlekken en dat hadden ze natuurlijk gezien. Het was voortdurend van madammeke, wat zijn die vlekken op je armen, geneest dat en van waar komt dat? Best grappig dat ze zo nieuwsgierig zijn. Op die manier leerden ze ook iets bij. Ook de schoollopen voor het goede doel vond ik leuk. Kinderen zijn zo enthousiast en gemotiveerd als het over andere, zieke kinderen gaat. De minivoetbaltornooien in de sporthal blijven mij ook bij. Veel administratief werk, maar zo leuk om mee te maken.”
Moest je soms streng zijn tijdens de activiteiten?
“Streng niet, eerder kordaat. (lacht) Bij de sportdag was er ook een avonturenparcours voor kinderen tot 12 jaar met roeien, klimmen, door een buis kruipen, aan een touw hangen… Sommige papa’s wilden af en toe wel eens meedoen, maar volgens het reglement mag dit niet. Dan moest ik optreden. Als begeleider moest ik er immers voor zorgen dat er niets kon gebeuren. Ik liet dan mijn ‘gezag’ gelden, maar op een vriendelijke manier.”
Het deed me wel iets toen ik mijn afscheid aankondigde en een bomvolle aula plots stil werd
Mis je de raad?
“Ja, zeker weten. De collega’s hebben gevraagd of ze nog op mij mogen rekenen als het nodig is. Het is de bedoeling om nog bij te springen waar nodig. Ik had het wel wat moeilijk bij mijn afscheid op de laatste sportshow. Als je zoiets officieel maakt en het wordt stil in een bomvolle aula, dan doet je dat wel iets.”
Iets totaal anders: wat doe je in je vrije tijd?
“Ik volgde naaischool en heb bijgevolg veel genaaid. Ik heb veel kledij gemaakt voor mijn kinderen en kleinkinderen. Ook breien was erbij: truitjes, kindersokjes, sjerpen… Soms ben ik zenuwachtig, maar breien maakt en houdt me kalm. Mijn dokter vond dat erg raar. (lacht) We houden ook van reizen door Europa en Noord-Afrika. Sinds de kinderen het huis uit zijn, doen we dat meer. Eén keer per jaar samen met Luc Dewaele, de voorzitter van de Adviesorganisatie, en zijn vrouw Rita. We stichtten de Club46, omdat we allemaal van 1946 zijn. Vroeger reisden we met de bus, maar op oudere leeftijd is dat iets te lastig. We gaan nu met het vliegtuig. Ik ben altijd blij als het vliegtuig opstijgt, maar nog veel blijer als we veilig weer aan de grond staan. (lacht) Van alle landen waar we geweest zijn, breng ik een souvenir mee. En ik verzamel ook uilen, ik heb er nu ruim 500. Ik heb ook graag dat de kleinkinderen komen. Ze zijn niet echt klein meer, maar ik ontvang ze met veel plezier.”
Kan je jezelf in enkele woorden omschrijven?
“Positief, gedreven, eerlijk, altijd rechtdoorzee en sociaal bewogen. Mijn slechtste eigenschap is mijn koppigheid. Mijn man José heeft dat niet. Als we eens een woordenwisseling hebben, doet hij alles om mijn koppigheid ‘te overwinnen’. Hij zou zelfs op zijn knie zitten. (lacht) Gelukkig blijft mijn koppigheid nooit heel lang duren.”
Jij bent positief, maar het leven kent ups en downs. Heb je ooit veel verdriet gehad in je leven?
(stil) “Ja, toen mijn ouders gestorven zijn. Ik had het meest verdriet voor papa, hoewel hij streng was. Toen mama stierf, had ik uiteraard ook verdriet, maar dat was toch anders.”
“Wat mij ook bij zal blijven, is mijn periode aan zee. Omdat ik sukkelde met mijn gezondheid, verbleef ik als 10-jarige geruime tijd in het Zeepreventorium in De Haan. De eerste maand mochten je ouders niet langskomen. Ik had daar veel verdriet om. Ik voelde me alleen. Vanaf de tweede maand mochten ze één keer in de maand komen. Elke maand was ik dus alleen en was er opnieuw verdriet. Dat is de reden waarom ik niet graag naar zee ga. Er nu over praten brengt veel dingen naar boven…”
Hoe wil je dit gesprek afronden?
“Dat is een moeilijke vraag. Ik heb wel nog een gouden raad: niet al te veel omkijken en positief blijven. Blijf van de mensen houden en help zij die het nodig hebben. Ik zie graag mensen en wil en zal hen altijd helpen.”
Mildred Verschelde (73) is getrouwd met José Tytgat (72). Ze is moeder van Feadra (51), Sandy (46) en Jeffrey (43) en oma van Michael (23), Tessa (21) en Elena (11). Ze volgde de lagere school aan het Koninklijk Atheneum Kortrijk en een opleiding administratie aan de Beroepsschool Kortrijk. Mildred werkte enkele jaren in Innovation en als kassierster bij Delhaize. Daarna werd ze huismoeder. Mildred houdt van sport kijken, ballet, toneel, breien, naaien en reizen. Ze ontspant zich met wandelen en op een rustig plekje zitten. Ze was als lid, ondervoorzitster en voorzitster 30 jaar verbonden aan de Organisatieraad van de Sportraad Harelbeke.
Leiegesprek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier