Lachen! Een nieuwe generatie West-Vlaamse komieken klopt op de deur

Van Geert Hoste tot Gunter Lamoot, van Freddy De Vadder tot Han Solo, van David Galle tot Wouter Deprez. West-Vlaanderen is rijk bedeeld als het op komieken aankomt. En er klopt al een nieuwe generatie aan de deur: Mohsin Abbas, Hans Cools, Jarno Boone en Kjen Descheemaeker. Wij brachten de grapjassen samen voor een gesprek over hun weg naar de top.

“Hans Cools heeft mijn jaar verknald! Zet dat er maar zeker in! On the record! Op elke wedstrijd eindigde ik achter hem.” Mohsin Abbas lacht. “Een leuk extraatje dit jaar is dat ik straks zal opduiken in Iedereen Beroemd, in de ergernissen-rubriek.” Hans Cools: “Jij ook? Daar hebben ze me ook voor gebeld.” Mohsin Abbas: “Zie je wel! Kèrel. Straks gaan ze mijn stuk nog knippen voor dat van hem.” (lacht)

Welkom, jong geweld. Laten we met de deur in huis vallen: is er nog wel plaats voor nieuwe komieken?

Kjen Descheemaecker: “Tuurlijk! Eén jaar geleden wist niemand wie Hans Cools was. Nu viel hij al twee keer in de prijzen.”

Hans Cools: “Het speelveld is ook gigantisch. Theaters, lokale comedy-avonden, KLJ-feesten, optredens in cafés, bedrijfsfeestjes… Er wordt véél comedy gespeeld, iets wat ik niet wist toen ik ermee begon.”

Mohsin Abbas: “De generatie voor ons heeft het pad geëffend. Comedians als David Galle hebben meer dan tien jaar moeten knokken om er te geraken. Wij hebben meer opportuniteiten, voor ons is het makkelijker geworden. Al hebben we natuurlijk wel meer concurrentie.”

Jarno Boone: “We kunnen wel meer spelen, maar om echt op te vallen en de belangrijke dingen te pakken te krijgen: dat wordt steeds moeilijker.”

Kjen Descheemaecker: “Ofwel moet je iets heel uniek doen ofwel moet je super-super getalenteerd zijn. Zoals Jens Dendoncker. In een vingerknip stond hij aan de top.”

Hoe proberen jullie zich te profileren?

Kjen Descheemaecker: “Met een combinatie van beatbox en comedy.”

Jarno Boone: “Een heel goeie niche. Niemand in Vlaanderen doet dat. Zelf probeer ik iets te doen met muziek. In mijn eigen zaalshow neem ik een muzikant en heel wat showelementen mee.”

West-Vlaamse komieken houden van elkaar. Maar je voelt wel de competitie – Mohsin Abbas

Mohsin Abbas: “Heb je ook al een Pakistaanse West-Vlaming op een podium gezien? (lacht) Dat slaat aan, dat voel ik overal. Niet enkel in West-Vlaanderen.”

Hans Cools: “Ik heb niet iets speciaals. Ik ben er ook niet mee begonnen met het idee om eruit te willen springen. Ze omschreven mijn werk ooit als huis-, tuin- en keukenhumor. Dat vind ik niet erg, omdat ik probeer wat ik dat zelf het meest apprecieer bij andere comedians: beschrijvende humor over herkenbare zaken. Ik sta tussen topcomedians die dit veel langer en beter doen, zoals Steven Mahieu of David Galle… Maar ik ga me niet veranderen. Dat zou me niet liggen. Ik doe voort en zie wel welke plaats ik in het veld krijg.”

Hoe worden jullie verwelkomd in de comedy scene?

Mohsin Abbas: “Onder West-Vlaamse komieken is er veel liefde. Maar het is wel een business, een competitie. Dat voel je.”

