Luc Vermeersch: “Het publiek hoort in een lach te schieten, niet de moppentapper”
Voor zover hij het elf jaar geleden nog niet was, is Luc Vermeersch sinds 2008 een BT, een Bekende Tieltenaar. Dat jaar won hij de wedstrijd die de natuurlijke opvolger van Guido Depraetere als ‘Bazielke’ aanduidde. “Stress op het podium? Heb ik alleen als ik op mijn klarinet of saxofoon een solo moet spelen.”
Nee, Luc Vermeersch heeft de voorbije tien jaar geen naamsverandering overwogen. Hoeft ook niet, want sowieso wordt hij bijna meer aangesproken met ‘Baziel’ dan met de naam die hij bij zijn geboorte meekreeg. “Moppen tappen als Baziel, dat zit er bij mij ingebakken. Ik zag Guido heel graag bezig in het humoristisch programma HT&D op VTM. Zelf behoorde ik vroeger tot het vierkoppige cabaretgroepje Toeval, met mij als conferencier. We traden nagenoeg elk weekend op voor gepensioneerden. Op een gegeven moment werden heel veel van die feestjes naar de week verplaatst, waardoor we moesten afhaken, want we werkten alle vier.”
Dankzij de Baziel-wedstrijd kreeg je plots een publiek dat groter was dan ooit tevoren.
Luc Vermeersch: “Toen ik hoorde over die wedstrijd die Jeroen Depraetere, zoon van Guido, zou organiseren, dacht ik: waarom me niet eens inschrijven? Ik geloof dat er meer dan 100 kandidaten waren, dus werd een grondige preselectie gehouden. Ik herinner me die avond in een café in Kuurne nog goed. We hadden een brief gekregen dat we daar vijf moppen zouden moeten vertellen, maar kort voor aanvang kregen we te horen dat we een kwartier aan het woord moesten blijven. Een medekandidaat viel na zijn vijf moppen compleet stil, maar als conferencier had ik daar totaal geen problemen mee.”
Hoe vaak heb jij de voorbije elf jaar als Baziel op de planken gestaan?
“Heel veel, zeker deze periode van het jaar. Van september tot en met de kerst- en nieuwjaarsfeestjes raak ik al snel aan een tweetal optredens per maand. In West- en Oost-Vlaanderen, zelfs tot in het Antwerpse. Iedereen is zot van Bazielke. Iets oudere groepen, maar ook jongeren kunnen goed met mijn grappen lachen, hoor.”
BIO p>
Privé p>
Luc Vermeersch (66) woont in de Wulfstraat. Zijn echtgenote Carine Wittevrongel overleed 16 jaar geleden. Samen brachten ze twee kinderen groot: Joke (35), die in Tielt woont, en Pieter-Jan (33), woonachtig in Sint-Amandsberg. Luc is ook de trotse grootvader van drie kleinkinderen: Zoë (9), Tijs (6) en Emma (3). p>
Loopbaan p>
Na enkele maanden bij weverij Van Maele te hebben gewerkt, kon Luc als postbode aan de slag, een job die hij 39 jaar zou uitoefenen, tot hij op 1 december 2011 met brugpensioen ging. p>
Vrije tijd p>
Lid van diverse muziekverenigingen in de streek, sinds 2008 de ‘Nieuwe Baziel’ en dezer dagen ook sint: als Luc maar mensen kan entertainen. p>
Je treedt tweemaal drie kwartier op. Je vertelde me daarnet dat dat al snel 60 moppen zijn in totaal. Waar blijf je ze allemaal halen?
“Ik bedenk ze zeker niet allemaal zelf. De Druivelaar is een interessante inspiratiebron en ik heb in de woonkamer een kast vol moppen. Regelmatig hoor ik ook iets waarvan ik denk: daar kan ik iets mee doen.”
Waaraan valt een goede moppentapper te herkennen?
“Je mag vooral niet zelf in een lach schieten, dat hoort alleen het publiek te doen. Je moet de zaal meenemen in een verhaaltje waarvan ze een andere uitkomst verwachten. Dan is hen de clou serveren iets van niks.”
“Op de Facebookpagina Tieltmohow verschijnt trouwens elke vrijdag een filmpje waarin ik een Baziel-mop vertel. Ik heb de indruk dat die wekelijkse afspraak meer en meer begint te leven: op donderdag word ik hier en daar al gevraagd waarmee Baziel de mensen een dag later op de lachspieren zal werken.”
