Louis Talpe schittert in ‘Onder vuur’: “Ik ga mezelf nooit overschatten”

“Tuurlijk hebben mijn kinderen mijn leven veranderd. Ik ben veel emotioneler geworden.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Sinds zondagavond vertolkt Louis Talpe opnieuw de stoere brandweerheld met een peperkoeken hart in ‘Onder vuur’, maar in het dagelijkse leven is het vooral dat laatste dat hem typeert. Al steekt hij niet weg dat hij door het vuur zou gaan voor zijn gezin. Zijn vrouw en zijn twee kinderen neemt hij allerminst voor vanzelfsprekend, zo zegt hij. Net als de kansen die carrièregewijs op zijn pad komen. Want na twintig jaar in het vak legt hij de lat niet lager, integendeel. “Ik wil mij nog altijd bewijzen, ja. Maar vooral aan mezelf.”

Als we Louis spreken, verraadt zijn diepe stem en dito hoest dat het pittige dagen zijn, al is dat niet te merken aan zijn humeur. De acteur leeft op dit moment uit zijn koffer. Zijn tijd is immers netjes verdeeld over twee filmsets in Nederland: een romantische komedie met Katja Schuurman en een psychologische whodunnit in een regie van Jan Verheyen en Lien Willaert. “Part of the job”, klinkt het met een glimlach. “Binnenkort heb ik even vakantie. Ik probeer het altijd positief te zien.”

Zijn glimlach wordt nog breder als zijn kinderen ter sprake komen. Tijdens en ook na het gesprek laat hij het een paar keer vallen: dat hij zijn twee pollen mag kussen met zijn vrouw Tiffany, die roots heeft in Zweden. “Onwaarschijnlijk hoe goed zij dat doet. Naar huis komen tijdens de opnames lukt niet altijd, want anders ben ik pas thuis als de kinderen in hun bed zitten en moet ik al heel vroeg weer weg. Maar Tiff heeft alles heel goed in handen. Ze is écht de beste vrouw die ik mij kan inbeelden en ook de best mogelijke moeder voor Phoenix en Lion.”

Valt dat mee, switchen tussen twee personages en twee sets?

“Eigenlijk wel, omdat het twee heel verschillende personages zijn. In Oei, ik groei speel ik Kaj, een man die spermadonor is voor zijn beste vriendin die samen is met een vrouw. Maar bij de derde donatie begint het hem te dagen dat hij wat meer aandeel wil hebben. Maar Kai, een eeuwige student, ietwat een tjoolder maar een goeie gast, heeft geen idee waaraan hij begint… Bij Het Geheugenspel speel ik dan weer iemand die in kunst zit en wiens rijke familie in het oog van de storm terechtkomt na een onopgeloste moordzaak van vijftien jaar oud. Heel uiteenlopende rollen dus.”

Is er een rol die op zo’n moment je voorkeur geniet?

“Nee. Voor mij is het belangrijk dat ik gráág op een set sta. Bij Oei, ik groei had ik op voorhand aangegeven dat ik niet zozeer ervaring heb in comedy, maar in deze zijn het eerder de situaties rond mij die voor de komische noot zorgen. Ik was heel blij om met actrices als Katja Schuurman, Sarah Cronis en Sallie Harmsen te mogen spelen. Bij Het Geheugenspel is het ook heel leuk werken met de ploeg. Je voelt al snel dat Jan heel duidelijk weet wat hij aan het doen is, met ook nog eens een extreem professionele ploeg. De wisselwerking met Lien werkt enorm goed, zij kan net dat tikkeltje extra aanbrengen. Weet je, Jan is oldschool. Hij kan perfect een ploeg aansturen zonder daarbij een bullebak te moeten zijn. Ik leer eigenlijk op beide sets heel veel bij. Over mijn vak en over mezelf.”

Talpe is nog steeds een fervent sporter: “Dat verhaal is voor mij nog niet ten einde.”
Talpe is nog steeds een fervent sporter: “Dat verhaal is voor mij nog niet ten einde.” © Christophe De Muynck

In welke zin dan?

“Vooral het feit dat er eigenlijk niet veel andere dingen ertoe doen, als je thuis kunt komen bij een leuke familie. Die extreem lange dagen maken mij minder uit dan vroeger. Toen kon ik me daar echt in opjagen. Dat komt omdat ik zelf erg organisatorisch ben ingesteld. Als ik een callsheet zou maken, dan zou ik ‘s avonds trots zijn dat ik alles tot op de minuut gehaald heb, maar op de set werkt het vaak niet zo. Als ik nu een halfuur moet wachten voor iets technisch, denk ik: tant pis. Ik ben daar veel rustiger in geworden.”