Hans Cools: “Op een uitzondering na heb ik nog geen enkele comedian gezien die niet sympathiek is. Je krijg ook heel veel feedback van ervaren voorgangers. Maar in het circuit heb je de profs, voor wie het een broodwinning is. En wij komen daar met onze uit de hand gelopen hobby tussen fietsen. En voor organisatoren zijn wij interessant als goedkopere aanvulling op een headliner.”

Is het jullie ambitie om professioneel te worden?

Mohsin Abbas: “Ik zou liegen mocht ik zeggen dat ik dat niet graag zou hebben, maar het hoeft totaal niet. Ik heb een job, stabiliteit. Net daardoor kon ik intensief beginnen met comedy.”

Jarno Boone: “Dat is een luxepositie. Bij mij is het nu, als publieksopwarmer, van moeten. Ik moet elke maand zorgen dat ik opdrachten binnenkrijg. Een maand geen werk, is een maand geen geld. Anders moet ik weer via een interimkantoor in een vriezer laden en lossen of kleren opplooien.”

Hans Cools: “Ik pak alles mee wat ik kan. Maar mocht het echt mijn enige doel zijn, zou ik best morgen alles stopzetten en alles op de comedy zetten. Ik werk al tien jaar als ingenieur, een goeie job. Ik moet een huis afbetalen, er is een tweede kindje op komst… Mocht het er voor mij ooit aankomen, zou dat in een traject moeten passen. Het is niet mogelijk om van de ene op de andere dag de stap te zetten.”

Kjen Descheemaecker: “Ik heb het geprobeerd om alles op de comedy te zetten, maar het was te vroeg. Ik had drie slechte maanden. In juni, juli en augustus had ik amper shows. Ik ben samen gaan wonen, er moeten rekeningen betaald worden… Gelukkig kon ik terugkeren als animator in woonzorgcentrum Huize Zonnelied.”

Wanneer wisten jullie: ik ben wel grappig, hier zit wel iets meer in?

Hans Cools: “Na een barbecue van de Chiro van Lichtervelde kroop ik op het podium. Als compliment kreeg ik te horen: we hebben al voor slechtere dingen betaald. (lacht) Meteen vroegen mensen waarom ik niet deelnam aan comedywedstrijden. Maar ik kende die wereld niet. Toen ik me inschreef voor de Humo’s Comedy Cup moest je beeldmateriaal toevoegen. Die had ik uiteraard niet, ik had nog nooit gespeeld. In zeven haasten heb ik dan een deal gesloten met een cafébaas uit Lichtervelde, ik mocht in een feesttent bij hem optreden.”

Kjen Descheemaecker: “Daar was ik bij. Ygor uit Poperinge en ik kwamen je tegen in de backstage. Je zei tegen ons dat het je allereerste show was en dat je meteen een halfuur zou spelen. Ygor en ik keken naar elkaar, schudden ons hoofd en dachten dat het een heel pijnlijk moment zou worden. Maar Hans begon en knalde een halfuur aan een stuk. Niet normaal.”

Hans Cools: “Uiteindelijk haalde ik de halve finale op de Humo’s Comedy Cup, maar dat was véél te vroeg voor mij. Ik had nog maar vier keer opgetreden, zelfs nog nooit buiten West-Vlaanderen. Maar die periode was de max: het verwachtingspatroon lag een stuk lager. Nu stap ik met een ander gevoel het podium op. Ook al vertel ik krek dezelfde grappen.”

Jarno Boone: “Dat het te vroeg was: ook ik had dat gevoel. Aan de topsportschool viel ik wat uit de boot. Iedereen dacht er enkel maar aan basket, terwijl ik meer de flauwe plezante was. Op mijn vijftiende bracht ik op de trouw van mijn tante een sketch van Han Solo. Dat sloeg aan, maar het duurde nog twee jaar vooraleer ik de ballen had om mee te doen aan de Commeere Comedy Cup. Pas mijn tweede optreden, maar ik won de publieksprijs. Maar dat was veel te vroeg om door te breken. Wat heb je als zeventienjarige te vertellen?”

Mohsin Abbas: “Ik merkte dat ik in een groep ook altijd de grappige was. De eerste keer trad ik op in Oudenburg, een twintigtal minuten. Daarna nam ik deel aan Humo’s Comedy Cup – iets waarop ik totaal niet voorbereid was. Raar maar waar werd ik daarna geboekt… Het zit soms in een klein hoekje. Zelfs een optreden voor tien mensen kan plots iets opleveren.”

Jarno Boone: “Zo ben ik publieksopwarmer geworden. Ik nam deel aan het tv-programma Voor De Leeuwen, waarbij ze jonge comedians volgden, en iemand van de productie zei: je zou een goeie opwarmer zijn. Ik wist niet eens dat dat een beroep was… En iets later kreeg ik plots telefoon van Rob Vanoudenhoven, die zich daarover ontfermt. Net op het juiste moment, want ik was toen echt van plan om er mee te kappen. Door die opwarming maakte ik een switch in mijn stijl. Het ging veel meer naar interactie.”

Kjen Descheemaecker: “De meesten kennen me van mijn deelname aan het vierde seizoen van Belgium’s Got Talent, die goed verliep. Maar niemand herinnert zich nog – en terecht – dat ik ook aan het eerste seizoen heb deelgenomen. De productie kwam naar me: je bent goed, maar er doen tien beatboxers mee. Waarom doe je niet iets extra? Als 19-jarige was ik nog erg beïnvloedbaar en ik dacht: comedy interesseert me, ik doe dat erbij. Mijn allereerste stand-up ooit werd meteen opgenomen. En helaas is dat nog altijd te vinden op YouTube.”

Jarno Boone: (Jarno Boone haalt gsm boven en begint te googelen): “Met zijn blauw debardeuke. Checkt hem!”

Kjen Descheemaecker: “Maar daardoor belde de Commeere Comedy Cup me zelf op met de vraag om deel te nemen. Ik nam ook eens deel aan een marathon in comdeycafé The Joker, waarbij er vijftig comedians non-stop optraden. In het publiek zat een organisator. Hij stuurde me ‘s anderdaags een mailtje met veertig data. Welke kan je allemaal?“

Hans Cools: “Er is een reden waarom we over de tongen gaan. We kunnen iets, maar we zijn nog lang niet vertrokken. Volgend jaar is er weer een nieuwe lading. De vraag is: blijf je eraan werken of niet.”

Is comedy veel werken?

Kjen Descheemaecker: “Ik merk dat ik nu vast zit, een soort writer’s block. Ik heb een show van 40 minuten, maar ik vind het heel moeilijk om bij te schrijven. Nieuwe stukken slaan nog niet aan.”

Mohsin Abbas: “Ik zit ook in die overgangsfase, ook wel ‘de val van 20 minuten’ genoemd. Je weet dat dat stuk altijd werkt, maar om dan naar een langere show te gaan… Mijn Oostendse eindejaarsconference is eigenlijk een manier om mezelf te pushen om te schrijven.”

Hans Cools: “Het moeilijkste is tijd vinden om te schrijven. In principe zou ik bijna iedere avond kunnen spelen. Zonder stress, want ik weet dat het materiaal werkt. Na een dag werken nog eens twee uur aan je schrijftafel zitten: dat is veel moeilijker… Daarvoor moet je een frisse kop hebben. En als je er tijd voor uittrekt, verplicht je je ergens dat het er móét uitkomen die dag. Dries Heyneman vertrouwde me toe dat hij blokken van meerdere weken uittrekt om te schrijven. Doordat je weet dat je zoveel tijd hebt, ben je zo relaxed dat je vanaf dag een al veel schrijft.”

Moeten jullie bij jullie vrienden en familie altijd de grapjas zijn?

Mohsin Abbas: “Wel, hoe meer ik optreed en intensiever bezig ben, hoe serieuzer ik word. Het podium is mijn uitlaatklep.”