Ik las dat het podiumbeest in Luc Vermeersch al door zuster Ferdinanda in de kleuterklas van de Heilig Hartschool werd ontdekt.
“Waar heb je dat gevonden? (glimlacht verbaasd) Maar het klopt wel. Ook als er moest worden gezongen, stond ik de eerste in de rij. In de lagere school speelde ik klarinet, allicht was ik de enige van de hele school die een muziekinstrument bespeelde. In de muziekschool was je pas welkom vanaf het derde leerjaar, maar ik was al van mijn zeven jaar met muziek bezig.”
Muziek was mijn redding toen mijn vrouw op 43-jarige leeftijd overleed
Wat heb jij met muziek?
“Mijn familie aan moeders kant telde redelijk wat muzikanten en mijn vader speelde liedjes na op de mondharmonica zonder ook maar één noot te kennen. Nadat hij ergens een oproep had gelezen over de zoektocht van Vermaak na Arbeid naar nieuwe muzikanten, die ze zelf zouden opleiden, maakte vader op een dag aanstalten om met mijn twee oudere broers eens naar een repetitie in het Volkshuis te gaan. Hoewel ik amper zeven was, stond ik te trappelen om mee te mogen. Voor de klarinet die ik in handen gestopt kreeg, waren mijn vingers te kort, dus kreeg ik een kleiner exemplaar. Ik was op slag verkocht.”
Je speelt ook saxofoon. Groot verschil met een klarinet?
“Het zijn instrumenten die in elkaars lijn liggen, met dezelfde vingerzetting. Er is wel één niet onbelangrijk verschil: als je op klarinet een do speelt, speel je op sax een sol.” (lacht)
Bij welke verenigingen ben je aangesloten?
“Eerst en vooral bij de koninklijke harmonie Vermaak na Arbeid en verder bij De Goede Vrienden in Tielt, Sint-Cecilia in Aarsele, Kunst en Deugd Wakken en Kunst Veredelt Ingelmunster. Ik ga ook nu en dan versterken bij Steeds Beter in Sint-Baafs-Vijve en Sint-Cecilia in Nokere. Je kunt je allicht inbeelden dat er heel weinig weekends zijn waarin ik níét met muziek bezig ben. Hoewel het me almaar beter lukt, heb ik nog altijd moeite om ‘nee’ te zeggen.”
Je hebt het getroffen bij Vermaak na Arbeid: tenminste nog één Tieltse muziekvereniging met een dak boven het hoofd.
“Die accommodatieproblematiek is volgens mij een typisch Tielts fenomeen, want elders worstelen ze daar niet mee. Met Vermaak na Arbeid hebben we het inderdaad getroffen: in ‘t Gildeke kunnen we onze instrumenten tussen de repetities door laten staan. Als ik dan hoor hoe de leden van de JET Symphonic Band in Dierdonk telkens hun instrumenten uit de kelder moeten sleuren om ze na afloop terug te brengen…”
Zie je oplossingen?
“Ik vernam dat het belastinggebouw aan de Tramstraat een optie kan zijn… Een nieuwe academie? Wetende dat de Tieltse academies meer dan 1.000 leerlingen tellen zal het een heel grote nieuwbouw moeten worden om er ook nog muziekverenigingen onder te brengen.”
Hoelang wil je dit nog allemaal blijven doen?
“Zolang het gaat, want muziek is mijn redding geweest toen mijn vrouw 16 jaar geleden op 43-jarige leeftijd overleed aan kanker. Ik had nog twee tienerkinderen in huis van wie alleen de oudste al aan hogere studies was begonnen. Er viel een wedde weg… Ik zocht overal hulp, maar liep op veel plaatsen met mijn kop tegen de muur. Aangezien het augustus was, lagen ook de activiteiten bij Vermaak na Arbeid stil. Ik liep de muren op. Toen de repetities eindelijk weer begonnen, zei niemand nog iets tegen me. Allicht omdat men zich geen houding wist te geven. Dat kwam keihard binnen. Op de algemene vergadering in september zei ik dat ik afscheid zou nemen als het zo verder moest. De week erna verliep alles weer normaal. Vaak doet gewoon de vraag hoe het met je gaat al heel veel deugd in zo’n situatie.”