Je zou eerder het omgekeerde denken, omdat je graag thuiskomt.

“Het is net omdat mijn vrouw het zo goed doet. Cru gesteld: bijna beter zonder mij. Ze doet het op de Zweedse manier: tot een jaar thuis zijn na de geboorte. But she handles it. Ik kom thuis, ik moet amper met iets helpen, het huis is opgeruimd en de kinderen liggen in bed.”

En dan ga je maar sporten…

“Samen sporten! Voor ons voelt dat fantastisch. Het is weer een beetje het leven van vóór onze kinderen. Het is heftig dat ze zo kort na elkaar gekomen zijn, maar ik zou het niet anders gewild hebben. Mijn broers en ik zijn ook in drie jaar tijd geboren. (denkt na) In het begin was dat moeilijker: shit, die tweede is hier ook plots. (grijnst) Maar ik ben zeer blij dat wij het geluk hadden twee keer heel snel zwanger te zijn en dat ze gezond zijn.”

In hoeverre heeft het vaderschap je veranderd als mens?

“Ik ben een stuk emotioneler geworden en begrijp ook hoe andere ouders zich voelen. Vroeger had ik niet altijd dat inzicht tegenover vrienden die al kinderen hadden. Die zeiden: we zijn daar pas binnen een uur want we moeten de kinderen nog in bed steken. Wacht, wat? Hoe lang moet dat duren?! (lacht) Ik ben blij dat ik op dat vlak steeds meer inzichten krijg naarmate ik volwassener word. Ik besef ook dat kinderen nog niet volwassen zijn, maar vooral een gids nodig hebben in hun emoties en ontwikkeling.”

Nooit gepanikeerd toen er opeens kinderen opdoken in je leven?

“Nee. Ik wist al toen ik mijn vrouw ontmoette dat ze de beste ter wereld is. Misschien is dat vroeg, maar ik dacht al vrij snel: als ik met haar verderga, wil ik er gerust tien grootbrengen. Ik heb nooit gepanikeerd omdat ik haar had. Ze is zo belezen, zo intelligent… Vrouwen bereiden zich negen maanden voor op wat komt, terwijl je er als vent er maar een beetje bij zit. En als dat kind er is, dan bestaan die eerste maanden vooral uit zorgen. Ze zijn allebei geboren tijdens heel drukke werkperiodes. Ik heb die eerste maanden heel bewust meegemaakt, maar ik was er ook niet altijd. Phoenix is nu acht maanden. En man, I love that guy. Als hij op de arm van Tiff zit en naar mij lacht… Drie weken na zijn geboorte stond ik op de set van Onder vuur. Soms echt schijteziek met veertig graden koorts, typische kinderziektes die je betrapt natuurlijk. De eerste vijf maanden heb ik echt in een roes beleefd. (snel) Maar ik wil niet klagen. Er zijn mensen in veel moeilijkere situaties. Natuurlijk waren we oké.”

Louis Talpe in ‘Onder vuur’. “Die extreem lange dagen maken mij minder uit dan vroeger.”
Louis Talpe in ‘Onder vuur’. “Die extreem lange dagen maken mij minder uit dan vroeger.” © © VRT

Had je dat pakweg vijf jaar geleden kunnen denken, dat je een papa van twee zou zijn?

“Het is misschien veel gezegd dat het altijd mijn droom was, maar ik was er klaar voor, ja. Het kwam op een perfect moment in mijn leven. Het voelt allemaal zo juist aan. Natuurlijk hebben we ons ook de vraag gesteld of we niet te snel gingen. Maar we zitten in een leuke constante, waar veel dingen gebeuren. Een derde? We hebben sinds kort een hond en dat is zowat ons derde kind. (stil) Begin dit jaar zijn we onze hond Maxi verloren. Ik ben daar echt, écht kapot van geweest. Hij was nog geen vijf jaar. Een zeer agressieve kanker. Dat was zonder meer een van de pijnlijkste verliezen die ik al meemaakte. Maxi was een beetje het eerste kind van Tiff en mij, en hij was er op heel wat belangrijke momenten in ons leven. (blaast) We hadden hem niet mogen verliezen. Dat was een serieuze klop. Mensen die een dier hebben begrijpen dat. Je verliest een ziel, geen beest.”

Je hebt het er schijnbaar nog altijd moeilijk mee…

“Tuurlijk. Maxi ging mee onze kinderen opvoeden, zo voelden wij dat aan. En nu is er Jaxon, de jongste van de drie, zo noemen we hem. Heel enthousiast met heel veel energie. We missen Maxi nog elke dag. Maar that’s life. Ik ben wel iemand die daar kan bij stilstaan, meestal in een gesprek met iemand die je niet zo goed kent, als je pakweg eens een halfuur vrij hebt op de set. Dan denk je wel eens: fuck, er is inderdaad veel gebeurd het laatste jaar. Maar ik ben ook dankbaar, echt waar.”

Heb je het gevoel dat je op je plaats zit in het leven?

“Eigenlijk wel. Het is raar om te zeggen van jezelf dat je goed bezig bent. Maar toch verwacht ik nog steeds zeer veel van mezelf. Ik weet ook niet waarom ik zo’n bewijsdrang heb.”

Ben je niet milder geworden voor jezelf?

“Nee, niet per se. Omdat ik denk dat ik op mijn plaats zit. Als er een goeie samenwerking is op een set, vind ik het leuk om input te krijgen van regisseurs of medespelers. Het gevoel dat we sámen iets maken. Dat pusht me om steeds verder te gaan. Dat competitieve zit er nog altijd in, ja. Niet dat ik noodzakelijk wil beter doen dan collega-acteurs, maar ik ben altijd onder de indruk van wat we aan het doen zijn in ons land, en ik voel dat er nog meer inzit en ik wil er ook graag deel van uitmaken.”

Heb je het gevoel dat je je nog moet bewijzen?

“Aan mezelf wel, niet aan de buitenwereld. Als ze mij bellen, weet ik dat ik een zeker professionalisme, ervaring en vakkennis aan de dag kan leggen. Dat mijn rugzak goed gevuld is. Maar voor mezelf denk ik: welke verhalen wil ik nog vertellen?

Het valt wel op dat je focus vooral op acteren ligt. Ik zie je zelden tot nooit opduiken in een panel, podcast of spelprogramma.

“Ik ben wat saai, hé? (lacht) Of toch zeker voor de media. Het is niet zo dat ik niet wil vertellen hoe ik mij voel, maar voor mij heeft het weinig nut om mee te geven wat nu bijvoorbeeld mijn favoriete cocktail is. Een spelshow is ook niet zozeer aan mij besteed. Dat is vast ook leuk, maar naast mijn job wil ik vooral tijd aan mijn gezin spenderen. De tijd die overblijft voor mezelf is gereduceerd. Maar ik vind het wel fijn dat ik nog vaak gevraagd word voor reality of non-fictie. Soms denk ik ook: waarom doe je het niet?

De vraag stellen is ze beantwoorden.

“Dat zijn heel vaak beslissingen van het moment. Ik vind het moeilijk als men mij belt voor een competitief programma, omdat ik niet altijd zeker weet of ik dan een eerlijke kans heb. Misschien wordt het programma zo gestuurd dat het mooie televisie oplevert. En ik wil op zo’n moment écht presteren. Als ik geen faire kans zou krijgen, dan zou ik er extreem veel moeite mee hebben.”

Je omschrijft jezelf als saai voor de media, maar je werd toch een tijdje gepercipieerd als een jonge casanova…

“Jong… Ik zag gisteren nog een close shot van mij en ik vroeg mij af: wat is er gebeurd? (lacht) Goh, ik werd inderdaad jaren geleden opeens als begeerde vrijgezel bestempeld. En wanneer een relatie afsprong, schreven ze dan: wie is de volgende? Als ik op Instagram een foto had geliket van iemand, dan was ik opeens die of die aan het daten. Ik heb er mij nooit wat van aangetrokken of op gereageerd. Dat heeft toch geen nut. Ik was er vrij gerust in, omdat ik ook privé geen stupid shit deed. Nu ligt de focus van de media op andere mensen, die ook veel actiever zijn op sociale media.”

Niet het gevoel dat je oud aan het worden bent?

“Als ik kijk naar al dat jong talent, denk ik: waw, ga ervoor. Die zangeressen die ook acteren, genre Camille… Ik ken haar niet, maar als ik dan zie wat zij doet: die optredens, een eigen reeks, een docu… Elke keer als ik iets lees van mensen als Camille of Pommelien (Thijs, red.), die hun eigen weg bepalen en ervoor gáán, denk ik: goed voor jullie!

Als je hen zou ontmoeten, welke tips zou je dan geven?

“Volg je hart en buikgevoel. En binnen tien jaar kijk je misschien terug en denk je: zenden ze dát nog uit?! (lacht) Maar blijf gewoon gaan.”