Jarno Boone: “Die balans is wel lastig. Als iemand je na een show ziet, denken ze dat je nog altijd het typetje van op het podium bent. Toen mijn ma kanker had, heb ik dat erg gemerkt dat ik soms geen goesting had om de vrolijkaard te zijn.”

Mijn eerste compliment: ‘we hebben al voor slechtere dingen betaald’ – Hans Cools

Hans Cools: “Het is ook afhankelijk van hoe je op het podium staat. Han Solo verloor deze zomer op korte termijn zijn vader en schoonvader. Ik kan me voorstellen dat hij dan hij minder zin had om op te treden. Maar hij deed zijn short en bandana aan en speelde een fan-tas-ti-sche show.”

Kjen Descheemaecker: “Weet je trouwens dat hij zes klachten aan zijn been heeft na zijn show in Lauwe? Hij had een kind van 9 uit het publiek gehaald en er wat vuile kluchten tegen verteld. Enkele moeders hadden de politie gebeld. Als je hem boekt, weet je toch wat je krijgt?”

Tot slot: noem één komiek naar wie jullie opkijken.

Jarno Boone: “Ik moet daar zelf niet over nadenken: Bo Burnham, een Amerikaans komiek die optreedt met vele muziek, show en inhoud. Een show die ik nu probeer te maken. En als hij van podium stapt, is hij een gewone mens die niet constant de goesting heeft om de clown uit te hangen. Daar kijk ik enorm naar op.”

Kjen Descheemaecker: “Nadat ik de show bij jou zag, heb ik er thuis nog vijf keer naar gekeken. Als ik een naam moet noemen: Hans Teeuwen.”

Mohsin Abbas: “Eddy Murphy, de eerste die ik zag en waarbij ik dacht: wow, dat wil ik ook kunnen.”

Hans Cools: “Theo Maassen vind ik echt goed, maar als ik iemand moet noemen: Mohsin Abbas. Omdat hij altijd achter me komt.” (hilariteit)

Geboren op 28 april 1992. Woont nu even in Izegem, maar keert binnenkort terug naar het Ieperse.

Samen met Sarah Tommeleyn.

Studeerde onderwijs aan Vives in Torhout.

Werkt als animator wzc Huize Zonnelied.

Bereikte in 2016 als ‘Devoo Beatbox’ de halve finale van Belgium’s Got Talent.

Eert zijn overleden vader Jurgi met een comedy-avond, op 9 november in Ieper.

Geboren op 27 april 1995.

Na zijn middelbaar aan de Topsportschool in Leuven volgde de Bruggeling die opgroeide in Eernegem nog een jaar fitnessbegeleiding.

Werkt als zelfstandig entertainer, waarbij presentaties en publieksopwarming het grootste deel van uitmaken.

Won publieksprijs Commeere Comedy Cup (2013).

Heeft zijn eerste show ‘Showbeest’ klaar, die hij al bracht in Gent, Leuven en Brugge.

Geboren op 11 januari 1988.

Getrouwd met Tine Samyn. Vader van Eli (15 maanden). Eind oktober verwacht het koppel uit Lichtervelde een tweede kindje.

Studeerde voor industrieel ingenieur bouwkunde aan de KHBO.

Werkt als product manager bij Wienerberger.

Won dit jaar de Commeere Comedy Cup (jury en publiek) en de Lunatics Comedy Award.

Geboren op 5 juli 1988 in Vilvoorde. Verhuisde op zijn 8ste naar Oostende.

Getrouwd met Romy Akkermans.

Studeerde communicatiewetenschappen aan de UGent.

Werkt als project manager bij Flanders Investment & Trade.

Is Oostends gemeenteraadslid.

Won publieksprijs op de Commeere Comedy Cup (2017), werd tweede op Lunatic Comedy Award (2019).

Brengt in december een lokale eindejaarsconference ‘D’Ostensche Conference’.