DE TIPS VAN LUC p>
Culinair p>
“Ik kom heel graag in hotel-restaurant El Parador. Dat is gegroeid uit de jeugdjaren van mijn kinderen, die als tieners graag naar De Keet gingen. Toen stond Nick Ver Eecke, de huidige uitbater van El Parador, daar nog achter de toog. Joke en Pieter-Jan hebben er beiden hun trouwfeest georganiseerd. Alleen kom ik er niet zo vaak meer, maar voor mijn verjaardag bijvoorbeeld trakteer ik er de familie graag op een etentje. Bij gelegenheid ga ik ook wel eens in de Shamrock en Botermarkt eten.” p>
Shoppen p>
“Geef me maar Supermarkt De Weerdt. Ik ben vooral fan van hun vers vlees. Behalve Colruyt zal je me nooit in een winkel van een grote warenhuisketen zien. Ik merk wel eens dat een artikel bij De Weerdt goedkoper is dan in Colruyt. Dan laat ik hen dat weten en ben ik een kortingsbon rijker.” (lacht) p>
Mooie plekjes p>
“De intrede die ik twee weken geleden als sint maakte, da’s voor mij een aaneenrijging van mooie plekjes in onze stad: van Mulle de Terschueren door het park – waar ik echt tot rust kan komen – via de Kortrijkstraat naar de Markt. Die is klein, maar mooi en gezellig. Op de Poelberg kom ik het liefst tijdens een zomers fietsritje.” p>
Reizen p>
“Een jaarlijkse afspraak is een midweekvakantie met de broers en zussen in de zomer. Dit jaar ging die naar Zeeland, volgend jaar trekken we richting Oostkantons. Ik koester ook de reizen die we met het hele gezin maakten naar Alpe d’Huez. Veertien dagen lang bergwandelingen maken, genieten van de natuur, de aankomst van een etappe van de Tour meepikken… Zalig. Met de muziekverenigingen heb ik intussen ook alle Tieltse zustersteden bezocht.” p>
Je werkte bijna 40 jaar als postbode waarvan 18 jaar in Schuiferskapelle. Hoe kijk je op die tijd terug?
“Een heel leuke job en niet alleen bij goed weer. Regende het hard of vroor het putten in de grond, dan werd ik nog net iets vaker binnengeroepen voor een koffie.”
Met een ‘druppel’?
“Hoegenaamd niet. Ik heb nooit alcohol gedronken tijdens de werkuren.”
Wat denk je nu als je de postbode met de wagen ziet rijden in plaats van met de fiets?
“Oh maar, in onze wijk komt hij ook nog per fiets hoor. Ik hoor wel van gewezen collega’s dat het allemaal veel sneller moet gaan dan vroeger. Ik diende maximaal 450 bussen te beleveren en nu komen ze aan 1.000 per persoon. Voor menselijk contact is er amper nog tijd.”
Die accommodatieproblematiek is volgens mij een typisch Tielts fenomeen, want elders worstelen ze daar niet mee
Jij was als postbode nog psycholoog en het klankbord van de inwoners op je ronde?
“Absoluut. En zeker na het overlijden van mijn vrouw. Van dan af deelden de mensen vaak hun leed met mij, vertrouwden ze me toe dat er bij hun partner kanker werd vastgesteld. ‘Jij hebt dat ook meegemaakt, Luc, hoe ben jij daarmee omgegaan?’ Ik wist maar al te goed wat zo’n gesprekje voor hen kon betekenen.”
Wat mag ik je de komende jaren wensen?
“Werk, veel werk, want dat houdt me jong. (schatert) Veel mensen schrikken als ze mijn leeftijd horen, maar ik doe het nog allemaal zo graag. Ik word dezer dagen ook vaak gevraagd om sint te spelen en niet alleen door het Tieltse stadsbestuur. Vorig weekend kwam ik nog per boot aan in Ooigem. Die organisatoren zaten vorig jaar in de rats na de afzegging van hun sint en een van hen had van haar vader, een collega-muzikant, gehoord dat ik wel zou kunnen helpen. ‘Hé Luc, kan jij me eens het nummer van een sint bezorgen?’ Ik zei: ‘Je hoeft niet langer te zoeken, want je hebt hem aan de lijn.'” (proest het uit)
Belfortbabbel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier