Lore Recour: “Ik spreek vooral West-Vlaams als ik mij kwaad maak”

Frederic Vansteenkiste
Frederic Vansteenkiste Medewerker KW

Lore Recour, 32 en afkomstig uit Roeselare, is een beetje een atypische West-Vlaamse Gentenaar. Zoals zovelen trok ze naar haar middelbare studies op 18-jarige leeftijd naar ‘het grote Gent’, maar… dat bleek geen succes. ‘Een klein jaar later was ik terug in Roeselare”, vertelt Lore. “Voorgoed… dacht ik.”

Voelt de West-Vlaming zich thuis in Gent? Ontdek alle artikels, video- en audioreportages op www.KWkaaptGent.be.

Tot Lore via een vriendin dan toch weer een connectie met Gent vond. “Een vriendin had de man van haar leven leren kennen en wou hem daarvan overtuigen”, beschrijft Lore het scenario. “Aangezien het een lange rit was op zaterdagavond van Roeselare naar Gent, vroeg ze me om mee te gaan naar een plaats waar hij ook aanwezig zou zijn.” De avond werd echter een groot succes en niet alleen voor vriendin Marijke dus.

“Dank u Marijke!”, lacht Lore. “Ondertussen zijn we 10 jaar en twee fantastische kinderen verder. Mijn man heeft trouwens zelf ook West-Vlaamse roots.”

De meeste mensen zijn enorm verbaasd als ik West-Vlaams spreek. Dat is dan vooral als ik mij kwaad maak

Lore werkt intussen als financieel medewerker bij de FOD Financiën. Ze is ook een van de West-Vlamingen die vrij goed AN spreekt en waarvan bij Gentenaars en andere niet-West-Vlamingen dus niet altijd meteen duidelijk is dat haar wortels in West-Vlaamse klei zitten. “De meeste mensen zijn enorm verbaasd als ik West-Vlaams spreek”, vertelt ze. “Dat is dan vooral het geval als ik mij kwaad maak. (lacht) Toen ik onlangs in volle ochtendrush tegen mijn zoon ‘doe ne kji voors!’ riep keek hij op en zei hij me: ‘spreek eens Gents hé mama!‘… Ik hou er wel aan om Lionel (4) en Hortense (1) de nodige woordjes West-Vlaams bij te brengen, het is tenslotte een wereldtaal.”

“We grappen vaak dat onze kinderen viértalig opgevoed worden: AN, Gents, Roeselaars en Frans”, lacht Lore. “Al wordt die laatste taal in Gent jammer genoeg nog vaak gelinkt aan de bourgeoisie. De nieuwjaarsbrieven van de stad worden verstuurd in het Nederlands, Turks en Bulgaars, maar Frans – ook al is het een van onze landstalen – dat ligt in het socialistische Gent toch wat moeilijker.”

Lore is overigens best gelukkig in Gent. “Het is hier wel aangenaam wonen”, zegt ze. “Er is altijd wel iets te doen, we hebben leuke cafeetjes, lekkere restaurants en gezellige winkeltjes. Er zijn interessante musea (SMAK, MSK) en de tuin van de Sint-Pietersabdij is dé ideale picknickplaats. En breng zeker ook eens een bezoekje aan de heerlijke chocoladebar Mayana in de Sint-Pieters-Nieuwstraat!”

In onze bevraging schoof Lore overigens zichzelf naar voor als potentiële schepen van West-Vlaamse zaken. Politieke ambities dan? “Moest ik ooit een politieke functie ambiëren, dan zou ik me uiteraard inzetten voor het comfort van de West-Vlamingen in Gent”, belooft Lore. “Maar niet alleen voor hen, eigenlijk voor élke Gentenaar.”

De geitenwollensokken bakfietsmentaliteit mag hier voor mij toch wat minderen

En dat is nodig, vindt ze. “Ik woon hier nu al even en stel vast dat we er de laatste jaren niet echt op vooruit gaan. Door het mobiliteitsplan van collega West-Vlaming Filip Watteeuw is Gent wat ‘plat’ aan het vallen”, stelt Lore vast. “Ik hoor de voorstanders al roepen ‘Dikke zever, de terrassen zitten vol en ‘t is aangenamer in de stad’, maar we moeten eerlijk zijn. Elke hard werkende Gentenaar die de ‘luxe’ niet heeft om met de fiets te gaan werken, staat overal aan te schuiven. De handelaars in de stad zijn minder vlot bereikbaar en worden dus minder ‘à l’improviste’ bezocht. En de paar straten die nu groener geworden zijn, betekenen letterlijk en figuurlijk een stofwolk in andere buurten… De geitenwollensokken bakfietsmentaliteit mag hier voor mij toch wat minderen.”

Toch sluit Lore af met een positieve noot. “We kunnen wel eens klagen , maar zoals het een echte West-Vlaamse betaamt ben ik super positief! De Gentse feesten staan voor de deur en daar is iedereen één grote familie!”