Sta je er soms bij stil dat het dit jaar exact 20 jaar geleden is dat je voor het eerst opdook? In ‘Wittekerke’ godbetert.

“Serieus? Dat kan. Ik sta daar weinig bij stil. Ik ben er indertijd gewoon aan begonnen met de nodige ambitie. Het plan was enkel om te zien hoe ver we zouden geraken. Het belangrijkste vandaag is dat ik ja kan zeggen op projecten waar ik achter sta, dat ik er plezier in heb en dat ik met eender wie aan tafel kan zitten op zo’n set, van collega’s tot de lichtmannen. En dat ik op zo’n moment kan luisteren. Dat is puur omdat ik interesse heb in iedereens verhaal. Ik luister liever naar anderen dan naar mezelf.”

Als je terugblikt, zijn er zaken die je anders zou aanpakken?

“Ik kan niet zeggen dat ik dingen wel of niet had moeten doen. Ik vind dat alles mij op tijd en stond heeft gebracht tot waar ik nu sta. Nu op dit moment ben ik happy, en dat zegt eigenlijk alles.”

Heb je als amateur-atleet nog altijd die motivatie: ‘bigger, harder, faster’?

“In mijn job heb ik nog steeds die sportersmentaliteit, ja. Ik kan een hele lijst van Belgische regisseurs opsommen waarmee ik nog wil werken. En op sportief vlak voel ik dat mijn triatlonverhaal nog niet is afgelopen. Zeker één keer per week kijk ik nog eens naar de races. Gisteren nog passeerden zeker zeven namen van wedstrijden die ik nog wil doen. Maar ik droom om mijn laatste wedstrijd ooit te doen in Kalmar (in Zweden, red.). Ik deed die eerder al en het zou leuk zijn als dat mijn laatste is, met mijn boys die dan groot genoeg zijn om mij aan te moedigen. Dat verhaal is nog niet klaar, nee. Maar ik zie mij even goed binnen een paar jaar voetbalgoaltjes in de tuin installeren en meestappen in de sportieve ambities van mijn gasten.”

Nog even over ‘Onder vuur’. Dit is de eerste keer dat je in het West-Vlaams iets mag spelen, zeker?

“Ja. En alles is West-Vlaams tegenwoordig. Ik zag dat ze nu ook een nieuwe serie draaien in Oostende en De Haan (respectievelijk Styx en Juliet, red.). Ook wij zitten aan zee, ja. Ik ben vooral blij dat Onder vuur intussen een vaste basis trouwe kijkers heeft.”

Mogen ze je bellen voor een nieuw seizoen van ‘Nonkels’ en ‘Chantal’?

“Absoluut.Nonkels vond ik zeer herkenbaar, leuk gemaakt ook. Opnieuw: als ik kijk naar de ploeg, heb ik al zin om mee te doen. Gasten als Rik, Jelle of Isabelle… Die laatste stond bij ons ook op de set en dat was fantastisch. Op de eerste dag kwam ze naar mij toe en gaf ze mij enkele mooie complimenten. Dat is zo’n leuk gevoel, zeker omdat ik eigenlijk hetzelfde over haar denk.”

Je ziet het het altijd positief, hé?

“Ik kan niet tegen negativisme en probeer het altijd op te lossen met de glimlach, ja. Ik zeg het ook tegen mezelf als ik een moeilijke dag heb: wat steekt er nu tegen? Kijk naar wat je hebt. You’re fine, dude. (denkt na) Op professioneel vlak is er mij niets gegeven geweest. Ik heb altijd kleine stapjes vooruit gezet. Ik ga daarom mezelf ook nooit overschatten. Maar ik ging vooruit door het positief te zien. Dus als iemand mij vraagt: ben je zeker dat het écht goed gaat? Dan zeg ik het altijd resoluut, omdat ik het méén: ja, helemaal.”


Louis Talpe in het kort

Louis Talpe (41) uit Kortemark begon twintig jaar geleden met kleine gastrolletjes en groeide uit tot een vaste waarde binnen het Vlaamse film- en serielandschap. Een van zijn bekendste rollen is die van de superheld Mega Toby, maar Talpe staat bekend om een breed gamma aan rollen. Hij waagde ook zijn kans in het buitenland. Hij is getrouwd met de Zweedse Tiffany Ling-Vannerus, met wie hij twee zoontjes heeft: Phoenix en Lion. In zijn vrije tijd is hij amateur-atleet. Momenteel is hij te zien als Orlando in de reeks Onder vuur op Eén.